3e les Th2a: bandinstr, gitaar op 1 snaar
1 / 26
La durée de la leçon est: 70 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Slide 4 - Diapositive
Brugzadel
Stemmechanieken
Frets
Topkam
Klankgat
Brug
Slide 5 - Question de remorquage
Wat is het ezelsbruggetje voor de snaren?
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Hoe heet de houten plank waar de gitaar van gemaakt is?
A
de kast
B
het lichaam
C
de body
D
de doos
Slide 8 - Quiz
Welke snaar geeft de laagste toon?
(meer antwoorden)
(meer antwoorden)
A
de bovenste
B
de onderste
C
de dunste
D
de dikste
Slide 9 - Quiz
Met welke hand bepaal je de toonhoogte van een snaar?
A
met de rechterhand
B
met de linkerhand
Slide 10 - Quiz
Welke snaar is de derde van boven?
A
A
B
D
C
G
D
B
Slide 11 - Quiz
De namen van de 6 snaren zijn
A
E - G - B - D - F - A
B
E - A - D - G - B - E
C
C - G - B - D - G - C
D
A - F - D - B - G - A
Slide 12 - Quiz
wat betekent een losse snaar?
A
dat hij vastgedraaid moet worden
B
dat hij gestemd moet worden
C
Dat er met de linkerhand niet op gedrukt wordt
D
dat alleen die snaar wordt aangeslagen
Slide 13 - Quiz
Hoe geef je aan dat je een snaar los moet spelen?
A
met een 0
B
met een 1
C
met een 2
D
met een 3
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Vidéo
De cijfers in de tablatuur geven aan..
A
Welke snaar je moet spelen
B
Met welke vinger je de snaar moet spelen
C
Hoe lang de noot duurt
D
In welk vakje je je vinger moet zetten
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
De onderdelen van de gitaar
Slide 20 - Carte mentale
vond je gitaar spelen leuk?
A
Ja
B
Nee
