Repetitie H2 Bronnen van energie

Klik                 om de toets te starten.
Hoofdstuk 2
Repetitie Bronnen van energie
volgende
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Klik                 om de toets te starten.
Hoofdstuk 2
Repetitie Bronnen van energie
volgende

Slide 1 - Diapositive

Klik                om de toets te starten.
  • De toets bestaat uit 37 vrage
  • Het kunnen meerkeuzevragen, open-vragen of sleepvragen zijn.
  • In totaal heb je 50 minuten de tijd
  • Let op dat je alles invult! Je kunt NIET terugbladeren naar de vorige vraag.
  • Plaatje vergroten? Klik erop.
  • Plaatje kleiner maken? Links onderin op het kruisje klikken
  • Vergeet na afloop niet in te leveren.

Heb je vragen? Stel ze via Teams

Succes!
 Instructies
volgende

Slide 2 - Diapositive

Waar zijn fossiele energiebronnen uit ontstaan?

Slide 3 - Question ouverte

Bekijk bron 1. Welke brandstof hoort op de plaats van het vraagteken?
A
Aardgas
B
Aardolie
C
Bruinkool
D
Steenkool

Slide 4 - Quiz

Welke energiesoort is geen 'grijze stroom'?
A
Energie uit aardgas
B
Energie uit steenkool
C
Kernenergie
D
Aardwarmte

Slide 5 - Quiz

Wat voor soort energie is zonne-energie?
A
Bewegingsenergie
B
Stralingsenergie
C
Elektrische energie
D
Warmte-energie

Slide 6 - Quiz

Geef twee redenen voor het sluiten van de Limburgse steenkolenmijnen in 1975.

Slide 7 - Question ouverte

Waarom wordt er in Nederland nog steeds veel steenkool gebruikt?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe komt het dat er in de Nederlandse bodem steenkool te vinden is?

Slide 9 - Question ouverte

Welke uitspaak is juist?
A
Broeikasgassen vervuilen de atmosfeer.
B
Broeikasgassen veroorzaken extreem weer.
C
Broeikasgassen zijn schadelijk voor mens, dier en natuur.
D
Broeikasgassen zorgen ervoor dat het niet te koud wordt op aarde.

Slide 10 - Quiz

Welke uitspraak is waar?
A
Broeikasgassen komen vrij bij het splitsen van atoomkernen.
B
Broeikasgassen veroorzaken luchtvervuiling.
C
Het gebruik van biobrandstoffen veroorzaakt luchtvervuiling.
D
Hernieuwbare energiebronnen veroorzaken het broeikaseffect.

Slide 11 - Quiz

Wat bereken je met de ecologische voetafdruk?
A
De energie die een bepaald land gebruikt ten opzichte van andere landen.
B
De hoeveelheid broeikasgassen die je jaarlijks uitstoot met jouw manier van leven.
C
De hoeveelheid energie die je per jaar verbruikt.
D
De ruimte die nodig is om alles wat je gebruikt te produceren en te verwerken.

Slide 12 - Quiz

Het verbouwen van de ingredienten voor bijvoorbeeld chocopasta kost                                           En het transport ervan kost                        . 

Op deze manier kun je van                                uitrekenen hoeveel ruimte daarvoor nodig is. Deze berekening heet de                                        voetafdruk. 

Als we de ruimte eerlijk over alle mensen zouden verdelen, heeft elke bewoner                         hectare beschikbaar. Het probleem is dat we nu per mens                            hecatare gebruiken! 

De aarde is te                       voor alle mensen die erop wonen.


Sleep de woorden naar de juiste plek
klein
2,8
1,7
Ecologische
producten
energie
ruimte

Slide 13 - Question de remorquage

Wat gebeurt er met de ecologische voetafdruk van een land als de bevolking groeit en het energieverbruik per inwoner gelijk blijft?
A
De landelijke ecologische voetafdruk blijft gelijk.
B
De landelijke ecologische voetafdruk wordt groter.
C
De landelijke ecologische voetafdruk wordt kleiner.

Slide 14 - Quiz

Gebruik bron 2. In gemeente De Ronde Venen is het gemiddeld elektriciteitsgebruik hoger dan in de gemeente Rotterdam. Geef hiervoor een reden.

Slide 15 - Question ouverte

Leg uit waarom biomassa als een duurzame energiebron gezien wordt.

Slide 16 - Question ouverte

Noem twee redenen waarom energie uit zon, water en wind duurzaam is.

