Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2
Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 9 vidéos.
La durée de la leçon est: 100 min
Éléments de cette leçon
Bladzijde 58 + Laptop LessonUp
Deze les leer je over:
Net ietsjes vóór de Tweede Wereldoorlog
Het begin van de Tweede Wereldoorlog
Sleutelbegrippen:
Tweede Wereldoorlog
Geallieerden
Centralen/Asmogendheden
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Vóór de Tweede Wereldoorlog
Hitler trekt Duitsland uit de crisis door de (oorlogs)industrie te laten draaien;
Nieuwe werkgelegenheid door o.a. werkverschaffingsprojecten
Dienstplicht ingevoerd;
Groter leger (mocht niet van de Vrede van Versailles)
Slide 3 - Diapositive
Vóór de Tweede Wereldoorlog
1938: Het "aansluiten" van Oostenrijk bij Duitsland;
1938: Het "aansluiten" van Sudetenland in Tsjecho-Slowakije en dan maar heel Tsjecho-Slowakije
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Uit welke bondgenootschappen bestond de Tweede Wereldoorlog
Geallieerden:
Centralen/Asmogendheden:
Duitsland
Japan
Italië (tot 1943
Engeland
Sovjet-Unie
Frankrijk
Verenigde Staten
Slide 6 - Question de remorquage
De bezetting van Europa (blz. 53)
Waarom werd de oorlog de Tweede Wereldoorlog genoemd?
Uit welke landen bestond de aanvallende partij?
Welke landen hoorden bij de geallieerden?
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Bladzijde 58, 59
Lees de teksten in je werkboek
Maak opdracht 1 t/m 6
Klaar: nakijken + verbeteren
timer
1:00
Slide 9 - Diapositive
Bladzijde 60
Nederland bezet
Het verhaal van Nederland
Werkboek
Afsluiting
Slide 10 - Diapositive
Het verhaal van Nederland
Bevrijders & bezetters
Beantwoord samen en met mij de vragen
Je kunt de achterkant gebruiken om de vragen te beantwoorden
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Bladzijde 60, 61
Lees de teksten in je werkboek
Maak opdracht 7 t/m 10
Klaar: nakijken + verbeteren
timer
1:00
Slide 13 - Diapositive
De bevrijding van Europa (blz. 54)
Slide 14 - Diapositive
Nederland 1940-1945
Wat gebeurde er in Nederland tijdens de bezetting?
In welke twee groepen kon je Nederlanders tijdens de bezetting verdelen?
Slide 15 - Diapositive
In 1933 wordt Adolf Hitler rijkskanselier van Duitsland. Hoe komt hij aan de macht?
A
Met een meerderheid van de stemmen
B
Hij neemt zelf de macht, hij is een dicator
C
Hij wordt benoemd door de vorige rijkskanselier
Slide 16 - Quiz
In 1940 valt het Duitse leger van Hitler Nederland binnen. Maar dit is niet het begin van de Tweede Wereldoorlog. Met welke gebeurtenis begint de oorlog?
A
Met de inname van Tsjecho-Slowakije in 1938
B
Met de inval in Polen in 1939
C
Direct na de Eerste Wereldoorlog als Duitsland zich niet neerlegt bij het Verdrag van Versailles
Slide 17 - Quiz
Op 10 mei 1940 trekken Duitse soldaten de Nederlandse grens over. Er wordt heftig gevochten bij de Grebbeberg. Om Nederland tot overgave te dwingen, bombardeert de Duitse luchtmacht een Nederlandse stad. Welke stad wordt platgebombardeerd?
A
Amsterdam
B
Rotterdam
C
Arhnem
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Vidéo
Het leven van Joden wordt steeds meer ingeperkt. Vanaf 1942 worden zij ook opgepakt en geïnterneerd en vermoord in concentratiekampen. Voor welke religieuze groep geldt dit naast Joden nog meer?
A
Protestanten
B
Jehova's getuigen
C
Gereformeerden
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Vidéo
De Nederlandse Nationaal Socialistische Beweging (NSB) steunt de strijd van Hitler en helpt de bezetter. Wie is de leider van de NSB?
A
Anton Mussert
B
Willy Lages
C
Joseph Goebels
Slide 22 - Quiz
Er zijn ook veel Nederlanders die zich afzetten tegen de bezetter. Ze zijn lid van het verzet. Een kleine actie van verzet was ‘OZO’ op muren schrijven. Waar staat OZO voor?
A
Oranje zal overwinnen
B
Overwinnaars zijn oranje
C
Oorlog zal overgaan
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Vidéo
Op 6 juni 1944 begint invasie van de geallieerden. Het is D-day! Onder andere Britse, Canadese en Amerikaanse troepen landen op de stranden van Normandië. Wat is de officiële naam van deze operatie?
A
Operatie Walküre
B
Operatie Market Garden
C
Operatie Overlord
Slide 25 - Quiz
Het rode leger (de Sovjet-Unie) bevrijdt veel concentratie- en vernietigingskampen waaronder Auschwitz. Een ander kamp waar veel Nederlanders zijn omgebracht kon niet bevrijd worden. Het is twee jaar eerder al gesloten. Hoe heette dit kamp?
A
Sobibor
B
Westerbork
C
Bergen-Belsen
Slide 26 - Quiz
Op 5 mei 1945 wordt Nederland bevrijd. Maar de Tweede Wereldoorlog is dan nog niet voorbij. Met welke gebeurtenis komt de oorlog ten einde?
A
Met de inval van twee atoombommen op Japan
B
Met de zelfmoord van Adolf Hitler
C
Met de bevrijding van Berlijn door het Rode Leger
Slide 27 - Quiz
Ter herdenking van de Tweede Wereldoorlog, worden elk jaar op 4 mei de oorlogsslachtoffers herdacht op de Dam in Amsterdam. Ook op de Waalsdorpervlakte wordt een herdenking gehouden. Wat is er op deze plek gebeurd in de oorlog?
A
Hier stond een concentratiekamp
B
Hier worden verschillende verzetslieden neergeschoten
C
Hier vond een parachutedropping plaats, maar alle parachutisten zijn onmiddellijk neergeschoten
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Vidéo
Slide 30 - Diapositive
Het racisme van de nazi's
Lees de leerstof op blz. 56
Wat betekent antisemitisme?
Hoe heet het onderscheid maken tussen rassen?
Hoe heet het als je mensen ongelijk behandeld met kwade bedoelingen?