Beter lezen 3

• NT2
• ISK

Beter lezen 3

Zijn we er allemaal?

Stop je je telefoon in je zakkie in je tas?

Heb je je spullen klaarliggen?

Heb je je huiswerk gemaakt?

De afspraken

Doel:

Een tekst lezen.

De tekst begrijpen.

Vragen kunnen beantwoorden over de tekst.

De tekst na kunnen vertellen.

Beter lezen 3

1. lezen

2. vertalen

3. onderstreep 

4. lezen

5. vragen maken

onderstreep:

mensen   Mariam

dieren

dingen  

tas, vloer, man, bus, dief

kleur:

de werkwoorden

staat, zit, stopt, staat op, pakt, rent weg, roept, is

1. lezen

2. vertalen

3. onderstreep 

4. lezen

5. vragen maken

Wat is de vloer?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wie is de dief?

1. 
2. 
3. 
4. 

Waar zie je de bus?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat roept Miriam?

Zij zit.

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat doet de man?

Heb ik de doelen behaald?

Een tekst lezen.

De tekst begrijpen.

Vragen kunnen beantwoorden over de tekst.

De tekst na kunnen vertellen.

Hoe was de les?

Wat is mijn huiswerk?

Beter lezen 3