Slide 17 - Question ouverte

Leg uit waarom Nederland geen geschikt land is om op grote schaal energie op te wekken uit waterkracht.

Slide 18 - Question ouverte

Waarom zijn er in Nederland weinig zonneparken?
A
Het opwekken van zonne-energie kost te veel geld.
B
In Nederland wordt te weinig geïnvesteerd in duurzame energie.
C
Nederland is te dicht bebouwd voor zonneparken.
D
Nederland is te regenachtig voor zonneparken.

Slide 19 - Quiz

Lees de volgende uitspraken.
Welke uitspraak is juist of welke uitspraken zijn juist?
I In een thermische centrale wordt energie uit warmte omgezet in bewegingsenergie.
II Een thermische centrale produceert nooit duurzame energie.

A
Alleen uitspraak I is juist.
B
Alleen uitspraak II is juist.
C
Uitspraak I en II zijn beide juist.
D
Uitspraak I en II zijn beide onjuist.

Slide 20 - Quiz

Zowel in Nederland als in Noorwegen rijdt inmiddels een behoorlijk aantal elektrische auto’s. Leg uit waarom een Noorse elektrische auto ‘schoner’ is, dan een Nederlandse.

Slide 21 - Question ouverte

De huizen in klimaatneutrale wijken worden zo gebouwd dat er geen aansluiting op het aardgasnet nodig is. Geef twee manieren waarop de bewoners van deze wijken hun huizen verwarmen of warm houden.

Slide 22 - Question ouverte

Gebruik bron 3.
De grond onder Groningen is door de gasboringen steeds instabieler geworden.
Leg uit hoe je dit proces terugziet in de afbeelding.

Slide 23 - Question ouverte

Gebruik nogmaals bron 3.
De instabiele grond onder Groningen is bij een lagere gasproductie niet direct hersteld.
Leg uit hoe je dit kunt terugzien in de bron.

Slide 24 - Question ouverte

Noem twee economische nadelen van het verlagen van de gasproductie in Groningen.

Slide 25 - Question ouverte

Geef twee redenen waarom kernenergie een aantrekkelijke energiebron is?

Slide 26 - Question ouverte

Kernenergie is grijze energie
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quiz

Welk land maakt het meest gebruik van kernenergie?
A
Nederland
B
Frankrijk

Slide 28 - Quiz

In de politiek is er veel discussie over kernenergie. Noem twee belangrijke argumenten tegen kernenergie.

Slide 29 - Question ouverte

Bekijk de energiemix van Frankrijk en Nederland. Welk land draagt het minste bij aan het versterkt broeikaseffect?
A
Frankrijk
B
Nederland

Slide 30 - Quiz

Leg, aan de hand van bron 4, uit hoe een thermische centrale werkt.

Slide 31 - Question ouverte

Gebruik bron 5.
Leg uit waarom er in het noorden van Frankrijk veel thermische centrales staan.

Slide 32 - Question ouverte

Gebruik bron 5.
Leg uit waarom alle kerncentrales in Frankrijk bij rivieren of aan zee zijn gebouwd.

Slide 33 - Question ouverte

Gebruik bron 5.
Frankrijk heeft naast kerncentrales ook veel waterkrachtcentrales om elektriciteit te produceren.
Waarom liggen deze waterkrachtcentrales aan de oostkant van Frankrijk?

Slide 34 - Question ouverte

Gebruik de bron hiernaast. Gebruikte Nederland in 2012 in verhouding meer of minder duurzame energie dan Marokko?
A
Meer
B
Minder

Slide 35 - Quiz

Leg uit waarom Nederland minder afhankelijk is van energiebronnen uit het buitenland dan Marokko.

Slide 36 - Question ouverte

Waarom heeft de zonnestraling die Marokko bereikt veel meer kracht dan de straling die Nederland bereikt?
A
Zonnestralen vallen ter hoogte van Marokko rechter op het aardoppervlak dan ter hoogte van Nederland.
B
Door de bergen in Marokko wordt er meer warmte vastgehouden dan in het vlakke Nederland.
C
Marokko heeft een warmer klimaat dan Nederland.
D
Marokko heeft weinig plantengroei, waardoor meer zonnestraling het aardoppervlak kan bereiken dan in Nederland.

Slide 37 - Quiz

Marokko wil zonne-energie combineren met windenergie. Leg uit waarom het slim is om dit met elkaar te combineren.

Slide 38 - Question ouverte

Noor in Marokko is een van de grootste zonneparken in de wereld. Leg uit wat dit park kan betekenen voor de economie van Marokko.

Slide 39 - Question ouverte