Thema 1 les 2

• Maatschappijleer
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Terugblik vorige les

Vrijheid

en 

Kwetsen

Wat betekent "vrijheid"?

1. je mag geen eigen keuzes maken
2. je doet maar iets
3. geen rekening houden met anderen
4. Je kunt eigen keuzes maken

Wat is geen vrijheid?

1. Zelf een opleiding mogen kiezen
2. Ouders die vertellen met wie je om mag gaan
3. Zelf kiezen wat je eet
4. Niet met de fiets mogen gaan van ouders

Wat is kwetsen?

1. Iets zeggen of doen zodat een ander verdriet heeft
2. een grapje met iemand uithalen
3. Het zelfde als pesten
4. rekening houden met andere

1. Kiezen

les 1: Vrijheid

les 2: Rechten en plichten

les 3: Respect

les 4: Invloed

les 5: Herhaling

Uitleg

Rechten: Alles wat je mag doen of hebben.

Plichten: Alle dingen die je moet doen. 

Jij als Stagiair hebt ook rechten en plichten.

1. Waar
2. Niet waar

recht of plicht?

Stemmen is een...

1. recht
2. plicht

Iets wat je moet doen...

1. mening
2. recht
3. plicht
4. vrijheid

Op tijd op school komen is..

1. recht
2. plicht

Kiezen hoe je er uit ziet is een...

1. recht
2. plicht

Stoppen voor een rood stoplicht is een....

1. recht
2. plicht

Als kind naar school gaan is ...

1. recht
2. plicht

Opdracht

Maak opdracht 1 en 2 op blz 18 t/m 21.

Werk samen met een klasgenoot.

Uitleg

Mensenrechten:

Rechten die voor alle mensen op de wereld gelden.

Wat is een voorbeeld van een mensenrecht?

1. Het recht om een auto te bezitten.
2. Het recht om elk jaar op vakantie te gaan.
3. Het recht om voor je mening uit te komen.
4. Het recht op een baan waar je veel geld mee verdient.

Wat is geen mensenrecht?

1. Je mag harder rijden als je haast hebt.
2. Je mag zelf beslissen met wie je trouwt.
3. Je mag je eigen godsdienst kiezen.
4. Je mag stemmen tijdens de verkiezingen.

Welk mensenrecht vind je het belangrijkste?

1. Je hebt het recht om bij een geloof te horen.
2. Je hebt het recht om hulp van de regering.
3. Iedereen heeft recht op onderwijs.
4. Je mag reizen naar waar je wilt.

Welk mensenrecht vind je het minst belangrijk?

1. Iedereen heeft recht op onderwijs.
2. Je hebt het recht om te zeggen wat je vindt.
3. Niemand mag jou uit je land zetten.
4. Volwassenen hebben het recht om te trouwen en een gezin te maken.

Wat zijn mensenrechten

1. Rechten voor speciale mensen
2. Rechten voor alle mensen van NL
3. Rechten die voor alle mensen op de wereld gelden
4. Rechten speciaal alleen voor kinderen.

Wat is NIET waar over mensenrechten?

1. Mensenrechten zijn er overal
2. Mensenrechten zijn wat je mag doen als mens
3. Niet ieder land heeft dezelfde mensenrechten
4. Mensenrechten zijn in alle landen hetzelfde

Opdracht

Maak opdracht 3 op blz 21 t/m 22.

Gebruik hele zinnen en leg uit wat je bedoelt!

Evaluatie

Ik ken de begrippen:

• mensenrechten
• plichten
• rechten