Je kunt uitleggen wat de voorwaarden van de rechtsstaat zijn: legaliteitsbeginsel, grondwet/grondrechten, trias politica.
W2
Je kunt uitleggen wat overtredingen en misdrijven zijn
Je kunt uitleggen welke taken en bevoegdheden de politie, officier van justitie en rechter hebben
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Opsporing en criminaliteit
Door het legaliteitsbeginsel mag de overheid dus niet zomaar de vrijheid van burgers beperken.
Belangrijke vraag is dus: aan welke regels moet de politie en justitie zich houden bij opsporing en criminaliteit?
Een voorbeeld > verborgen camera ophangen op een hangplek? Blz. 40 lesboek.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Waar was de verdachte uit de rechtszaak in de gastles verdacht van?
A
Misdrijf
B
Overtreding
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Aan de slag!
Je gaat nu onderzoeken welke opsporingsbevoegdheden de politie heeft en wat een officier van justitie kan besluiten.
Werk de opdrachten zorgvuldig uit want deze stof heb je later ook nodig tijdens het verslag voor PO3.
Ga nu naar de gedeelde les in Lesson Up
Slide 19 - Diapositive
Opdrachten
Je gaat nu zelf aan de slag met de verwerkingsopdrachten
Je maakt ze weer in de gedeelde les in LessonUp
Je hebt daarbij het lesboek nodig.
Lees de instructie op de slides aandachtig
De laatste opdracht maak je op papier en lever je aan het einde van de les in.
Ben je klaar? Ga dan naar Magister>ELO voor uitleg van PO3
Slide 20 - Diapositive
Opsporing en criminaliteit
Lees de intro (groene kader) op bladzijde 40 van je lesboek en beantwoord de vragen eronder. Noteer het antwoord op de volgende slide.
Slide 21 - Diapositive
1. Politie en justitie mogen niet zomaar een verborgen camera inzetten. Wanneer zou dit van jou wel mogen? En wat zijn dan goede regels ervoor?
Slide 22 - Question ouverte
Opsporingsbevoegd-heden politie
Lees vanaf bladzijde 41 t/m 42 het tekstfragment over de opsporingsbevoegdheden van de politie. Ga dan naar de volgende slide en beantwoord de vragen.
Slide 23 - Diapositive
2. Stel, je komt in aanraking met de politie. Waarom is het belangrijk om te weten of je ergens van verdacht wordt? Noem twee redenen.
Slide 24 - Question ouverte
3. De politie besluit jou en enkele andere jongeren tijdens het stappen in het centrum van Groningen te fouilleren. In welke twee situaties mag de politie dat doen?
Slide 25 - Question ouverte
Officier van Justitie
Lees vanaf bladzijde 42 t/m 43 de alinea over de officier van justitie. Bestudeer daarna de volgende alide.
Maak daarna de laatste vragen.
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
4. Bij grote politieacties, bijvoorbeeld het oprollen van illegale wietplantages, gaat vaak een officier van justitie mee. Waarom zal de officier hierbij aanwezig zijn, denk je?
Slide 28 - Question ouverte
5. Wie heeft er door de strafbeschikking meer bevoegdheden gekregen? Onderbouw je antwoord.
Slide 29 - Question ouverte
Opdracht PO3
Ga nu naar Magister>ELO>periode 2
Zoek daar naar het document PO3- 'voorbereiding verslag'
Neem het document door en begin met het uitwerken van de vragen.
Je mag het verslag samen maken.
Slide 30 - Diapositive
Afsluiting
Onderwerp van de les: criminaliteit en opsporing
Volgende les staan we stil bij: de rechtspraak en straffen
Afsluiting en huiswerk:
Huiswerk: maak deel A van PO3, verslag van de gastles (zie magister>ELO)