Aan het eind van de les kan je op de volgende vragen antwoord geven:
- Hoe maakt een cel eiwitten met behulp van DNA en RNA? (dit kan je beantwoorden met help van de BiNaS)- Hoe vervoert een cel eiwitten binnen en buiten de cel?
Termen:
nucleïnezuren, helixstructuur, basenparing, nucleotide, enkelstrengs en dubbelstrengs DNA, chromosomen, RNA, genetische code, aminozuur, transcriptie, translatie, mRNA, triplet, codon, coderende streng, template-/matrijsstreng, startcodon, stopcodon, transportblaasjes, lysosomen, eiwitsynthese