Hoe gebruik je media?

Hoe gebruik je de media?
Paragraaf 2 hoofdstuk 5.
Bladzijde 124

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoe gebruik je de media?
Paragraaf 2 hoofdstuk 5.
Bladzijde 124

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Deze les leer je wat media is en op welke manieren informatie kan worden gecommuniceerd.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Leg in je eigen woorden het begrip media uit

Slide 4 - Question ouverte

Schrijf verschillende media op

Slide 5 - Carte mentale

De belangrijkste media van ons land zijn?

Slide 6 - Question ouverte

BNNVARA of SBS6?
SBS6, RTL en Net5 zijn commerciële zenders, omdat ze veel geld verdienen met reclame.
Tv-zenders zoals BNNVARA en AVROTROS zijn publieke omroepen en zenden uit op NPO 1, 2 en 3.
Ze hebben minder reclame omdat ze geld krijgen van de overheid.

Slide 7 - Diapositive

Wat is het verschil tussen commerciële zenders en publieke omroepen?
A
Publieke omroepen hebben veel reclame
B
Publieke omroepen hebben veel reclame
C
Commerciële zenders hebben minder reclame
D
Publieke omroepen hebben minder reclame

Slide 8 - Quiz

Commerciële zenders
Publieke omroep
SBS 6
BNNVARA
RTL
AVROTROS
NET 5

Slide 9 - Question de remorquage

Welk logo hoort er niet bij?
A
RTL 4
B
BNNVARA
C
MAX
D
NPO 1

Slide 10 - Quiz

Kranten en tijdschriften
Kranten brengen nieuws en verschijnen elke dag.
Tijdschriften gaan meestal over een onderwerp.

Slide 11 - Diapositive

Internet
Internet bestaat uit miljoenen websites met uiteenlopende informatie. Ook kun je er makkelijk mee communiceren.
Het gevolg van internet is dat iedereen nieuws kan plaatsen. Het is daarom belangrijk om te weten of de bron betrouwbaar is. Hier kijken we in het volgende hoofdstuk naar.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

We gebruiken de media voor vier dingen, namelijk:

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Vidéo

Waar gebruik je de media voor?
Je leest het AD
A
Nieuws en informatie
B
Ontspanning
C
Contacten
D
Reclame

Slide 16 - Quiz

Waar gebruik je de media voor?
Je krijgt een uitnodiging via Facebook
A
Nieuws en informatie
B
Ontspanning
C
Contacten
D
Reclame

Slide 17 - Quiz

Waar gebruik je de media voor?
Je kijkt naar Spuiten en Slikken
A
Nieuws en informatie
B
Ontspanning
C
Contacten
D
Reclame

Slide 18 - Quiz

Waar gebruik je de media voor?
Je bladert door het Gamma-krantje
A
Nieuws en informatie
B
Ontspanning
C
Contacten
D
Reclame

Slide 19 - Quiz

Waar gebruik je de media voor?
Je volgt Shawn Mendes op Instragram
A
Nieuws en informatie
B
Ontspanning
C
Contacten
D
Reclame

Slide 20 - Quiz

Waar gebruik je de media voor?
Je luistert naar Qmusic
A
Nieuws en informatie
B
Ontspanning
C
Contacten
D
Reclame

Slide 21 - Quiz

Je privégegevens
De meeste mensen vinden privacy heel belangrijk.
Privacy is het recht op een privéleven. Dat recht is zelfs in de grondwet opgenomen.
Ben je daar voorzicht mee, dan ben je mediawijs: je maakt verstandig gebruik van de media.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Leg in je eigen woorden uit wat mediaverslaving is

Slide 24 - Question ouverte

Controleren Lesdoel
Deze les leer je wat media is en op welke manieren informatie kan worden gecommuniceerd.
Controlevraag:
1. Schrijf op wat media is.
2. Schrijf 2 manieren op waarvoor we media gebruiken.

Slide 25 - Diapositive

Onderzoek opdracht
1. Gebruik bij deze opdracht een leeg A4 blaadje.
2. Zoek met behulp van internet en je boek voorbeelden van vier commerciële zenders en vier Publieke omroepen op. Schrijf deze op het blaadje.

Slide 26 - Diapositive

Opdracht begrijp ik alles?
1. Pak een A4 blaadje.
2. Schrijf de moeilijke woorden uit de paragraaf die je niet begrijpt onder elkaar.
3. Zoek met behulp van het boek en internet de betekenis/ uitleg van deze woorden.
4. Kies een woord uit en maak een tekening die bij het woord past.

Slide 27 - Diapositive

Einde
Dit was de uitleg van paragraaf 2 Hoe gebruik je de media?
Volgende week staat de uitleg van paragraaf 3 online.

Slide 28 - Diapositive