Thema 1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

WELKOM TERUG!

Doel van les 1: 

In deze les leer je:

• wat vrijheid is 
• wat met vrijheid van meningsuiting wordt bedoeld
• het verschil tussen feit en  mening
• wat kwetsen betekent

Vrijheid?

Vrijheid van meningsuiting

Feit en mening?

Kwetsen?

Elke dag maak je keuzes

Welke keuzes heb je vandaag allemaal gemaakt?

Je maakt elke dag keuzes. Je kiest bijvoorbeeld met wie je afspreekt, wat je aantrekt en wat je eet.

Laat de leerlingen nadenken over de keuzes die zij tot nu toe hebben gemaakt en bespreek het klassikaal.

Dilemma - moeilijke keuze

je moet kiezen.....

OF

Tandpasta gemaakt van chilipepers OF … toiletpapier van schuurpapier?

OF

Kies je een extra been OF … een derde arm?

Zou je liever geboren worden met de slurf van een olifant OF … met de nek van een giraf?

Welke dingen kan je niet kiezen

rechten & plichten 

RECHT

Een recht is iets wat je mag doen of mag hebben.

PLICHT

Een plicht is iets wat je moet doen.

In deze les leer je

• Dat je rechten hebt
• Dat je plichten hebt
• Wat mensenrechten zijn

De wet

In wetten is bepaald wat verboden is. 

In de wet staan de belangrijkste rechten en plichten. 

Rechten en plichten

• Rechten: alles wat je mag
• Plichten: 

Rechten en plichten

• Rechten: alles wat je mag
• Plichten:  alles wat je moet

Rechten en plichten

• Rechten: alles wat je mag
• Plichten: alles wat je moet

Vind je dat je naar deze les moet komen (een plicht) of dat je naar de les mag komen (een recht).

Plichten

Wat je moet:

- naar school gaan

- aan de verkeersregels houden

Rechten

Wat je wel mag:

- je mening geven

- zelf bepalen wat voor kleding je aantrekt.

Stel je voor dat alles mag.......

Als niemand rechten en plichten zou hebben.

Een recht is

1. iets wat je moet
2. iets wat je mag

Een plicht is

1. Iets wat je mag
2. Iets wat je moet

Rechten

Plichten

Het recht om naar school te gaan

Recht op een uitkering - geld als je even geen werk hebt

Het recht op bescherming van je spullen

Het recht op bescherming van je vrijheid

Plicht om belasting te betalen

Leerplicht - je moet naar school

Plicht de politie te gehoorzamen - doen wat te politie zegt

Plicht om spullen van de ander niet kapot te maken of te stelen

Mensenrechten

Rechten die voor alle mensen op de wereld gelden

Er zijn 30 mensenrechten beschreven in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

Bekijk het filmpje en schrijf mee

Welke mensenrechten worden er in het filmpje genoemd

Wat maakt een mens gelukkig?

Volgende week Toets! 

Oefenen met opdracht les 1:  

1a, 2a, 2b, 2c, 2d en 2e

Oefenen met opdracht les 2: 

3a, 3b, 3c, 3d, 3e en 3f

Les 1

Wat is geen mensenrecht?

1. Je mag harder rijden als je haast hebt.
2. Je mag zelf beslissen met wie je trouwt.
3. Je mag je eigen godsdienst kiezen.
4. Je mag stemmen tijdens de verkiezingen.

Wat is een voorbeeld van een mensenrecht?

1. Het recht om een auto te bezitten
2. Het recht om elk jaar op vakantie te gaan
3. Het recht om voor je mening uit te komen
4. Het recht op een baan waar je veel geld mee verdient

Kinderen in Nederland gaan naar school.
Dit is een:

1. Recht.
2. Plicht.
3. Een recht en een plicht.
4. Geen recht en geen plicht.

Schrijf achter de zin het juiste woord op.
Iets dat je mag doen of hebben:(plicht/recht/mensenrechten/vrijheid)

Schrijf achter de zin het juiste woord op.
De rechten die alle mensen hebben:(plicht/recht/mensenrechten/vrijheid)

Schrijf achter de zin het juiste woord op.
Je eigen keuzes kunnen maken:(plicht/recht/mensenrechten/vrijheid)

Schrijf achter de zin het juiste woord op.
Iets dat je moet doen:(plicht/recht/mensenrechten/vrijheid)

Tiffany is net achttien geworden ze heeft nu meer..........
Vul het meest juiste woord in.

1. rechten
2. plichten
3. vrijheid
4. tijd

Wat is een voorbeeld van een plicht?

1. Bean moet haar huiswerk maken.
2. Ellen kan een nieuwe tv kopen.
3. Djamila mag zelf weten hoe laat zij naar bed gaat.

Wat is een mening?

1. Bloed is rood
2. Een jaar heeft 12 maanden.
3. Nederlandse muziek is saai.

Wanneer heb je veel vrijheid?

1. Als je rekening houdt met andere mensen.
2. Als je veel plichten hebt.
3. Als je je eigen keuzes kunt maken.

Waar is het recht op onderwijs een voorbeeld van?

1. Een mensenplicht.
2. Een mensenrecht.
3. Een mening

Vuilnisbakken omtrappen is een voorbeeld van:

1. Respect.
2. Asociaal gedrag.
3. Vrijheid van meningsuiting.

Vul het juiste woord in:
Je hebt...........op pauze als je werkt.

1. plicht
2. recht
3. vrijheid

Kies het juiste woord:
Rechten die voor alle mensen op de wereld gelden.

1. Vrijheid van meningsuiting.
2. Kinderrechten.
3. Mensenrechten.

Aya vindt thuis werken heel fijn.
Dit is een voorbeeld van een:

1. Plicht
2. Recht
3. Mening