H1: De betekenis van werk - 1.1 Wat is werk?

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Planning
Start opdracht / afmaken opdracht 
Lesdoelen
instructie 
Aan het werk
Bespreken gemaakte werk

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt de definitie van werk geven.
Je weet wat de basisbehoeftes zijn en hoe deze met werk worden vervuld.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Hoe wordt de basisbehoefte 'sociale contacten' vervult door werk?

Slide 9 - Diapositive

Bij vrijwilligerswerk staat geld verdienen niet op de eerste plaats.
 
Toch kan vrijwilligerswerk heel goed andere basisbehoeften vervullen. Geef hier een voorbeeld van

Slide 10 - Diapositive

Maken van opdrachten
Wat ga je doen?  op Blz. 7 1t/m 4
blz 10/11 9t/m 11
Hoe ga je dat doen?  Eerst 5 min in stilte daar overleggen
Hulp nodig bij het maken?  Kijk in de tekst blz 6&7
Tijd: 15 min
Klaar?  Maak de begrippenlijst + samenvatting
timer
7:00

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Wat maakt werk prettig?
1. Arbeidsinhoud: wat voor werk doe je?
2. Arbeidsvoorwaarden: wat zijn de afspraken en regels?
3. Arbeidsomstandigheden: hoe ziet je werkplek eruit?
4. Arbeidsverhoudingen: met wie werk je samen

Slide 13 - Diapositive

Arbeidsinhoud
Wat je precies voor werk moet doen-> Wat je werk eigenlijk inhoudt. 
Dus werk je met je hoofd of met je handen? Werk je alleen of met anderen? Werk je met computers?
Wat bij je past, hangt af van je capaciteiten: de kennis en vaardigheden die je hebt om je werk goed te doen?

 

Slide 14 - Diapositive

Het werk dat iemand doet, hangt samen met zijn capaciteiten.
Welke capaciteiten moet een wiskundeleraar volgens jou hebben? Noem er twee.

Slide 15 - Question ouverte

Capaciteit bepaald door....
-Aanleg of talent: waar ben je goed
 in, wat vind je leuk
-Opleiding: op school je kennis en 
vaardigheden vergroten
-Werkervaring: waar je werkt of hebt
 gewerkt 
 

Slide 16 - Diapositive

Betaalde en onbetaalde arbeid
Betaalde 
arbeid
Onbetaalde arbeid
  • Wel betaald
  • Opleiding nodig (soms)
  • Voorbeelden: leerkracht of krantenbezorger
  • Niet betaald
  • Voor anderen/ Vrijwilligerswerk
  • Voorbeelden: team coachen of ouderen bezoeken

Slide 17 - Diapositive

Wat is het belangrijkste verschil tussen iemand die in loondienst werkt en iemand die werkt als zelfstandige?

Slide 18 - Question ouverte

Wit of Zwart?
  • Wit werken: je werkt met een contract en betaalt belasting.
  • Zwart werken: zonder contract en geen belasting betalen.

Voordeel zwart = > goedkoper


Nadeel: je hebt geen enkel recht, niet op vakantie, met ziekte geld,  geen verzekering. Daarnaast is het verboden.

Slide 19 - Diapositive

Verwerking

Basis H1: 1-3-4-6-8-BG en SV
Basis H2: 2-3-6-8-10-BG en SV

Kader H1: 2-3-6-7-8-10-14-17-BG en SV

DIT THEMA WEER GEWOON IN JE WERKBOEK WERKEN! VOLGENDE WEEK LES IN DE KLAS!

Slide 20 - Diapositive