Test H3

Pak je Chromebook
Ga naar lessonUp
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Pak je Chromebook
Ga naar lessonUp

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke land heeft gemiddeld het hoogste inkomen per inwoner?
A
Verenigde Staten
B
Spanje
C
Rusland
D
India

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Erosie vindt plaats in
A
De binnenbocht van een rivier
B
De buitenbocht van een rivier
C
Aan het einde van het rivier
D
Bij de rotsen

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het slingeren van een rivier heet
A
Meanderen
B
Rivierslinger
C
Erosie
D
Sedimentatie

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het einde van de Rijn, waar de rivier zee in stroomt, heet ook wel
A
De delta
B
De overloop
C
De einloop
D
Estuarium

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De staafdiagram geeft bij een klimaatdiagram de neerslag aan
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In een klimaatdiagram staat de rode lijn voor de ...
A
Temperatuur
B
Neerslag

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk de afbeelding.
Met welk van de 4 landen kun je Gambia het beste vergelijken
A
China
B
Katar
C
Maleisië
D
Niger

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De meeste analfabeten in Afrika vind je in landen in het
A
Zuiden van Afrika
B
Westen van Afrika
C
Oosten van Afrika
D
Noorden van Afrika

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een kolonie?
A
Gebied dat in bezit is van een ander land
B
Gebied in een ander werelddeel dat in het bezit is van een ander land
C
Gebied in een ander werelddeel dat in bezit is van een Europees land
D
Gebied dat graag onafhankelijk wil worden

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een cultuurgebied
A
een gebied met verschillen in de cultuur
B
Een gebied waarin er overeenkomsten zijn in de cultuur

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een Multiculturele samenleving
A
Een samenleving die bestaat uit stadsmensen en mensen van het platteland
B
Een samenleving die uit meerdere mensen bestaat
C
Een samenleving met mensen uit verschillende cultuur gebieden
D
Een samenleving waar apartheid is

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is de afbeelding een natuurlijke grens of kunstmatige grens
A
Natuurlijke
B
Kunstmatige

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk van de onderstaande voorbeelden is geen natuurlijke grens?
A
Bergen
B
Rivieren
C
Zee
D
Muren

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel procent van de bevolking in Gambia leeft in armoede?
A
40%
B
50%
C
60%
D
70%

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een kolonie?
A
Een ander woord voor land
B
Gebieden in bezit van een Europees land
C
Een staat waar 1 volk woont
D
Een gebied dat aan drie kanten is omringd door zee

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een staat?
A
Een gebied met duidelijke grenzen en een bestuur dat eigen baas is
B
Een volk dat in één staat woont
C
Gebied in een ander werelddeel dat in bezit is van een Europees land
D
Een groep mensen die al eeuwenlang samenwoont en dezelfde cultuur heeft

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is analfabetisme?
A
Het niet kunnen schrijven en/of spreken
B
Het niet kunnen lezen en/of schrijven
C
Het niet kunnen spreken
D
Het niet naar school kunnen gaan

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het BNP?
A
BNP is het geld dat een land verdient
B
BNP is het geld dat alle inwoners van een land in een jaar samen verdienen
C
BNP is het Bruto Nederlands product

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het BNP is:
A
Bruto Nationaal Product
B
Dat wat mensen samen in een land maken
C
Een product dat in een land gemaakt wordt
D
Het tegenovergestelde van Netto Product

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is GEEN basisbehoefte
A
voedsel
B
onderdak
C
kleding
D
sport

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geen basisbehoefte
Wel een basisbehoefte

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welk bevolkingskenmerk
heeft de foto te maken?
A
Culturele kenmerken
B
Demografische kenmerken
C
Economische kenmerken
D
Politieke kenmerken

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In Gambia werkt ongeveer 75% van de mensen in de landbouw. Wat voor soort bevolkingskenmerk is dit?
A
Demografisch
B
Economisch
C
Sociaal-cultureel
D
Politiek

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welk bevolkingskenmerk
heeft de foto te maken?
A
Culturele kenmerken
B
Demografische kenmerken
C
Economische kenmerken
D
Politieke kenmerken

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Men schat dat er op korte termijn 500.000 mensen wonen in de hoofdstad Banjul. Wat voor soort bevolkingskenmerk is dit?
A
Demografisch
B
Economisch
C
Sociaal-cultureel
D
Politiek

