JvO2 grammatica: bijvoeglijke bepaling

NE2 grammatica
De bijvoeglijke bepaling (syllabus, blz. 16)
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

NE2 grammatica
De bijvoeglijke bepaling (syllabus, blz. 16)

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Je kunt de volgende zinsdelen benoemen:
- Gezegde
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling

- Je weet dat een bijvoeglijke bepaling een zinsdeelstuk is (onderdeel van een zinsdeel) en extra informatie geeft over een zelfstandig naamwoord.



Slide 2 - Diapositive

timer
1:00
hebben altijd een werkwoord.
vind je door de vraag: wie/ wat + pv?
vind je door de zin in een ander tijd te zetten.
vind je door de vraag: wie/ wat + pv + o?
is de persoonsvorm + alle werkwoorden of een werkwoordelijke uitdrukking.
Zinnen
Het onderwerp
De persoonsvorm
Het lijdend voorwerp
Een werkwoordelijk gezegde

Slide 3 - Question de remorquage

Herhalen zinsdelen
  • wg = alle werkwoorden in de zin (+ te + aan het + splitswerkwoorden)
  • ng = alle werkwoorden in de zin + eigenschap
  • ow = wie/wat + wwg?
  • lv = wie/wat + wwg + ond?
  • mv = aan wie / voor wie?
  • bwb = prullenbak (waar, wanneer, hoe, waarom)

Slide 4 - Diapositive

Zinsdelen en zinsdeelstukken
- Werkwoordelijk/ naamwoordelijk gezegde
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
----------------------------------
- Bijvoeglijke bepaling
- Bijstelling
- Ondergeschikte bijwoordelijke bepaling

Zinsdelen
Zinsdeelstukken

Slide 5 - Diapositive

De bijvoeglijke bepaling (bvb)
  • De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een deel van een andere zinsdeel.
  • De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
  •  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.


Slide 6 - Diapositive

Bijvoeglijke bepaling
- Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
- Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen: welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?

Voorbeeld
De slimme jongen \is \ lid \ geworden \ bij onze voetbalclub.
slimme = bijvoeglijke bepaling bij jongen (welke/wat voor + jongen?) 
onze = bijvoeglijke bepaling bij voetbalclub (welke/wat voor + voetbalclub?)

Slide 7 - Diapositive

Tip: welk/wat voor + zelfst. nw.?
Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?
Let op: het is niet een zelfstandig zinsdeel!

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeldzin bvb
Ze / speelt / het mooiste melodietje uit de musical.
ond pv+wwg                               lv

  • Wat is het belangrijkste znw in het lijdend voorwerp?
  • Melodietje
  • Welk / wat voor + melodietje?
  • mooiste = bijvoeglijke bepaling bij melodietje
  • uit de musical = bijvoeglijke bepaling bij melodietje

Slide 9 - Diapositive

OW     PV                        LV
Ze / speelt / het mooiste melodietje uit de musical.
                                    ------>               K         <-------------

Slide 10 - Diapositive

Mijn moeder heeft onze jonge hond die oude bal van dat jongetje gegeven. Hoeveel bijvoeglijke bepalingen?
A
2
B
3
C
5
D
7

Slide 11 - Quiz

Hoeveel bijvoeglijke bepalingen?
Mijn moeder  l  heeft l  onze jonge hond  l           

die oude bal van dat jongetje l gegeven.
Het zijn er zeven!
Kijk voor het volledige antwoord onderaan blz. 16 in je syllabus en bovenaan blz. 17 in je syllabus!

Slide 12 - Diapositive

Een bijvoeglijke bepaling is een zinsdeel
A
Juist
B
Niet juist

Slide 13 - Quiz

Is het vetgedrukte deel een zinsdeelstuk of een zinsdeel?

De nieuwe film met Sandra Bullock trekt volle zalen.
Let op: het is een volledig zinsdeel...
A
zinsdeelstuk
B
zinsdeel

Slide 14 - Quiz

Is het vetgedrukte deel een bijvoeglijke bepaling of een bijwoordelijke bepaling?

De nieuwe film met Leonardo DiCaprio trekt volle zalen.
Let op: het geeft informatie over het zelfstandig naamwoord 'film'...
A
bijvoeglijke bepaling
B
bijwoordelijke bepaling

Slide 15 - Quiz

Welke vragen heb je nog?

Slide 16 - Question ouverte

Hoe nu verder?
Bekijk de video op de volgende slide indien gewenst
Werk aan je boekopdracht (deadline vandaag!)

1 april: 
toets grammatica over lijdende en bedrijvende vorm en de tijden

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo