MZVIG Omgaan met onbegrepen gedrag bij mensen met dementie

Wat vond je afgelopen week spannend om te doen maar heb je toch gedaan?
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1-4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 300 min

Éléments de cette leçon

Wat vond je afgelopen week spannend om te doen maar heb je toch gedaan?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen PESDIE

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Onbegrepen gedrag

  • Wat is onbegrepen gedrag
  • Signalen van probleemgedrag
  • Vormen van probleemgedrag
  • Waaruit komt probleemgedrag voort?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opfrissen dementie
  • Dementie en de vier meest bekende vormen ervan
  • Verloop en fases van dementie
  • Symptomen en signalen
  • Niveaus van de hersenen
  • Mantelzorgers

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dementie en meest voorkomende vormen
Verzamelnaam voor meer dan 50 ziekten, waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken en deze verstoord raakt. De beschadigingen in de hersenen verergeren waardoor steeds verdere achteruitgang in het functioneren. De vier meest bekende vormen zijn:
  • Ziekte van Alzheimer (ongeveer 60-70%)
  • Vasculaire dementie (ongeveer 15%)
  • Fronto-temporale dementie (ongeveer5-10%)
  • Lewy-body dementie (5-15%)

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verloop van dementie
Fases van dementie
Dementie verloop in een bepaalde volgorde dit overkomt je niet op eens.
  • Niet pluis gevoel
  • Diagnose
  • Leven met dementie en ondersteuning
  • Leven met dementie zorg
  • Stervensfase en nazorg

Dementie verloopt in vier stadia:

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symptomen/signalen
Mensen met dementie hebben een combinatie van symptomen: 


Geheugenstoornissen  met één of meer cognitieve stoornissen:
  • Afasie: moeite om woorden te vinden en problemen om zich uit te drukken                                    met taal
  • Apraxie: verminderd vermogen om motorische handelingen uit te voeren
  • Agnosie: onvermogen om objecten te herkennen
  • Stoornissen in uitvoerende functies : zoals rekenen, logisch nadenken, plannen

Gedragsproblemen (gaan we vandaag dieper op in)


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De 4 niveaus van de hersenen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Probleemgedrag
(Definitie Verenso)
"Probleemgedrag is gedrag dat gepaard gaat met lijdensdruk of gevaar voor de persoon met dementie of voor mensen in zijn of haar omgeving."

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Meest voorkomende gedragsproblemen

  • Psychotisch
  • Depressief
  • Angstig
  • Geagiteerd
  • Apathisch

Slide 12 - Diapositive

  • rusteloosheid
  • zorg afhouden
  • doe jij maar, is goed
  • geen zin in, weet het niet, nu even niet
  • wantrouwen, hallucinaties

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Stappenplan probleemgedrag

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energizer: maak de test

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hulpmiddelen bij het stappenplan
Er zijn verschillende hulpmiddelen bij de observatie van het gedrag, bijvoorbeeld:

- Analyseformulier zorg (GRIP) (pdf)
- Hetero anamnese zorg (Word), vragenlijst voor EVV-ers bij probleemgedrag bewoner
- Vragenlijst Inventarisatie en observatie gedragsproblematiek in Handreiking Multidisciplinair omgaan met probleemgedrag - Geeltjesmeting Thema 'Verbeteren doe je zo'
- ABCs-methode (pdf)
https://www.zorgvoorbeter.nl/probleemgedrag-ouderen/stappenplan

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Omgangstips
  • Maak contact en behoud deze. Hoe doe jij dat nou eigenlijk?


  • Biedt veiligheid. Wat vindt jij daarbij belangrijk en hoe bied jij veiligheid aan jouw zorgvragers?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het ontstaan van onbegrepen gedrag
Gedrag, dus ook onbegrepen gedrag, wordt bepaald door de interactie tussen zorgvragers en diens omgeving. Factoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van onbegrepen gedrag: 
  • Lichamelijke conditie
  • Hersenaandoening
  • Medicijngebruik
  • Psychische factoren (persoonlijkheid, omgaan met tegenslag, levensloop, stemming, omgeving

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Angst
Soms wil je zelf ook niet laten merken dat je angstig bent als een zorgvrager agressief gedrag vertoont. Verbaal lukt dit vaak wel, maar non-verbaal niet echt.

De zorgvrager weet niet wat er gaat gebeuren, dus is het zaak om zelfverzekerd over te komen. Je zult moeten proberen jouw energie die (de eigen) angst met zich meebrengt, om te zetten in (positief) handelen. 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Angst
Soms wil je zelf ook niet laten merken dat je angstig bent als een zorgvrager agressief gedrag vertoont. Verbaal lukt dit vaak wel, maar non-verbaal niet echt.

De zorgvrager weet niet wat er gaat gebeuren, dus is het zaak om zelfverzekerd over te komen. Je zult moeten proberen jouw energie die (de eigen) angst met zich meebrengt, om te zetten in (positief) handelen. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

8 kernelementen voor omgang 
met onbegrepen gedrag
  1. Tijdig signaleren van onbegrepen gedrag zodat ingegrepen kan worden voordat escalatie plaatsvindt.
  2. Een gedegen analyse maken van het gedrag met nagaan van oorzaken op lichamelijk, psychisch en sociaal terrein.
  3. Multidisciplinair werken in een team met in ieder geval verzorgende, arts en psycholoog.
  4. De oorzaak van het gedrag aanpakken en niet het gedrag zelf. 
  5. Eerst psychosociale interventies toepassen. Psychofarmaca worden alleen toegepast wanneer kan worden aangetoond dat psychosociale interventies niet (voldoende) werkzaam zijn (met uitzondering van een lichamelijke oorzaak of bij sprake van een delier of psychose).
  6. Psychofarmaca volgens de richtlijn toepassen tenzij er belangrijke redenen zijn om hiervan af te wijken.
  7. Familie en mantelzorg betrekken bij de analyse en aanpak van het probleem.
  8. Behandeling evalueren met extra aandacht voor het mogelijk staken van behandeling met psychofarmaca.




Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen
  • Aan de slag met opdracht uitwerken ziektebeeld, verzorgend redeneren en begeleidingsplan

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions