Grootheden en eenheden

Grootheden en eenheden
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grootheden en eenheden

Slide 1 - Diapositive

Weet je het nog?
Wat is het verschil tussen
schatten en meten?

Slide 2 - Carte mentale

Grootheden en eenheden
Nu volgen er een paar vragen over grootheden en eenheden.
Hoort het woord bij een grootheid of bij een eenheid?

Slide 3 - Diapositive

Snelheid
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 4 - Quiz

Kilometer
A
grootheid
B
eenheid

Slide 5 - Quiz

kilogram
A
grootheid
B
eenheid

Slide 6 - Quiz

Wat je meet = grootheid
Waarin je het meet  = eenheid
grootheid
eenheid
lengte
meter
massa
gram
tijd
uur
volume
liter
temperatuur
graden Celsius

Slide 7 - Diapositive

Leerdoel
Je leert hoe je de verschillende eenheden om moet rekenen. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Lengte maten

Slide 10 - Diapositive

Lengte maten

Slide 11 - Diapositive

Lengte maten

Slide 12 - Diapositive

Lengte maten
1 dm  = ... cm


5 hm = ... km

Slide 13 - Diapositive

Lengte maten
1 dm  = ... cm 
1 x 10 = 10

5 hm = ... km



Slide 14 - Diapositive

Lengte maten
1 dm  = 10 cm 
1 x 10 = 10

5 hm = ... km



Slide 15 - Diapositive

Lengte maten
1 dm  = 10 cm 
1 x 10 = 10

5 hm = ... km
5 : 10 = 



Slide 16 - Diapositive

Lengte maten
1 dm  = 10 cm 
1 x 10 = 10

5 hm = ... km
5 : 10 = 0,5



Slide 17 - Diapositive

Lengte maten
1 dm  = 10 cm 
1 x 10 = 10

5 hm = 0,5 km
5 : 10 = 0,5



Slide 18 - Diapositive

Lengte maten
1 dm  = 10 cm 
1 x 10 = 10

5 hm = 0,5 km
5 : 10 = 0,5

14 m = ... cm


Slide 19 - Diapositive

Lengte maten
1 dm  = 10 cm 
1 x 10 = 10

5 hm = 0,5 km
5 : 10 = 0,5

14 m = .... cm
14 x 10 x 10 =




Slide 20 - Diapositive

Lengte maten
1 dm  = 10 cm 
1 x 10 = 10

5 hm = 0,5 km
5 : 10 = 0,5

14 m = .... cm
14 x 10 x 10 = 1400 



Slide 21 - Diapositive

Lengte maten
1 dm  = 10 cm 
1 x 10 = 10

5 hm = 0,5 km
5 : 10 = 0,5

14 m = 1400 cm
14 x 10 x 10 = 1400 



Slide 22 - Diapositive

Lengte maten
1 dm  = ... cm 
1 x 10 = 

5 hm = ... km



Slide 23 - Diapositive

Reken om.
100 meter =
A
1000 dm
B
10000 dm
C
10 dm
D
1 dm

Slide 24 - Quiz

Reken om.
10 dm =
A
1 meter
B
100 meter
C
0,1 meter
D
1000 meter

Slide 25 - Quiz

Reken om.
1 km =
A
10 meter
B
100 meter
C
1000 meter
D
10000 meter

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

Wat valt je op aan de stapjes als je die vergelijkt met de stapjes van de lengtematen?

Slide 28 - Carte mentale

Slide 29 - Diapositive

Reken om:
1 g= ... mg
A
100
B
1 000
C
1 000 000
D
0,001

Slide 30 - Quiz

Reken om:
5 kg= ... g
A
500
B
5000
C
5
D
0,005

Slide 31 - Quiz

Reken om:
1000 mg= ... g
A
100
B
1 000
C
1
D
0,001

Slide 32 - Quiz

Nu proberen we hetzelfde trucje met een onbekende eenheid..

Slide 33 - Diapositive

Reken om:
1000 J = ... kJ
A
1
B
100
C
0,001
D
10

Slide 34 - Quiz

Reken om:
1 kN = ... N
A
10
B
100
C
0,001
D
1000

Slide 35 - Quiz

Reken om:
1000 mV = ... V
A
100
B
10
C
1
D
0,1

Slide 36 - Quiz

De eenheid kun je vervangen door een andere eenheid, de manier van omrekenen blijft gelijk!

Slide 37 - Diapositive

Zelf aan de slag
Maak de oefeningen van het stencil.

Slide 38 - Diapositive