G2 Intro Unité 5

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

UNITE 5 - Décris-moi

Je leert:

beschrijven :
hoe iemand er uit ziet

hoe mensen er vroeger uitzagen

hoe iets was (imparfait)

Grammatica Herhaling:

• delend lidwoord
• werkwoorden prendre, mettre

Grammatica Nieuw:

imparfait

bijvoeglijk naamwoord bijzondere gevallen

Unité 3 + 4

                

Hoe laat begint de wedstrijd?

we zien elkaar op het feest

Doe je aan hardlopen?

Tijdens de Franse les...

nodig hebben

de meisjes vinden hem leuk

het lijkt beter te gaan

ik ben te vroeg

zij is slank

ze probeert altijd in de smaak te vallen

ik schaam me dood

zoenen

Unité 1 + 2:
de bus is net weg

dat is tamelijk ver

je loopt tot het kruispunt

gaat de reis goed?

waar ben je op vakantie geweest?

heb je een leuke vakantie gehad?

hoeveel tijd/hoe lang doe je erover?

het verblijf

helemaal niet

zin hebben / ik heb zin...

je moet/we moeten/er moet

de volgende dag

we hebben geen geld meer

je bent me 15 euro schuldig

ik heb niet genoeg geld bij me

hoeveel heb je?

ik geef je alles terug

ik ben blut

misschien heb je hem verloren?

we hebben 24 euro verdiend  

Semaine 19 (8 mei tm 14 mei)

Les 1:

Presentation Unité 5

Lire: page 11
ex 1 - 2 - 3 
opdr 4 (écouter)

Les 2: 
G2a,b,d 10 mei / G2c 11 mei : 

Toets deel 2 Unité 4!

Les devoirs pour semaine 20 

(15 mei tm 21 mei)

Faire exercices: 5 tm 11

Leren: Apprendre 1, 2 : F-N

Bestuderen: Apprendre 3 (= imparfait)

Ex. 4 Unité 5

Ex. 9 Unité 5 (imparfait)

Semaine 20 (15 mei tm 21 mei)

En classe

Imparfait

Parler: ex. 12, 15

Ex 13 - 14  (Roman photo)

Grammaire : 17 (bijv. naamwoord bijzondere gevallen : zie ook aparte les in Lesson Up)

Les devoirs pour semaine 21 (22 mei tm 28 mei)

Corriger ex. 1 tm 11

Faire Exercices: 17 - 18 - 19  

Faire Exercices: 24 - 25 - 26

Apprendre 4 + 5 : N-F+ F-N

Apprendre 6: Grammaire Bijv. nw. bijzondere gevallen

Ex. 21 - Bijv. naamwoord

Ex. 25 Unité 5

Ex. 22a Prononciation et accents Unité 5

Ex. 22b Unité 5

Semaine 21 (22 mei tm 28 mei)

En classe 

Grammaire ex 28 + 29 : mettre

Ecouter: ex 23 

Ecouter : ex 30

Parler: 33

Les devoirs pour semaine 22 

(29 mei tm 4 juni)

Corriger : alles tm 26

Faire Exercices: 27 - 31 - 32 - 34 - 35 (schrijfopdracht)

Apprendre 7: (F-N; N-F)

Apprendre 8 : Mettre

(alles nog eens herhalen vanaf apprendre 1)

Ex. 23 la messagerie - Unité 5

Ex. 30 Conversations - Unité 5

Semaine 22 (29 mei tm 4 juni)

En classe

Bespreking schrijfopdr. 35

Les devoirs pour semaine 23

(5 juni tm 11 juni)

Corriger : alles tm 34

Faire : Mise en Pratique blz 34 + 35

Opdr.  A + B + C blz 36

Apprendre 9 + 10: F-N; N-F

D-toets maken

Semaine 23

(5 juni tm 11 juni)

En classe

D-toets

Les devoirs pour semaine 24

(12 juni tm 18 juni)

Leren voor Etoets week 24

E-toets Unité 5

G2d, a, b: 20 juni

G2c: 21 juni

Frans E-toets Unité 5

leren: voca 1 tm 10 (leer steeds van links naar rechts)

grammatica: 

imparfait (voor werkwoord op -er, être, avoir, aller, vouloir, partir, sortir)

het bijv. naamwoord bijzondere gevallen

het delend lidwoord

werkwoord mettre, prendre (in de présent, passé composé, imparfait)

je krijgt ook een korte schrijfopdracht

kijk al je gemaakte opdrachten nog eens goed na