2.1 Waar wonen de meeste mensen?

2.1 Waar wonen de meeste mensen?
Hoofdstuk 2

1 HAVO / VWO
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2.1 Waar wonen de meeste mensen?
Hoofdstuk 2

1 HAVO / VWO

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
- toets nabespreken
- begin hoofdstuk cultuur

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het eind van de les...
  • weet je waar in de wereld dichtbevolkte en dunbevolkte gebieden zijn.
  • begrijp je waardoor de bevolkingsgroei en bevolkingsspreiding verschillen tussen gebieden.
  • kun je de bevolkingsdichtheid van een land uitrekenen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eens kijken wat jullie al weten!

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De meeste mensen wonen in de bergen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De meeste mensen wonen in laagvlaktes
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nederland is een dichtbevolkt land.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kaartanalyse
1. Wat zie je op deze kaart?

2. Wat betekenen de kleuren?

3. Wat valt je op aan de kaart?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevolkingsspreiding
Bevolkingsspreiding is de manier waarop mensen over een gebied verspreid zijn.

Aantekening

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Verenigde Staten

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevolkingsspreiding

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar wonen nu de meeste mensen?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mensen wonen:

  •  langs rivieren en de zee
  •  laag gelegen gebieden

  •  niet veel in de woestijn en in bergen
  •  gebieden met een slecht klimaat

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevolkingsdichtheid 
Bevolkingsdichtheid
Aantal inwoners per vierkante kilometer
  • Dichtbevolkte gebieden
    - hoge bevolkingsdichtheid
  • Dunbevolkte gebieden
    - lage bevolkingsdichtheid
 


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nederland

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar gaan mensen wonen?

  • Langs rivieren
  • Aan de kust
  • Lekker klimaat


Dus, goed klimaat & goed bereikbaar. 
Waar wonen minder wensen?

  • Woestijn
  • Oerwoud
  • Bergen
  • Koude gebieden

Dus, slecht klimaat & slecht bereikbaar.
Aantekening

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevolkingsdichtheid

Aantal inwoners : oppervlakte land = bevolkingsdichtheid

Aantal inwoners = 23 490 736
Oppervlakte =  7 741 220

Wat is de bevolkingsdichtheid van Australië? 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke delen van Nederland zijn het dichts bevolkt?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk deel van de Verenigde staten is het dichts bevolkt?
A
Noord
B
Oost
C
Zuid
D
West

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevolkingsgroei

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De wereldbevolking groeit!
Waarom?
1. Grote aantal geboorten 
  • Arme landen
2. Mensen worden steeds ouder
  • Rijke landen
Aantekening

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom hebben gezinnen in arme landen meer kinderen?

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoger geboortecijfer in arme landen:
1. Kinderen kunnen werken, handig als je arm bent. Maar als de ouders oud zijn kunnen ze nog steeds werken en voor je zorgen.
2. Mensen gebruiken geen/minder voorbehoedsmiddelen. Dit kan komen door armoede en/of geloof.
3. Kindersterfte is hoog: hoe meer kinderen je krijgt, hoe meer er zullen overleven.
4. Je krijgt meer aanzien (status) als je meer kinderen hebt.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoger geboortecijfer in arme landen:
1. Kinderen kunnen werken, handig als je arm bent. Maar als de ouders oud zijn kunnen ze nog steeds werken en voor je zorgen.
2. Mensen gebruiken geen/minder voorbehoedsmiddelen. Dit kan komen door armoede en/of geloof.
3. Kindersterfte is hoog: hoe meer kinderen je krijgt, hoe meer er zullen overleven.
4. Je krijgt meer aanzien (status) als je meer kinderen hebt.
Hoe zit dat dan in rijke landen?

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom overlijden er minder mensen in rijke landen?
Noem minimaal drie redenen.

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lager sterftecijfer in rijke landen:
  1. Betere levensomstandigheden -> hygiëne: riolering, waterleiding (handen wassen, schoonmaken)
  2. Betere gezondheidszorg -> ziekenhuizen, artsen, kennis, medicijnen, zorgverzekering
  3. Beter eten en gezonder leven -> kennis en geld 
Aantekening

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Levensverwachting van mannen in Rusland
Levensverwachting van mannen in Nederland
Hoe kan dit?

Slide 29 - Diapositive

Wikipedia:
As of 2013, the average life expectancy in Russia was 65.1 years for males and 76.5 years for females.[5] The average Russian life expectancy of 71.6[6] years at birth is nearly 5 years shorter than the overall average figure for the European Union, or the United States.[7]

The biggest factor contributing to this relatively low life expectancy for males is a high mortality rate among working-age males from preventable causes (e.g., alcohol poisoning, stress, smoking, traffic accidents, violent crimes)[citation needed]. Mortality among Russian men rose by 60% since 1991, four to five times higher than European average.[8]

As a result of the large difference in life expectancy between men and women, (the greatest in the world) the gender imbalance remains to this day and there are 0.859 males to every female.[9]

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen?

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even oefenen
Maak de opdrachten van paragraaf 1. 
Werk in twee/drietallen en fluister
Vragen? Steek je vinger op 
Klaar? Lees de paragraaf
timer
10:00

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 4
  •  A3, B2, C1, D4

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 5A
Wat is levensverwachting?

  •  Het gemiddeld aantal jaren dat de inwoners van een land zullen leven

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 5B
Een dorp in India krijgt bezoek van een hulporgansatie. Wat kan de hulporganisatie doen om in dat dorp de
levensverwachting te laten stijgen? 
Leg je antwoord uit.

  •  Zorgen voor een betere hygiene en betere gezondheidszorg. Doel is om meer kinderen te laten leven, dus minder sterfte. 

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 5C
1 Het aantal geboorten zal verminderen.
2 Er blijven meer jonge kinderen leven.
3 Betere hygiëne en betere medische zorg.
4 Want er worden genoeg kinderen groot om te helpen met
het werk.
5 Ouders hoeven dan niet zoveel kinderen te krijgen.

  •  3 – 2 – 5 – 4 – 1.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen behaald?
Aan het eind van de les...
  • weet je waar in de wereld dichtbevolkte en dunbevolkte gebieden zijn.
  • begrijp je waardoor de bevolkingsgroei en bevolkingsspreiding verschillen tussen gebieden.
  • kun je de bevolkingsdichtheid van een land uitrekenen.

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 6
Hieronder staan twee landen: Tsjaad en  Zweden. Vergelijk  ze voor wat betreft:
• de bevolkingsdichtheid (plus berekening);
• de bevolkingsspreiding (gebruik de windrichtingen)
• de grootte van de gezinnen en de oorzaak voor het verschil
met het andere land;
• de levensverwachting; de oorzaak van het verschil met het andere land.

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tsjaad

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zweden

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen?

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions