Temperatuur

Temperatuur meten
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Temperatuur meten

Slide 1 - Diapositive

Een normale lichaamstemperatuur ligt tussen de 36 en 37,5 graden
Lesdoelen
Aan het eind van de les
Weet ik wat een normale en afwijkende lichaamstemperatuur is?
Welke soorten thermometers ik kan gebruiken? 
Welke thermometer het meest betrouwbaar is?
De verschillende plaatsen waar je de temperatuur kan opnemen en de verschillen hierin?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk gedeelte van de hersenen wordt de temperatuur geregeld?

Slide 3 - Question ouverte

Tussenhersenen en hersenstam

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe komt ons lichaam aan zijn warmte?
A
cel verbranding
B
voedingsstof verbranding
C
door te ademen
D
hormoon verbranding

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe verliest ons lichaam warmte?

Slide 6 - Question ouverte

via de huid (dit gebeurt via uitstraling en transpiratievocht);
via de uitademingslucht;
met de uitscheiding van urine en ontlasting.
Wat is een normale lichaamstemperatuur?
A
35,5 tot 36,5
B
36,0 tot 37,0
C
36,0 tot 37,5
D
35,5 tot 37,5

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Normale temperatuur
Dit verschilt per persoon.
In het algemeen is het tussen de 36,0 en 37,5 graden
Maar kijk altijd goed welke temperatuur iemand van nature heeft dit kan lager of hoger zijn dan de normaal waarde. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom wordt er geadviseerd om de temperatuur minimaal 2x per dag
(ochtend en avond)

Slide 9 - Question ouverte

’s Morgens is de lichaamstemperatuur meestal lager dan ’s avonds. Dit komt doordat de stofwisseling ’s nachts op een lager peil ligt dan overdag: er wordt dan minder warmte geproduceerd. Daarom moet je tweemaal per dag de temperatuur meten: ’s morgens en laat in de middag of ’s avonds.
Redenen om de temperatuur te meten?
  • Als je denkt dat iemand een afwijkende temperatuur kan hebben
  • Routinematig (omdat het zo is afgesproken)
  • Omdat je eerdere meting afwijkt
  • Omdat je verwacht dat iemand een temperatuur afwijking     kan hebben (bv kraamzorg, na operatie)

Slide 10 - Diapositive

Verwacht temperatuur afwijking bij kraamzorg: moeder en kind zijn gevoeliger voor infecties
na een operatie wond kan gaan ontsteken
Is koorts een ziekte?
ja
nee

Slide 11 - Sondage

Het is een symptoom of te wel een verschijnsel
Welke soorten thermometers ken je?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Analoog
Digitaal
Infrarood

Slide 13 - Diapositive

Analoog: glazen staafthermometer die gevuld is met een vloeistof.

De digitale thermometer of elektronische thermometer: de tip (meetpunt) van de thermometer bevat een sensor. Deze sensor neemt de warmte van de omgeving op.

De infrarode digitale thermometer: de infraroodsensor meet de temperatuur van een bepaald punt van het lichaam (bijvoorbeeld op het voorhoofd) 
 
De digitale of elektronische thermometer en de infrarood thermometer zijn tegenwoordig de meest gebruikte thermometers.

Hoe wordt de temperatuur weer gegeven?
A
In Celsius
B
In Fahrenheit

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende manier van temperatuur meten
  Rectaal                                      Oraal                                   oraal                       
Axillair
oor =tympanisch
voorhoofd

Slide 15 - Diapositive

Ook kun je in de lies de temperatuur meten 
Welke manier van temperaturen is het betrouwbaarst?
A
axillair (oksel)
B
tympanisch (oor)
C
oraal (mond)
D
rectaal (anus)

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

beschermhoesje rectale thermometer

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Wanneer kies je niet voor een rectale thermometer
A
nooit
B
bij aambeien
C
bij kinderen
D
bij ouderen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afwijkingen bij temperaturen
axillair + 0,5 graden C
oraal + 0,3 graden C
via speen + 0,5 graden C

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar meet je tympanisch de temperatuur?
A
mond
B
anus
C
oor
D
oksel

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je onder de oksel temperaturen?
A
oraal
B
Rectaal
C
Axillair
D
Temporaal

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Meten van de temperatuur
  • Normale lichaamstemperatuur (normothermie) tussen 36 °C en 37,5 °C
  • Ondertemperatuur (hypothermie) onder 36,5 °C
  • Verhoging (subfebriele temperatuur) tussen 37,5 °C en 38 °C
  • Koorts 38 °C en hoger
  • Overtemperatuur (hyperthermie) boven 41 °C

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke verschijnselen heb je als je koorts hebt?

Slide 23 - Question ouverte

  • als de lichaamstemperatuur oploopt: kou, rillerigheid en bleke gelaatskleur
  • tijdens de koorts: warm, de zorgvrager kan droog en heet aanvoelen, blozen, onrust en transpiratie
  • een toestand van algehele malaise, met hoofdpijn en spierpijn
  • rusteloosheid en soms slapeloosheid
  • geen eetlust en soms misselijkheid en braakneigingen;
  • soms erge dorst, of juist geen dorstgevoel;
  • toename polsfrequentie, gemiddeld tien tot vijftien slagen per minuut bij 1 °C temperatuurstijging;
  • toename ademfrequentie;
  • minder urineproductie;
  • branderige ogen, koortsblaasjes op de lippen.
Wat gebeurt er bij een hoge temperatuur van het lichaam?
A
Bloedvatvernauwing, kippenvel, zweten
B
Bloedvatverwijding, kippenvel en rillen
C
Bloedvatvernauwing en zweten
D
Bloedvatverwijding en zweten

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet het lichaam om de temperatuur van het lichaam te verlagen?
A
Snellere ademhaling en hartslag, vernauwen van de bloedvaten
B
Snellere ademhaling en transpireren
C
Transpireren, snellere ademhaling en hartslag, verwijden van de bloedvaten
D
Transpireren, vernauwen van de bloedvaten

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een koude rilling?

Slide 26 - Question ouverte

Reactie op ontsteking

Bij een snelle, acute temperatuurstijging, kan de zogenaamde koude rilling optreden. 
Het verschijnsel koude rilling komt bijvoorbeeld voor bij een longontsteking en een nierbekkenontsteking. 
De micro-organismen die bij deze infecties in het bloed circuleren (of de giftige stoffen ervan), zijn de oorzaak van de koude rilling. Het warmteregulatiecentrum wordt geprikkeld en de temperatuur stijgt acuut. De spieren trekken zich snel samen, waardoor er warmte ontstaat.
Hoe ziet een koude rilling eruit?

  1. Koudestadium (fase 1) De zorgvrager rilt van de kou, ligt te klappertanden en ligt te schudden in bed.
  2. Warmtestadium (fase 2). Er is sprake van een acute temperatuurstijging. De zorgvrager kan onrustig en angstig zijn.
  3. Transpiratiestadium (fase 3). De zorgvrager gaat sterk transpireren, waarbij de lichaamstemperatuur daalt. De zorgvrager heeft een bleke gelaatskleur, een snelle pols en het klamme zweet staat op zijn voorhoofd.
  4. Na de koude rilling, die tien tot dertig minuten kan duren, valt de zorgvrager meestal in een diepe slaap: het lichaam moet zich herstellen.



Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar let je op wanneer een zorgvrager koorts heeft?

Slide 28 - Question ouverte

  • bedrust
  • kijk naar omgevingstemperatuur (hoge stand verwarming)
  • voeding
  • vocht
  • licht gevoeligheid
  • hygiëne (zweten)
  • koortswerende middelen in overleg met arts bv paracetamol
  • goede observatie en rapportage
  • verwardheid
Koortsstuipen
Stuipen zijn korte, schokkende bewegingen van het gezicht, de armen en de benen. In het begin van de stuip is het bewustzijn meestal nog niet gestoord, maar al gauw is er bewusteloosheid. Stuipen duren meestal enkele minuten tot maximaal een kwartier. Hierna keert het bewustzijn weer snel terug. De eerste koortsstuipen komen meestal in het tweede levensjaar voor; na het vijfde of zesde jaar komen ze niet meer voor.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je doen als een kind een koortsstuip heeft?
A
niets, komt vanzelf goed
B
temperaturen
C
huisarts waarschuwen
D
112 bellen

Slide 30 - Quiz

eerst de huisarts, maar als je echt het niet vertrouwd dan 112
Bij wie komt over het algemeen ondertemperatuur voor?
A
Volwassenen
B
Ouderen
C
Baby's
D
Pubers

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn de lesdoelen behaald?
Aan het eind van de les
Weet ik wat een normale en afwijkende lichaamstemperatuur is?
Welke soorten thermometers ik kan gebruiken? 
Welke thermometer het meest betrouwbaar is?
De verschillende plaatsen waar je de temperatuur kan opnemen en de verschillen hierin?

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Maak uit je werkboek thema 1 hoofdstuk 2, observatie van de lichaamstemperatuur vragen 1 t/m 8.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions