Interviewer: Van welke sport hou jij? (open vraag)
Vrouw: Van basketbal. Vroeger speelde ik elke week basketbal. Maar nu sport ik niet meer.
Interviewer: Waarom sport je niet meer? (= vervolgvraag)
Opdracht:
4. Stel 2 vragen aan degene die naast je zit en stel ook steeds een vervolgvraag.
(Een vervolgvraag begint meestal met een vraagwoord zoals wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.)