2122 De waarneming

1 / 54
suivant
Slide 1: Diapositive
WereldoriëntatieHoger onderwijs

Cette leçon contient 54 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

De waarneming

Slide 2 - Diapositive

Waarnemen?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

De waarneming

kijk 2 minuten rond je:
  • tik alles in wat je opmerkt.

Slide 7 - Diapositive

Wat observeer ik?
timer
2:00

Slide 8 - Carte mentale

Voorwerp
  • kijk nu naar 1 voorwerp
  • bedenk hoe je dit straks zal beschrijven aan je groep.
  • de groep moet raden welk voorwerp je beschrijft.

Slide 9 - Diapositive

Groep van 4
Beschrijf jullie voorwerp aan elkaar. Kan de groep het raden?
Kies nu 1 voorwerp en beschrijf het.
o Vorm
o Materie
o Doel
o Denk aan de verschillende zintuigen
Neem er een foto van. Straks gaan we de foto posten.
timer
5:00

Slide 10 - Diapositive

Welk voorwerp hebben jullie bestudeerd?

Slide 11 - Question ouverte

timer
0:30

Slide 12 - Carte mentale

timer
0:30

Slide 13 - Carte mentale

Video fragment
We gaan kijken hoeveel keer het witte team naar elkaar een pass geeft.
Let goed op!

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Waarnemen met kleuters?
Wat is hierbij van belang?

Slide 16 - Carte mentale

Tijdens een aanbod in de kleuterschool zitten acht kinderen op stoelen in een halve cirkel. De kleuterleidster had een verse ananas meegebracht, papieren borden en een heel scherp mes. De leidster installeerde zich knus op de grond en begon met de ananas omhoog te houden, om hem aan de kinderen te laten zien en ze vroeg: “Wie weet wat dit is?” 
Toen hield ze de ananas het eerste kind voor om hem te laten voelen en ruiken. Terwijl de andere kinderen op hun beurt wachtten om de ananas te betasten, wees de kleuterleidster erop dat de ananas een erg prikkende schil heeft en dat ze dus goed stil op hun stoel moesten blijven zitten, omdat ze zich anders wel eens konden pijn doen. Na die waarschuwing gaf ze de ananas door. Intussen zaten de kinderen aan de andere kant van de halve cirkel op hun stoel te wiebelen. Ze konden de ananas nu niet zien omdat de kleuterleidster op haar knieën en ervoor zat, terwijl ze de vrucht aan een ander kind gaf. 
Nadat alle kinderen de kans hadden gekregen om de ananas te voelen en te ruiken, nam de kleuterleidster het mes, waarschuwde de kinderen voor het gevaar van scherpe messen en sneed hem door. Terwijl ze het bovenste eraf sneed, snoof ze het aroma op van de verse vrucht. Intussen bleven de kinderen nog altijd zitten kijken. Toen sneed ze een schijfje af, hield het omhoog en stelde vragen aan de kinderen. “Wie weet hoe het harde gedeelte in het midden heet?” “Kunnen we de ananas nu zo opeten of moeten we eerst nog iets anders doen?” “Is dit stuk vierkant van vorm?”
Slechts enkele kinderen antwoordden nu. De meeste keken wat rond en zaten te wiebelen op hun stoel. De kleuterleidster sneed toen de ananas in schijven, schilde ze en gaf ze door aan de kinderen om op te eten. (Kleuters in actie)

Slide 17 - Diapositive

wat denk je bij het lezen van dit artikel ?

Slide 18 - Carte mentale

Wat is een waarneming:
kennis komt niet voort uit de dingen, noch uit het kind zelf, maar uit de interactie tussen het kind en de dingen
Jean Piaget
Wij begeleiden die interactie!! Wij geven kansen om te exploreren

Slide 19 - Diapositive

Waarnemen is ...
  • kinderen actief laten exploreren
  • met alle zintuigen!

Slide 20 - Diapositive

Actief exploreren= 
situaties opzetten om het ontdekken te stimuleren
De kinderen hebben uit hun natuur een drang om te exploreren. Hou hen niet tegen maar biedt nog meer kansen om:
  *te voelen
  *te proeven
  *te horen
   *te zien
   *te ruiken
   *te bewegen, te klauteren, te trekken....
   

Slide 21 - Diapositive

Actief exploreren = zelf ontdekken stimuleren
  • Wel begeleiden, NIET onderwijzen
  • Dus: veel laten ervaren, laten handelen. NIET alleen luisteren!

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Actief exploreren/ waarnemen:  hoe creëren?
  • Je gebruikt concreet, herkenbaar materiaal dat aanzet tot gebruiken, onderzoeken, experimenteren. Kortom de kleuters kunnen het manipuleren.  (Of je gaat naar de werkelijkheid)
    NOOIT alleen filmpjes of tekeningen. Is enkel ondersteunend materiaal omdat dit materiaal niet te hanteren is.
  • Je biedt voldoende materiaal aan.
  • Je werkt in kleine groepen.
  • Je zorgt voor interactie. Denk aan de drie H's!

Slide 24 - Diapositive

De 3 H's
  • overbrengen van kennis is NIET het doel op zich
  • wisselwerking tussen DENKEN - BELEVEN - DOEN
       
    * Hoofd: denken
        *Hart: voelen, beleven, verwonderen
        *Handen: doen



Slide 25 - Diapositive

Stappen in de waarneming
Het onderwerp bepaal je in functie van het thema.

Slide 26 - Diapositive

Inleiding: 1. sfeerschepping
  • met de volledige klas
  • aanbrengen van het onderwerp
  • lok interesse en concentratie uit
  • variatie en originaliteit (onmiddellijk zichtbaar, uitpakken, raden via ruiken/tasten, inleiding met lied, vers, raadsel, poppenspel,...
  • passende omgeving
  • rekening houden met de gevoelens en angsten van kleuters
  • kan reeds enkele dagen voor de activiteit

Slide 27 - Diapositive

Inleiding: 2. eerste verkenning
  • onderwerp is nu zichtbaar
  • toon bewondering en verwondering (overdrijf niet)
  • herstel rust na spanning
  • laat kleuters eerste reactie geven én heb er aandacht voor
  • ga als kleuters stilvallen naar de volgende fase

Slide 28 - Diapositive

Inleiding: 3. hoekenverdeling
  • sommige kleuters zijn voldaan en kiezen voor andere act.
  • Zoek enkel aansluitingspunten met waarnemingsonderwerp
  • kl werken zelfstandig dus er moet voldoende betrokkenheid zijn
  • denk aan de organisatie: zorg dat je alle groepen in zicht heb, kies een strategische plaats
  • duur van de nevenactiviteiten afstemmen op de waarneming
  • eventueel waarneming 2x organiseren

Slide 29 - Diapositive

Speelleerfase
  • met beperkte groep
  • kleuters begeleiden in hun ontdekkingstocht
  • voorwaarde: zelf iets weten rond het onderwerp. Zoek dus op! Informeer je!
  • inpikken op kleuterreacties om nieuwe stimulansen te krijgen
      *deel niet mee want kan ontdekt worden
       *Geef stimulansen, wissel af tss spontaan waarnemen en gesuggereerd
        *geef LEIDING, geen les
        *voorwaarde: FLEXIBELE VOORBEREIDING

Slide 30 - Diapositive

Slot/terugblik
  • Klassikale terugblik op de waarnemingsactiviteit
  • overloop niet de volledige waarneming maar beperk je tot één ontdekking of enkele ontdekkingen
  • laat een kleuter aan het woord die de speelleerfase meemaakte

Slide 31 - Diapositive

differentiatie in tijd
Jongste kleuters
  • reken 25 min
  • begeleide waarneming (speelleerfase) ongeveer 15 min
Oudste kleuters
  • speelleerfase kan langer duren ongeveer 25 minuten
Zorg telkens voor voldoende doe-activiteiten!

Slide 32 - Diapositive

Taal
Bij een waarneming krijgt de taalverrijking een belangrijke plaats
  • uitbreiding woordenschat/aanbrengen nieuwe woorden
  • juistheid
  • op niveau
  • interactie
  • vraagstelling

Slide 33 - Diapositive

Differentiatie - inhoud

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

We kijken naar een voorbeeld
Neem er het sjabloon van de voorbereiding bij:
  • herken je de stappen in de waarneming
  • Hoe motiveert ze de kleuters?
  • Welke doe-activiteiten zie je?
  • Wat zal juf Astrid op voorhand bestudeerd hebben?

    Na het bekijken gaan we even in groep bespreken

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive

We gaan aan de slag

Slide 48 - Diapositive

Papier

Slide 49 - Carte mentale

groepjes van 4:
leg alles samen.
noteer jullie ideeën op de paddlet: 
Link zal ik delen via de chat. 

Slide 50 - Diapositive

Slide 51 - Lien

Slide 52 - Lien

Activiteitenvoorbereiding
We bekijken samen de voorbereiding van de waarneming papier

Slide 53 - Diapositive

Slide 54 - Diapositive