Step up 49
1 / 18
La durée de la leçon est: 17 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Write down 5 English words related to crime.
Slide 2 - Carte mentale
Innocence
A
onschuld
B
misdaad
C
overtuigen
D
verdacht
Slide 3 - Quiz
bullet
A
beschrijven
B
kogel
C
inbreker
D
dreigen
Slide 4 - Quiz
suspect
A
moord
B
doorzoeken
C
plegen
D
verdachte
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Vidéo
Wat is zijn leeftijd?
Slide 7 - Question ouverte
Wat heeft de verdachte gedaan?
A
Robbery
B
Kidnap
C
Set something on fire
Slide 8 - Quiz
Wat voor een werk wou hij gaan doen?
Slide 9 - Question ouverte
hostage
A
plegen
B
misdaad
C
gijzelaar
D
kapen
Slide 10 - Quiz
to hijack
A
kogel
B
kapen
C
dreigen
D
inbraak
Slide 11 - Quiz
to convince
A
overtuigen
B
kraker
C
verminderen
D
dwingen
Slide 12 - Quiz
to search
A
onschuld
B
doorzoeken
C
blijken
D
ontvoeren
Slide 13 - Quiz
to kidnap
A
ontvoeren
B
kraker
C
kogel
D
moord
Slide 14 - Quiz
Write down a meaningful sentence with the word: criminal
Slide 15 - Question ouverte
Write down a meaningful sentence with the word: Burglar
Slide 16 - Question ouverte
Write down a meaningful sentence with the word: description
Slide 17 - Question ouverte
5 words you remember
