Heldere samenhang in schrijfproducten

Heldere samenhang in schrijfproducten

Lesdoel

De student kan samenhang aanbrengen in zijn of haar schrijfproducten.

Wat weet je al over het aanbrengen van samenhang in teksten?

Inleiding

Uitleg over het belang van samenhang in schrijfproducten en de eisen voor het examen.

Eenvoudige indeling

Gebruik van eenvoudige indelingen om samenhang in de tekst aan te brengen.

Eenvoudige voegwoorden

Het correct gebruiken van eenvoudige voegwoorden, zoals en, want, maar.

Fouten met complexe voegwoorden

Bespreking van veelgemaakte fouten met complexe voegwoorden, zoals tenzij, hoewel, terwijl.

Eenvoudige verwijzingen

Correct gebruik van eenvoudige verwijzingen, bijvoorbeeld 'De jongen heeft honger. Hij gaat eten.'

Logische gedachtegang

Het belang van een logische en consequente gedachtegang in teksten.

Complexere verbanden

Aanbrengen van samenhang bij complexere verbanden, zoals oorzaak-gevolg, voor- en nadelen, overeenkomsten, en vergelijkingen.

Correcte voegwoorden

Het juiste gebruik van voegwoorden, zoals en, maar, tenzij, hoewel.

Fouten met complexe verwijzingen

Bespreking van fouten die kunnen voorkomen bij complexe verwijzingen in teksten.

Oefeningen

Praktische oefeningen om samenhang aan te brengen in teksten met verschillende verbanden en voegwoorden.

Feedback

Bespreking van de resultaten van de oefeningen en individuele feedback op de teksten.

Samenvatting

Korte samenvatting van de belangrijkste punten over het aanbrengen van samenhang in teksten.

Vragenronde

Ruimte voor vragen en discussie over het aanbrengen van samenhang in teksten.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.