column

Column
I

In deze les leer je wat een  column is en wat de 
kenmerken van een column zijn.
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Column
I

In deze les leer je wat een  column is en wat de 
kenmerken van een column zijn.

Slide 1 - Diapositive

We herhalen

...wat een column is en welke kenmerken een column heeft.

Slide 2 - Diapositive

Dit is een column.Helaas is het te klein om te lezen. Wat valt jou op aan hoe de tekst is vormgegeven? 

Slide 3 - Carte mentale

Hoe ziet een column eruit?
Bij een column staat vaak een foto van de schrijver. Dit komt omdat columns vaak geschreven worden door bekende figuren. Met een foto erbij weet je gelijk wie zijn mening geeft. 

Een column is meestal niet erg lang. Schrijvers schrijven vaak over actuele zaken, dus ze hebben over het algemeen niet veel tijd om een column te schrijven.
Columns zijn vaak bedoeld als amuserende, overtuigende teksten. In veel columns zijn de doelen vermengd.

Slide 4 - Diapositive

Wie schrijven columns?
Bekende Nederlanders
Sommige schrijvers beginnen een column op het moment dat ze al beroemd zijn. Er zijn veel cabaretiers  en schrijvers die een column hebben, zoals Özcan Akyol. 
Columnisten
Er zijn ook columnschrijvers die juist vooral bekend zijn van hun columns. Hiernaast zie je Angela de Jong, zij schrijft voor het AD. Ze recenseert voornamelijk films en series.
Let op de typische 'ik-ben-een columnistpose"

Slide 5 - Diapositive

Column
Daarnaast:
  • Een column komt vaak voor in een tijdschrift, krant of op een website
  • De column wordt vaak vanuit persoonlijke ervaring geschreven. De inhoud is daarom vaak moeilijk te typeren. 
  • Een columnist is in sommige gevallen een vaste wekelijkse/maandelijkse schrijver voor een blad.

Slide 6 - Diapositive

Opdracht (werk in tweetallen)
- Ieder zoekt een voorbeeld van een column op je telefoon.
- Bespreek kort de kenmerken van een column die jij hebt 
kunnen vinden in die van jou. 


timer
5:00

Slide 7 - Diapositive

Zelf schrijven
Waar let je op?

Slide 8 - Diapositive

Inhoud

- Haak in op iets wat er om je heen gebeurt. Groots, maar ook iets kleins. Invalshoek is persoonlijk.
- Houd rekening met je doelgroep. Wat vinden lezers interessant? Wat willen ze weten? Hoe zet je ze aan het denken?

Slide 9 - Diapositive

Opbouw
- Openingszin, waarmee je met de deur in huis valt: een concrete situatie, prikkelende mening, onverwacht feit.
- breng structuur aan in je column, open prikkelend en beeldend en werk in het middenstuk de kerngedachte uit.
- sluit af met een verrassende wending of een goede uitsmijter, zodat de lezer er nog over nadenkt.
- gebruik rond de 450 woorden.

Slide 10 - Diapositive

Taalgebruik
- beelden en creatief, verras je lezer!
* Beeldend synoniem- De weggehoonde kandidaat i.p.v. de afgewezen kandidaat, 
* Beeldend bijvoeglijk naamwoord- de altijd glimlachende minister i.p.v. de minister,
* Detail vergroten - Ik drentelde over de Dam aan de kant van Madame Tussaud, tussen fotograverende Japanners en goedgeklede Italianen i.p.v. Ik liep over de Dam tussen de toeristen

Slide 11 - Diapositive

Opdracht (weer in tweetallen)
- Kies één van de twee columns en bekijk de opbouw. Pakkende openingszin? Wat is de kerngedachte? Wending of uitsmijter? Blijf je er nog even over nadenken?
- Mening van de schrijver duidelijk?
- Herken je beeldend taalgebruik?


timer
5:00

Slide 12 - Diapositive

Opdracht (individueel)
Voorbereiden op het schrijven van een column. 
Par. 4.6 opd. 11 en 12

Slide 13 - Diapositive

Nu maken
- Lezen 4.2 Column
- Talent blz. 150 - 151 opdracht 8, 9, 10, 11, 12

Slide 14 - Diapositive