Taal les 5
1 / 16
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Jonge dieren
Slide 3 - Carte mentale
Een zoogdier is een dier dat melk krijgt van zijn moeder. Noem een zoogdier
Slide 4 - Question ouverte
Sleep de juiste naam naar het goede plaatje.
Pup
Kalf
Kuiken
Kitten
Veulen
Slide 5 - Question de remorquage
Welke horen bij elkaar. Schuif de blauwe naam naar de rode het goede rode vakje.
De kip
De koe
Het paard
De hond
De kat
Pup
kitten
Kuiken
Kalf
Veulen
Slide 6 - Question de remorquage
Vul het goede woord in.
1. Zij zogen hun jongen
1. Zij zogen hun jongen
A
Beweert
B
Zogen
C
Moedermelk
D
Zoogdieren
Slide 7 - Quiz
Vul het goede woord in:
2. Een kalf drinkt?
2. Een kalf drinkt?
A
Beweert
B
Zogen
C
Moedermelk
D
Zoogdieren
Slide 8 - Quiz
Vul het goede woord in:
3. Als ze drinken dan noem je dat?
3. Als ze drinken dan noem je dat?
A
Beweert
B
Zogen
C
Moedermelk
D
Zoogdieren
Slide 9 - Quiz
Vul het goede woord in:
4. Jelle zegt dat iets zo is. Dat noem je?
4. Jelle zegt dat iets zo is. Dat noem je?
A
Beweert
B
Zogen
C
Moedermelk
D
Zoogdieren
Slide 10 - Quiz
Waar of niet waar.
Een vis ademt door zijn kieuwen.
Een vis ademt door zijn kieuwen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Waar of niet waar.
Een dierentuin is een zoo.
Een dierentuin is een zoo.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Waar of niet waar.
De juf ademt door haar kieuwen.
De juf ademt door haar kieuwen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Waar of niet waar.
Voor het hok van de leeuw zitten zoo.
Voor het hok van de leeuw zitten zoo.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Schrijf een verhaal over een pup. Je mag zelf verzinnen wat.
Het verhaal moet 5 regels lang zijn.
Het verhaal moet 5 regels lang zijn.
Slide 15 - Question ouverte
Ik vond de les:
Leuk
Stom
