Les 4 Blessures

2.4 BLESSURES
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

2.4 BLESSURES

Slide 1 - Diapositive

Doel
Je kunt aan de hand van een verhaaltje of plaatje bepalen:
  • wat voor type blessure iemand heeft,
  • in welke spier, gewrichtsonderdeel of bot de blessure zit
  • hoe die blessure te voorkomen of genezen is

Slide 2 - Diapositive

Welke blessure heb je zelf gehad?

Slide 3 - Carte mentale

Maak een definitie voor blessure op basis van het woordweb

Slide 4 - Question ouverte

LESS 
Blessure 
  • Is een beschadiging aan je spieren, botten of gewrichten. 


Naast een blessure heb je ook spierpijn.

Slide 5 - Diapositive

Hoe krijg je een blessure?
Blessure is een beschadiging aan een bot, spier of gewricht.

Ontstaan door valpartij of door lang achter elkaar dezelfde beweging maken= overbelasting

Slide 6 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een handicap en een blessure?
A
Een blessure geneest, een handicap niet
B
Een handicap geneest, een blessure niet

Slide 7 - Quiz

Hoe kan je een blessure voorkomen?

Slide 8 - Question ouverte

Blessures

Acute blessure

- treed plotseling op


Chronische blessure

- ontstaat geleidelijk en herstel duurt vaak lang

Slide 9 - Diapositive

Blessure door vaak dezelfde beweging herhalen


Muisarm
RSI (telefoon duim)

Slide 10 - Diapositive

Blessures

Acute blessure

- treed plotseling op


Chronische blessure

- ontstaat geleidelijk en herstel duurt vaak lang

Slide 11 - Diapositive

LESS 
Blessure 
  • Is een beschadiging aan je spieren, botten of gewrichten. 


Naast een blessure heb je ook spierpijn.

Slide 12 - Diapositive

Spierblessures
Blessure, letsel bij sporten

  1. Spierpijn
  2. Spierkneuzing
  3. Spierkramp (te weinig bloed)
  4. Spierscheuring (bv zweepslag)

Slide 13 - Diapositive

Behandelen spierblessures
Spierpijn: Cooling down, hersteltraining, rustig bewegen

Kneuzing: maximaal 1 of 2 dagen 3 x per dag 15 min koelen, en rust houden.

Spierkramp: Direct stoppen, rust houden
Spierscheuring: Koelen en rust nemen

Slide 14 - Diapositive

Botbreuk
Recht zetten

Slide 15 - Diapositive

Botbreuken
• arts kan de botten zetten
• hierna komt er gips omheen
• beencellen maken extra been aan de
buitenkant van de breuk

Slide 16 - Diapositive

gewrichts blessure
- Ontwrichting
- Verstuiking
-Scheuren banden
-scheuren meniscus

Slide 17 - Diapositive

hoe voorkom  je een blessure?
  1. Bescherming
  2. Intapen
  3. Warming-up
  4. Cooling-down
  5. Goede lichaamshouding
  6. Niet overbelasten

Slide 18 - Diapositive

Welke van onderstaande keuzes is een blessure aan bot of gewricht?
A
kneuzing
B
ontwrichting
C
bloeduitstorting
D
blauwe plek

Slide 19 - Quiz

Kies het juist antwoord:
"Welke blessure moet je koelen?"
A
Bij een verzwikking
B
Bij een zweepslag
C
Bij een botbreuk

Slide 20 - Quiz

Welke blessure zie je in de afbeelding?
Let op: je ziet voor-en zij-aanzicht
A
Kneuzing
B
Botbreuk
C
Ontwrichting
D
Spierscheuring

Slide 21 - Quiz

Kies het juist antwoord:
"Bij welke blessure raken de kapselbanden beschadigd?"
A
Bij een verzwikking
B
Bij een zweepslag
C
Bij een botbreuk
D
Bij een kneuzing

Slide 22 - Quiz

Wanneer je plotseling stekende pijn in je kuit voelt en niet meer verder kan spelen, welke blessure heb je?
A
Ontwrichting
B
Botbreuk
C
Spierkramp
D
Verstuiking

Slide 23 - Quiz

Huiswerk

Lezen par 2.4 maken opdracht 3 tm 14 in het (digitale) werkboek

Slide 24 - Diapositive