Oefenen voor de toets - verslagleggen

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 1,2

natschool.rocvantwente.nl

Wat vind je in deze les?

• De onderdelen: tekstvorm, afstemmen op publiek en lay-out worden getoetst.
• Tijdens de toets mag je de site erbij gebruiken.
• Bookmark de site dus in je browser (Microsoft Edge).
• In deze les vind je vragen zoals je die krijgt in de toets verslagleggen. 
• Weet je een antwoord niet, dan kun je de theorie terugvinden in een van de vier lessen over verslagleggen.

Uit welke drie delen bestaat elk verslag?

Hoe herken je de afbreekcriteria?

(er zijn meerdere antwoorden goed)

1. Ze hebben een afwijkende kleur
2. Ze zijn rood gekleurd
3. Ze hebben een steretje
4. De docent heeft ze aangekruist

"Een format is een bepaald document dat als voorbeeld dient. ... Dit document kan bijvoorbeeld een brief, folder, formulier, memo, etiket of uitnodiging in het programma Word zijn.
Een format is gemakkelijk omdat het een leidraad is bij de indeling."

Klopt dit?

1. ja
2. nee

Noem (vier kenmerken van) een
betrouwbare site.

info 'Betrouwbare bronnen'

Waarom kun je Wikipedia niet als (betrouwbare) bron gebruiken?

Welke vragen stel je om te kijken of een bron betrouwbaar is?

Social media zijn betrouwbare bronnen

1. waar
2. niet waar

Welk van deze bronnen is het MINST betrouwbaar?

1. Volkskrant
2. NRC
3. De Telegraaf
4. NOS journaal

Door naar de bronnen van een tekst te kijken, kan je beoordelen hoe betrouwbaar de tekst of film is

1. juist
2. onjuist

Dit kun je bewijzen met bronnen: een ...

1. feit
2. mening/ standpunt
3. argument

Bronnen van voor 2010 zijn niet meer actueel en kan je beter niet gebruiken.

1. waar
2. niet waar

Goede bronnen zijn subjectief

1. Juist
2. Onjuist

Welk van onderstaande bronnen is het meest betrouwbaar?

1. Schoolboek
2. Scholieren.com
3. Weekblad Story
4. Facebook

Hoe kun je een verslag aantrekkelijk maken?

Correctheid:
Wat wordt verstaan onder een correct verslag?

Hoe zorg je ervoor dat je zo min mogelijk spelling en grammaticale fouten maakt?

Duidelijkheid:
Hoe zorg je ervoor dat je verslag duidelijk is?

1. Je zet de spelling- en grammaticacontrole aan.
2. Je schrijft zo concreet mogelijk.
3. Je maakt korte, enkelvoudige zinnen.

Efficiëntie:
Wat wordt bedoeld met: gebruik zo weinig mogelijk woorden?

Efficiëntie:
Schrijf efficiënt, gebruik zo weinig mogelijk woorden in je verslag. Hoe doe je dat?

Er zijn meer antwoorden goed

1. Schrijf concreet.
2. Herhaal informatie zo min mogelijk.
3. Schrijf in hapklare brokken, dat is prettig voor de lezer.

Wat zijn overbodige woorden, opvulwoorden?



Er zijn meerdere antwoorden goed.

Schrijven is schrappen: let op overbodige woorden

1. Woorden die je weg kunt laten.
2. Woorden die (eigenlijk) niets toevoegen aan een tekst.
3. Woorden die niet zeggen wat je bedoelt.
4. Woorden waarmee je je tekst opvult.

Gepastheid:
Waar houd je rekening mee als je je verslag schrijft?

Welk antwoord vat het het beste samen?

1. Wat nette woorden zijn.
2. Geen vieze woorden gebruiken.
3. Schrijf professioneel, objectief en zakelijk
4. Houd rekening met wie de lezer is.

Welk taalgebruik is het meest professioneel, objectief en zakelijk?

1. Aysa is een leuke leerling.
2. We hebben in de kring gezeten en een gesprek gevoerd.
3. Mijn praktijkopleider leert mij hoe ik mijn lesvoorbereiding moet invullen.
4. De meester zegt dat de kinderen moeten luisteren.

Welke woorden zijn voorbeelden van vaktaalwoorden / professioneel taalgebruik?

1. whitebord
2. teller en noemer
3. hoofdgedachte
4. argumenten

Hoe kun je een objectief en zakelijk verslag, prettig leesbaar houden maar toch een 'eigen tintje' eraan geven?

opmaakstijlen

Waarom is dit een belangrijke tekst?

Waarom, denk je, worden bepaalde lettertypes voorgeschreven?

1. Anders is het beeld misschien erg onrustig voor de lezer.
2. Misschien kies je anders onleesbare lettertypes.
3. Sommige lettertypes zijn niet mooi voor een verslag.
4. Sommige lettertypes passen het best bij een zakelijke schrijfstijl.

Welk van de verplichte lettertypes gebruik jij meestal?

De opmaak van afbeeldingen

De volgende vragen hebben betrekking op het filmpjes van de vorige dia: 'De opmaak van afbeeldingen'.

Geef een voorbeeld van wat je kunt veranderen met 'Invoegopties' en wat dat betekent voor je plaatje/tekst.

Waar én hoe kun je de opmaak van een afbeelding naar je eigen stijl aanpassen, zodat je verslag een 'eigen tintje' krijgt?

Consequent stijlgebruik in je verslagen

De volgende vragen hebben betrekking op het filmpjes van de vorige dia: 'Consequent stijlgebruik in je verslagen'.

Stijlen met de naam 'Kop' kunnen gebruikt worden voor titels op de verschillende niveaus.

(Als je op het plaatje klikt, wordt het groter.)

1. Waar
2. Niet waar

Wat is een 'stijl'?

Wat gebeurt hier?

(Als je op het plaatje klikt, wordt het groter.)

Moet je altijd elke kop altijd apart aanpassen in je verslag/werkstuk als je je titels, bijvoorbeeld, een zelfgekozen kleurtje te geven?

Hier begint de video precies waar het antwoord staat: 

1. Ja. Het is even werk, maar wordt wel netjes.
2. Nee, ik kan een 'directe opmaak' per kop gebruiken.
3. Nee, ik kan een kop bijwerken om die met een geselecteerde kop overeen te laten komen.

De indeling in hoofdstukken en paragrafen

De volgende vragen hebben betrekking op het filmpjes van de vorige dia: 'De indeling in hoofdstukken en paragrafen'.

Wat gebeurt hier?
Heel handig!!

(Het plaatje wordt groot als je erop klikt)

Bij welk nummer kun je
een lijst met meerdere niveaus maken?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Titelpsgina aanmaken

Werkstuk voorwoord schrijven

(automatische) inhoudsopgave maken

Hoe schrijf je de inleiding?

Het nawoord.

De bronvermelding in SCRIBBR

Voorbeeld: alleen toegankelijk voor docenten