Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Nederlands H3 spelling p1
Nederlands H3 spelling p1
1 / 17
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
17 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
La durée de la leçon est:
6 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Nederlands H3 spelling p1
Slide 1 - Diapositive
Vul de juiste werkwoordsvorm in:
Als ik jou morgen pas ..., vind je dat dan oké?
A
beantwoordt
B
beantwoort
C
beantwoord
Slide 2 - Quiz
Vul de juiste werkwoordsvorm in:
Mijn moeder zegt dat de toon van mijn vader nooit overeenkomt met wat hij ... te zeggen
A
bedoeldt
B
bedoelt
C
bedoeld
Slide 3 - Quiz
Vul de juiste werkwoordsvorm in:
Mijn vader heeft de telefoon na de hackpoging heel lang niet meer ...
A
beantwoordt
B
beantwoort
C
beantwoord
Slide 4 - Quiz
Vul de juiste werkwoordsvorm in:
Het SO van vandaag heb ik echt compleet ...
A
gerockt!
B
gerockd!
C
gerocket!
D
gerocked!
Slide 5 - Quiz
Vul de juiste werkwoordsvorm in:
Haha, ik zei 1 januari dat ik al sinds vorig jaar niet meer had ... en iedereen lag in een deuk
A
gedouchd
B
gedoucht
Slide 6 - Quiz
Vul de juiste werkwoordsvorm in:
De schoolleiding wil graag dat die nieuwe docent zo snel mogelijk ... aan de gestelde eisen.
A
beantwoordt
B
beantwoort
C
beantwoord
Slide 7 - Quiz
Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
Slide 8 - Quiz
De (aanbranden) aardappels zijn weggegooid.
A
aangebranden
B
aangebrandde
C
aanbrandende
D
aangebrande
Slide 9 - Quiz
Hij (deleten - vt) de bestanden.
A
delete
B
deletete
C
delette
D
deletette
Slide 10 - Quiz
De stukken (kopiëren - tt) mijn secretaresse niet meer.
A
kopieert
B
kopieërt
C
kopiëren
D
kopieerde
Slide 11 - Quiz
werkwoordspelling
A
De oude man verstuurt de brief.
B
De oude man verstuurd de brief.
Slide 12 - Quiz
Jan (beloven) op tijd te komen
A
beloofd
B
belooft
C
beloofdt
Slide 13 - Quiz
Pim (wachten) op het perron (verleden tijd).
A
wachte
B
wachtte
C
wachtde
Slide 14 - Quiz
Julia (showen) haar nieuwe jurk.
A
showet
B
showed
C
showt
D
showd
Slide 15 - Quiz
Peter (skypen) met Erik.
A
skypet
B
skyped
C
skypt
D
skypd
Slide 16 - Quiz
Peter heeft met Erik (skypen)
A
geskypt
B
geskypd
C
geskypet
D
gespkyped
Slide 17 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Werkwoordspellingquiz
Avril 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Werkwoordspelling
Décembre 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Werkwoordspelling
Octobre 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Werkwoordspellingquiz
Septembre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Werkwoordspellingquiz
Septembre 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
WOE 06/09/23 - 2E - Nieuws en spelling
Septembre 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Laatste les: werkwoordspelling en stijlfouten CONA
Octobre 2024
- Leçon avec
36 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Do 7 september 2A - Spelling
Septembre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2