CVA en TIA BBL niv.3
1 / 26
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Andere gebruikte term(en) voor CVA zijn
A
Herseninfarct
B
Hersenbloeding
C
Beroerte
D
NAH
Slide 2 - Quiz
0
Slide 3 - Vidéo
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Lien
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Een CVA is een Cerebro Vasculair Accident. Met vasculair wordt bloedvaten bedoeld .
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quiz
Oorzaak van een CVA kan zijn
A
Een scheur in een bloedvat in de hersenen
B
Een te hoge lichaamstemperatuur
C
Een te hoge hartslag
D
Plaques in bloedvaten
Slide 19 - Quiz
Een plaque is een
A
Hersenziekte
B
Halfzijdige verlamming
C
Een gedeelte van de hersenen
D
Samenklontering van bloedplaatjes en vetten in een bloedvat
Slide 20 - Quiz
Op het plaatje
ontstaat een..........
ontstaat een..........
A
Herseninfarct
B
Hersenbloeding
C
Hersenplaque
D
Hersenembolie
Slide 21 - Quiz
Een herseninfarct ontstaat doordat
A
Een bloedpropje een bloedvat in de hersenen afsluit
B
Een kwalitatief slecht bloedvat springt open
C
Een los bloedpropje wat
vastloopt in een bloedvat in de hersenen
D
Er een circulatiestilstand is ontstaan
Slide 22 - Quiz
Bij een TIA ( Transient Ischemic Attack) verdwijnen alle symptomen binnen 24 uur en zijn er geen restverschijnselen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quiz
0