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De belangrijkste exportproducten van Gambia zijn pinda's. Wat voor soort bevolkingskenmerk is dit?
A
Demografisch
B
Economisch
C
Sociaal-cultureel
D
Politiek

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij demografie kijk je naar...
A
de spreiding van de bevolking over een land
B
de verschillende landschappen in een land
C
de manier van regeren door een overheid van een land
D
de delta van de Gele rivier

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een land heeft 100.000 inwoners.
Het geboortecijfer is: 8‰
Hoeveel kinderen zijn er levend geboren?
A
8
B
80
C
800
D
8000

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geboortecijfer: 10‰
Sterftecijfer: 7‰
Vraag: wat is de natuurlijke bevolkingsgroei?
A
10‰
B
3‰
C
7‰
D
17‰

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geboortecijfer
A
Aantal levendgeborene per aantal sterfgevallen
B
Meer geboortes dan sterftes
C
Aantal levendgeborene per 1000 inwoners per jaar
D
Er worden meer mensen geboren dan er sterven

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is natuurlijke bevolkingsgroei
A
Dat de bevolking snel groeit
B
Het aantal immigranten min het aantal emigranten
C
Het aantal geboorten min het aantal sterfte gevallen
D
Het aantal geboorten in een jaar

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor de beste vergelijking van bevolkingscijfers tussen landen gebruik je:
A
Absolute getallen
B
Relatieve getallen

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is bevolkingsspreiding?
A
de hoeveelheid mensen op 1 km2
B
de toename van het inwonersaantal in een bepaald land of gebied gedurende een bepaalde tijd
C
de verdeling van mensen in een gebied
D
verwachte ontwikkeling van de bevolking in de toekomst

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is bevolkingsdichtheid?
A
Het gemiddelde aantal inwoners
B
Het gemiddelde aantal inwoners per km2
C
Hoeveel bevolking er is
D
Hoeveel mensen in een huis wonen

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Levensverwachting
A
85
B
75
C
80
D
De gemiddelde maximale leeftijd die een inwoner mogelijk bereikt

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In armere landen zijn vaak meer kinderen en groetere gezinnen dan in rijkere landen. Wat is de belangrijkste reden?
A
Kinderen kunnen voor hun ouders werken
B
Minder voorbehoedsmiddelen
C
Grotere kindersterfte
D
Meer respect en aanzien

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe hoger het sterftecijfer hoe slechter de gezondheidszorg in een land
A
juist
B
onjuist

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we dit?
A
bevolkingsberg
B
statistiek
C
bevolkingsgrafiek
D
bevolkingspyramide

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Omschrijf het begrip pullfactor
A
een reden om naar een gebied toe te trekken
B
een reden om weg te blijven uit een gebied
C
een gevolg waardoor mensen naar een gebied toetrekken
D
een gevolg waardoor mensen wegblijven uit een gebied

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is cultuur?
A
De manier waarop we samen leven
B
Een gebied
C
Een geloof
D
De gewoontes van mensen

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pushfactoren
Pullfactoren
Armoede
Veiligheid
Tolerantie
Werk
Oorlog
Natuurrampen

Slide 42 - Question de remorquage

Uitleg push en pull factoren
Wat is urbanisatie?
A
Mensen trekken naar de dorpen
B
Mensen verhuizen
C
Mensen verhuizen naar de steden
D
Mensen zijn op zoek naar ruimte en een grote woning

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke drie bestaansmiddelen zijn er?
A
Landbouw, toerisme en defensie
B
Defensie, diensten en toerisme
C
Landbouw, industrie en diensten
D
Industrie, diensten en toerisme

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Infrastructuur gaat niet over
A
wegen
B
informatieverbindingen
C
havens
D
mensen

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak de juist combinaties door te slepen.
In een land zijn veel mensen die niet kunnen lezen en schrijven.
Hongersnoden dreigen en er is weinig veilig drinkwater.
Het aantal inentingen dat wordt gegeven aan jonge kinderen, ligt erg laag.
Veel mensen hebben thuis toegang tot schoon drinkwater en riolering.
Onderwijs
Voedsel
Huisvesting
Gezondheidszorg

Slide 46 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions