Geschiedenis les

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat weten jullie nog over de Romeinen?

Slide 2 - Question ouverte

Elk beroep had een god

Slide 3 - Diapositive

Jacht
Onweer
Muziek

Slide 4 - Question de remorquage

Hoe heet het gebouw waarin de Romeinen aan hun geloof denken
A
Tempel
B
Moskee
C
Kerk
D
Hadden ze niet

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Wie kwamen ze tegen in het midden oosten
A
Hun goden
B
Christenen
C
Handelaars
D
Jezus

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Wat is er niet uitgevonden in de tijd van de Grieken en Romeinen?
A
Wegen
B
Fiets
C
Leger
D
Geld

Slide 10 - Quiz

Hoe zijn de namen van de dagen ontstaan?
A
Verzonnen door Romeinse Keizer?
B
Door Astrix en Obelix?
C
Door planeten en sterren?
D
Vernoemd naar Goden?

Slide 11 - Quiz

Dagen van de week
zondag: van het Latijnse dies solis ('dag van de zon').
maandag: een vertaling van het Latijnse dies lunae ('dag van de maan').
dinsdag: waarschijnlijk genoemd naar een verder onbekende, Germaanse god Thingsus, de god van de volksvergadering. Een andere mogelijkheid is een verband met ding in de betekenis 'vastgestelde tijd voor de rechtszitting'. Mogelijk werd er in vroeger tijden op dinsdag rechtgesproken. In het Latijn heette de dinsdag dies Martis: de dag van Mars, de oorlogsgod.
woensdag: genoemd naar Wodan, de Germaanse oppergod. Bij de Romeinen was woensdag de dies Mercurii: de dag van Mercurius, de god van de handel en winst.

Slide 12 - Diapositive

Dagen van de week
donderdag: genoemd naar de Germaanse god Donar (Thor), de god van de donder. Donar werd vereenzelvigd met de Romeinse god van het onweer, Jupiter. Vandaar ook dat de dies Iovis ('de dag van Jupiter') door de Germanen naar Donar werd vernoemd.
vrijdag: genoemd naar Freya, de Germaanse godin van de vruchtbaarheid, de liefde en de wellust. Haar Romeinse tegenhanger was Venus, naar wie deze dag bij de Romeinen vernoemd was (dies Veneris).
zaterdag: een vertaling van het Latijnse dies Saturni: dag van Saturnus, de god van de landbouw. Zater is een verbastering van Saturnus.

Slide 13 - Diapositive

Waardoor kon het Romeinse rijk groot worden?
A
Door slimme aanvalstechnieken van het Romeinse leger?
B
Door ruilen van land en goederen?
C
Land was van niemand dus kon het gewoon worden ingenomen?
D
Door vriendschappen die Julius Ceasar had?

Slide 14 - Quiz

Hoeveel goden hadden de Romeinen
A
1
B
3
C
12
D
Oneindig veel

Slide 15 - Quiz

Wie was belangrijker voor de Romeinen?
Jezus
De Keizer

Slide 16 - Sondage

Slide 17 - Diapositive