Vraagwoorden & Hobbys

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 1

Welke vraagwoorden zijn er?

wie = wer

wat = was

waar = wo

hoe = wie

wanneer= wann

Wat betekent ''was''?

1. waar
2. wie
3. wanneer
4. wat

Wat betekent het Duitse woordje "wie"?

1. waar
2. wie
3. wanneer
4. hoe

Wat betekent wer?

1. wie
2. hoe
3. wat
4. waar

_______ heißt du?

1. was
2. wie
3. wo
4. wann

_______ ist das?

1. wo
2. wer
3. wann
4. was

wat betekent: Was ist dein Lieblingshobby?

Was ist dein Hobby?

Wie heißt du?= Hoe heet jij?

Ich heiße…...

Wo wohnst du?= Waar woon jij?

Ich wohne in……..

Wo bist du geboren? Waar ben jij geboren?

Ich bin geboren in……...

Wie alt bist du? Hoe oud ben jij?

Ich bin ……..Jahre alt.

Wie heißt deine Schule?= Hoe heet jouw school?

Meine Schule heißt………….

Was ist dein Lieblingshobby? Wat is jouw hobby?

Mein Hobby ist.......

Was möchtest du später werden? Wat wil jij later worden?

Später möchte ich..... werden

Vierzehn

In den Niederlanden

Fußball spielen

weiß ich nicht

Kita

Geburtshelfer

ß= ss

Je spreekt deze ringel-s uit als een s

Oefen nu het gesprek met een klasgenoot.

Het gesprek vind je op de volgende dia.

de letter ß spreek je uit als..

1. S
2. B

Wat is/zijn het goede antwoord(en) op deze vraag?
Wie heißt Du?

1. Mein Bruder heißt Peter
2. 15 Jahre alt.
3. Ich heiße Peter
4. Mein Name ist Peter

Wie kan zichzelf al voorstellen in 5 zinnen?

Lesetext

- Selbständig

- 5 Minuten 

- In zweier Gruppe arbeiten.