Aan het eind van de les weet je het verschil tussen Cijfers en getallen.
Je weet de waarde van getallen.
Je kan getallen op de juiste manier in het raster zetten.
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3
Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
les 1 - paragraaf 1.1
Aan het eind van de les weet je het verschil tussen Cijfers en getallen.
Je weet de waarde van getallen.
Je kan getallen op de juiste manier in het raster zetten.
Slide 1 - Diapositive
start opdracht
Schrijf de volgende getallen in cijfers op:
Slide 2 - Diapositive
vijfduizend
Slide 3 - Question ouverte
acht
Slide 4 - Question ouverte
negenhonderd
Slide 5 - Question ouverte
vijftien
Slide 6 - Question ouverte
Theorie
Er bestaan tien cijfers 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9.
Met deze cijfers kun je alle getallen maken.
Een getal bestaat uit één of meer cijfers.
Slide 7 - Diapositive
voorbeeld:
Het getal 127 bestaat uit de cijfers 1, 2 en 7.
welke getallen kun je maken met de cijfers 7 en 9?
maak het grootst mogelijke getal met de getallen 3, 3, 8 en 0
Slide 8 - Diapositive
Wat is het grootste getal dat je kunt maken met de cijfers:
9, 7, 9 en 2
Slide 9 - Question ouverte
Even en oneven
Elk getal is even of oneven.
Getallen die eindigen op een 0, 2, 4, 6, 8 zijn even
Getallen die eindigen op een 1, 3, 5, 7 of 9 zijn oneven
Slide 10 - Diapositive
even of oneven?
24
A
even
B
oneven
Slide 11 - Quiz
even of oneven?
443
A
even
B
oneven
Slide 12 - Quiz
even of oneven?
700
A
even
B
oneven
Slide 13 - Quiz
Waarde van het cijfer
De plaats van een cijfer in een getal bepaald de waarde van het cijfer.
D - Duizendtal (De 3 is 3000 waard)
H - Honderdtal (De 6 is 600 waard)
T - Tiental (De 8 is 80 waard)
E - Eenheid (de 2 is 2 waard)
D
H
T
E
3
6
8
2
Slide 14 - Diapositive
hoeveel is de 1 waard in het getal 8124?
Slide 15 - Question ouverte
hoeveel is de 5 waard in het getal 5322?
Slide 16 - Question ouverte
Hoe schrijf je dit?
De plaats van de cijfers bepaalt ook hoe je het getal uitspreekt. Honderdtallen, tientallen en eenheden schrijf je 'aan elkaar'.
negenhonderdzeventien
Duizendtallen schrijf je 'los' van de honderdtallen, tientallen en eenheden.
Negenduizend achthonderdnegentig.
Slide 17 - Diapositive
Schrijf het getal in woorden:
39
Slide 18 - Question ouverte
2717
Slide 19 - Question ouverte
Theorie
Je moet getallen precies onder elkaar kunnen schrijven. Je ziet dan de waarde van de cijfers. Zet alle eenheden onder elkaar. Zet ook de tientallen, honderdtallen en duizendtallen onder elkaar.