Luister- en gespreksvaardigheid

Luister- en gespreksvaardigheid
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Luister- en gespreksvaardigheid

Slide 1 - Diapositive

Wat deden we vorige week in de les?
  • Wat betekent cultuur? 
  • Wat is multi-cultu-rali-teit?

Slide 2 - Diapositive

Lesprogramma
  • Video en klassengesprek 
  • Oefeningen met nieuwe woorden 
  • Speeddate

Slide 3 - Diapositive

Na deze les kan ik...
  • Nieuwe woorden die met eten te maken hebben verstaan, begrijpen en gebruiken. 

Slide 4 - Diapositive

Wat hebben jullie gisteren als avondeten gegeten?

Slide 5 - Diapositive

Welke woorden die met eten te maken hebben hoor je? 
Schrijf ze op. 
Video-fragment: 
00:16 - 03:20

Slide 6 - Diapositive

Welke woorden die met eten te maken heb je gehoord?

Slide 7 - Carte mentale

Overleg in tweetallen welke smaak bij welk woord hoort.
  1. Zure room
  2. Tomaten
  3. Yoghurt 
  4. Honing 
  5. Paprika 
  6. Bosui
  7. Sambal saus
  8. Chocolade hagelslag
  9. Fetakaas 
  10. Komijnenkaas 
  11. Grapefruit 
  12. Pure chocolade
  13. Knoflook

A) Zuur
B) Zout
C) Zoet
E) Fris
F) Bitter
D) Pittig 

Slide 8 - Diapositive

Duo opdracht 
  1. Schrijf een nieuw woord op dat je hebt geleerd over eten.         Bijvoorbeeld:  pittig 
  2. Naast elk woord, schrijf je een korte beschrijving. 
  3. Maak daarna een zin. Bijvoorbeeld: Ik eet graag brood met kaas. 
  4. Dit doe je 5 keer samen met je partner.

Slide 9 - Diapositive

Wat is je favoriete gerecht uit jouw land?
De persoon naast je vraagt aan jou: 
"Wat is jouw favoriete eten?"
"Waarom vind je dat lekker?"
"Hoe maak je het klaar?"

Probeer antwoord te geven op deze vragen. 

Heb je vragen? Steek je hand op! 

Slide 10 - Diapositive

Opdracht op papier
  • Lees het eerste woord op je blaadje. 
  • Welk woord komt er als eerst op in je hoofd?
  • Schrijf dat ernaast. 
  • Doe dat ook bij de rest van de woorden. 

Slide 11 - Diapositive

Speeddate
Wat is een speeddate? 

  1. Elk persoon krijgt 1 minuut om te vertellen over je favoriete gerecht. 
  2. De andere persoon stelt je vragen en je geeft antwoord. 
  3. Als de buzzer gaat, is de andere persoon aan de beurt. Die doet hetzelfde. 

Gaat de beide buzzer nog een keer?
Blauw schuift 1 naar rechts. 
Rood schuift 1 naar links. 

Slide 12 - Diapositive

Noem een woord die je vandaag hebt geleerd. Gebruik die in een zin.

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive