39. Thema 5, week 1 Les 1a Wonen

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

Lesdoel

Ik weet dat  de nieuwe woorden over 'wonen' betekenen.

Onderstreep de woorden in de leestekst.

Onderstreep de woorden in de leestekst.

de airconditioning

systeem dat de temperatuur in een ruim regelt.

In hele warme gebieden hebben ze vaak de airconditioning aan, zodat het binnen lekker koel blijft.

binnenshuis

In het huis.

Binnenshuis is het lekker warm terwijl het buiten - 40 graden is.

buitenshuis

buiten het huis.

Het is buitenshuis zo koud dat

mijn wimpers zelfs bevriezen.

de cv-installatie

(twee cv-installaties)

een apparaat dat de

  verwarming in huis aanstuurt.

In mijn huis staat de cv-installatie op zolder. Waar staat de cv-installatie in jouw huis?

 

het interieur

(twee interieurs)

de binnenkant  (het uiterlijk) van een huis.

Ik hou van een industrieel interieur.

het exterieur

(twee exterieurs)

de buitenkant (het uiterlijk) van een huis.

Exterieur hou ik niet van strak maar wil ik een wilde tuin.

eigen haard is goud waard

het is nergens beter dan thuis.

Als ik op vakantie ben geweest ben ik altijd blij om weer thuis te zijn, want eigen haard is goud waard.

 de isolatie

manier om te zorgen dat
  warmte en geluid niet uit een ruimte
  ontsnapt.

Als isolatie in mijn geluidsstudio heb ik ....

.... eierdozen gebruikt.

isoleren

(isoleerde, heeft geïsoleerd)

zorgen

  dat warmte of geluid niet kan ontsnappen uit een ruimte.

Mijn vader gaat ons huis isoleren, zodat het binnen lekker warm blijft.

het meubilair

alle meubels bij

  elkaar.

Wat voor een meubilair heeft een koningin in haar slaapkamer?

het sanitair

de dingen in een toilet of badkamer die aangesloten zijn

  op het riool.

Deze badkamer is net nieuw en het sanitair is dus ook nieuw. Welk sanitair zie jij?

 

de thermostaat

(twee thermostaten)

iets waarmee je de
  warmte van een apparaat, zoals de

  verwarming, kan regelen.

Nu de gasprijzen zo hoog zijn, zet ik de thermostaat op 3 graden. Vroeger zette ik de thermostaat vaak op 5 graden.

 

verbouwen

(verbouwde, heeft verbouwd)

je huis veranderen door iets te slopen en / of bij te bouwen.

Wij gaan verbouwen, want er moet een nieuwe badkamer komen.

 

Lesdoel

 

Thema 5, week 1

Les 1a

OPGAVE 1d

leerkracht.snappet.org