Sanitair Schoonmaken

Sanitair schoonmaken
Tijdens deze les leren over het sanitair en hoe we dit moeten onderhouden.
  • we leren wat sanitair is
  • we leren hoe we sanitair kunnen schoonmaken
  • we leren wat we kunnen gebruiken om het sanitair schoon te maken
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Sanitair schoonmaken
Tijdens deze les leren over het sanitair en hoe we dit moeten onderhouden.
  • we leren wat sanitair is
  • we leren hoe we sanitair kunnen schoonmaken
  • we leren wat we kunnen gebruiken om het sanitair schoon te maken

Slide 1 - Diapositive

Sanitair

Slide 2 - Carte mentale

Sanitair schoonmaken
Schoon sanitair is heel belangrijk voor de gezondheid. In een toilet zitten veel micro-organismen. In een badkamer kunnen micro-organismen zich makkelijk verspreiden. Dat komt omdat een badkamer warm en vochtig is. Micro-organismen kunnen op zo'n plek goed groeien en vermenigvuldigen. Daarom is het belangrijk dat je hygiënisch werkt.

Slide 3 - Diapositive

Wat zit er in een toilet?
A
micro-wezens
B
micro-dingens
C
micro-organismen
D
micro-bacteriën

Slide 4 - Quiz

Hygiënisch werken
  • werk altijd van schoon naar vuil
  • spoel je werkdoekje regelmatig uit, neem een schone als dat nodig is
  • zorg er voor dat vuil en schoon niet met elkaar in aanraking komen
  • gebruik geen vuile doek voor iets dat al schoon is
  • gooi vuil water in de wc, gooi het nooit in een schone wastafel, bad of douche
  • maak de badkamer regelmatig schoon, bijvoorbeeld elke week of om de week 

Slide 5 - Diapositive

Je werkt altijd van.....
A
schoon naar vuil
B
vuil naar schoon

Slide 6 - Quiz

Vuil water gooi je in .......?
A
de douche
B
het bad
C
de wastafel
D
de wc

Slide 7 - Quiz

Wij hebben thuis:
bad
douche
bad & douche

Slide 8 - Sondage

Werken in de juiste volgorde
Als je de badkamer gaat schoonmaken moet je dit in de juiste volgorde doen.
Je werkt altijd van schoon naar  vuil.
Maak eerst een sopje van water en allesreiniger en gebruik een werkdoekje.
  1. maak eerst de deur en de tegelwanden schoon
  2. maak dan de spiegels en de meubels schoon
  3. maak de wastafel schoon
  4. maak het bad en/of de douche schoon
  5. maak de vloer schoon
    eerst stofzuig je de vloer en daarna ga je moppen

Slide 9 - Diapositive

Wat doe je als aller eerste als je gaat schoonmaken?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de eerste stap bij het schoonmaken?
A
maak de wastafel schoon
B
maak het bad en/of de douche schoon
C
maak eerst de deur en de tegelwanden schoon
D
maak dan de spiegels en de meubels schoon

Slide 11 - Quiz

Wat is de derde stap bij het schoonmaken?
A
maak de vloer schoon
B
maak eerst de deur en de tegelwanden schoon
C
maak het bad en/of de douche schoon
D
maak de wastafel schoon

Slide 12 - Quiz

Meubels en spiegel schoonmaken
Een badkamermeubel is een kast waar handdoeken en andere spullen in zitten. Of het is een kastje waar de wastafel is in gebouwd. Als er spulletjes op staan, dan haal je die er af voordat je gaat schoonmaken.
Je maakt de badkamermeubels schoon met water en een reinigingsmiddel. Je werkt altijd van boven naar beneden. Ben je klaar met schoonmaken? Zet je spulletjes dan netjes terug. 
De spiegel in de badkamer kan je schoonmaken met water, een spons en een zeem. Je kunt ook glasreinigingsmiddel gebruiken. Dat spuit je dan op de spiegel en wrijf je uit met een doek.

Slide 13 - Diapositive

Waar maak je de badkamermeubels mee schoon?

Slide 14 - Question ouverte

Deel een foto van je wastafel in de badkamer.

Slide 15 - Question ouverte

Wat kan je gebruiken om spiegels mee schoon te maken?
A
water, spons, zeem, allesreiniger
B
water, spons, zeem, glasreiniger

Slide 16 - Quiz

Wastafel schoonmaken
Een wastafel moet je regelmatig schoonmaken. Bijvoorbeeld 1 keer per week. Je maakt de wastafel schoon met water en allesreiniger. Kalkaanslag kun je verwijderen met schoonmaak azijn. Er zijn ook speciale middelen om kalkaanslag te verwijderen.

Slide 17 - Diapositive

Waar kan je kalkaanslag mee verwijderen?
A
schoonmaak olie
B
schoonmaak azijn
C
allesreiniger
D
schoonmaak middel

Slide 18 - Quiz

Spiegel en plankjes
Bij het schoonmaken van de wastafel werk je van boven naar beneden. Daarom maak je eerst de spiegel schoon. Daarna het plankje boven de wastafel. Haal alle spullen er af en maak het plankje schoon.

Slide 19 - Diapositive

Waarom haal je alle spullen van het plankje af?

Slide 20 - Question ouverte

de kraan
Ga verder met de kraan. Op de kraan kunnen witte randjes zitten. Dat is kalkaanslag. Kalk zit in het water, overal waar je water gebruikt ontstaat kalkaanslag. Kalkaanslag verwijder je met schoonmaakazijn. Dat moet wel even inwerken.
Je kan bijvoorbeeld de doek met azijn om de kraan heen wikkelen en die een half uur laten zitten. 
Er zijn ook speciale middelen om kalkaanslag te verwijderen. Die spuit je op de randjes met kalkaanslag en laat je even inwerken.
Maak de kraan daarna schoon met warm water. Wrijf de kraan op met een droog doekje, dan gaat hij mooi glimmen.

Slide 21 - Diapositive

Hoe lang laat je de doek met schoonmaakazijn om de kraan zitten?
A
half uur
B
uur
C
3 minuten
D
twee uur

Slide 22 - Quiz

Waarom wrijf je de kraan op met een droge doek?
A
dan wordt hij extra schoon
B
dan gaat hij mooi glimmen
C
dan wordt hij dof
D
dan verwijder je de kalkaanslag

Slide 23 - Quiz

Het putje
In het putje van de wastafel kunnen haren zitten. Die kunnen de afvoer verstoppen. Verwijder de haren eerst met een stukje papier, half af en toe de stop er helemaal uit en maak hem schoon. Daarna maak je de wastafel helemaal schoon met het sopje.

Slide 24 - Diapositive

Waarmee maak je een sopje als je de wastafel gaat schoonmaken?
A
allesreiniger
B
schoonmaakazijn
C
glasreiniger
D
afwasmiddel

Slide 25 - Quiz

Maak een foto waarop alles te zien is wat je nodig hebt om de wastafel schoon te maken

Slide 26 - Question ouverte

Bad en douche schoonmaken
Haal met een stukje papier de haren uit de afvoer van het bad en/of het putje in de douche. Haal af en de stop van het bad er uit en maak deze schoon.
Maak de buitenkant van het bad en/of de douche schoon met een sopje. Op de kranen van het bad en/of de douche kan kalkaanslag zitten, dit moet je verwijderen. Doe dit met schoonmaakzijn of speciaal middel. Daarna wrijf je de kranen op met een droge doek.
Maak dan de binnenkant van het bad en/of de douche schoon met een sopje. Spoel de binnenkant na met schoon water en maak het droog met een doekje en/of de trekker.

Slide 27 - Diapositive

Als je de badkamer schoonmaakt, moet je altijd de afvoer van het bad of de douche er uit halen?
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Je maakt de eerst de binnenkant van het bad schoon en dan de buitenkant.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

De binnenkant van het bad of de douche spoel je na met schoon water.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

Deel een foto van het schoonmaakmiddel dat jullie gebruiken voor in het toilet

Slide 31 - Question ouverte

Toilet schoonmaken
Maak het toilet een paar keer per week schoon. Zo voorkom je dat mensen ziek worden. Het toilet maak je schoon met water en een reinigingsmiddel.
  1. spuit eerst het reinigingsmiddel aan de binnenkant van de toilet pot
  2. borstel de binnenkant van de toiletpot schoon met de toiletborstel. Borstel ook onder de rand
  3. maak met een doekje de bril schoon
  4. maak met een doekje de buitenkant van de toiletpot schoon
  5. spoel het toilet door en haal de borstel er nog een keer doorheen

Slide 32 - Diapositive

Hoe vaak maak je het toilet schoon?
A
1 keer per week
B
paar keer per week
C
paar keer per maand
D
1 keer per maand

Slide 33 - Quiz

wastafel
spiegel
toilet
allesreiniger
glasreiniger
chloor

Slide 34 - Question de remorquage

Aan de slag
Je krijgt van mij nu een opdracht die je zelf gaat maken en vandaag voor 12.10 moet inleveren. Hier krijg je een cijfer voor.
  1. schrijf alle producten op die je nodig hebt om de wastafel schoon te maken.
  2. schrijf alle producten op die je nodig hebt om de wc schoon te maken.
  3. schrijf alle producten op die je nodig hebt om de douche of het bad schoon te maken. schrijf ook de werkvolgorde op.
  4. op de kraan zit heel veel kalk. Wat gebruik je om hem schoon te maken en hoe je zorg je er voor dat hij gaat glimmen?

    mail dit naar a.jansen@arentheemcollege.nl of stuur het via de chat in teams.

Slide 35 - Diapositive