wk 04: les 1+2

Dinsdag 26 januari - V1a (online les)
  • 10 minuten stillezen
  • D-toets bespreken
  • Wat voor cijfer heb je gekregen?
  • Klaar? Lezen in je leesboek

  • 10 minuten stillezen
  • Betoog: stelling, mening, argument
  • Aan de slag!

timer
10:00
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Dinsdag 26 januari - V1a (online les)
  • 10 minuten stillezen
  • D-toets bespreken
  • Wat voor cijfer heb je gekregen?
  • Klaar? Lezen in je leesboek

  • 10 minuten stillezen
  • Betoog: stelling, mening, argument
  • Aan de slag!

timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Vorige les heb je...
...de D-toets gemaakt.

Slide 2 - Diapositive

Deze les ga je...
...de D-toets bespreken in een groepje.
...oefenen met beoordelen.

...oefenen met mening/argumenten als voorbereiding op het schrijven van een betoog.

Slide 3 - Diapositive

E-toets: woensdag 27 januari
  • Ga naar ELO, Studiewijzers, Begrijpend lezen
  • Download het bestand "E-toets leesvaardigheid klas 1"
  • Download het bestand "E-toets leesvaardigheid klas 1 TEKST"
  • Na 45 minuten lever je je antwoordblad in via ELO, Opdrachten
  • Plagiaatcontrole

Slide 4 - Diapositive

Vraag 1: tekstopbouw: inleiding – middenstuk - slot

Vraag Hoe leidt de schrijver de tekst in?
Antwoord Het onderwerp aankondigen.
Past in een toets, want… Het gaat over de inleiding.

A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 5 - Quiz

Vraag 1: tekstopbouw: inleiding – middenstuk - slot

Vraag Welke manier gebruikt de schrijver om de tekst in te leiden?
Antwoord Onderwerp aankondigen
Past in een toets, want… Op deze manier laat een leerling zien dat hij weet op welke manieren je een tekst kan inleiden. Er zijn 4 manieren in totaal (anekdote, vraag stelling, aanleiding noemen).

A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 6 - Quiz

Vraag 3: deelonderwerp

Vraag Waar staat het deelonderwerp in een alinea?
Antwoord Vaak de eerste zin
Past in een toets, want… Dan kan de leerling het deelonderwerp opnoemen

A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 7 - Quiz

Vraag 4: tekstdoel

Vraag Wat is de tekstdoel van tekst 4?
Antwoord Uitleggeven
Past in een toets, want… Ja


A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 8 - Quiz

Aan de slag!
  • Je gaat in twee- of drietallen uiteen in Break Out Rooms.
  • Je wisselt je Antwoordblad onderling uit, zodat je de D-toets van je klasgenoot kunt nakijken.
  • Download de "Rubric Leesvaardheid klas 1" bij ELO, Studiewijzers, Begrijpend lezen
  • Beoordeel de D-toets van je klasgenoot
  • Welk cijfer krijg je? Vul slide 10 en 11 in

Slide 9 - Diapositive

Welk cijfer heb je gekregen voor de D-toets?
Een cijfer tussen 0,0-4,0
Een cijfer tussen 4,1- 5,4
Een cijfer tussen 5,5- 6,4
Een cijfer tussen 6,5- 7,4
Een cijfer tussen 7,5-8,4
Een cijfer tussen 8,5-9,4
Een cijfer tussen 9,5-10,0

Slide 10 - Sondage

Dit vind ik nog moeilijk van de les van vandaag...

Slide 11 - Question ouverte

Klaar?
Je mag verder gaan lezen in je leesboek.

Slide 12 - Diapositive

Tweede uur van het blokuur

Slide 13 - Diapositive

Terugblik: stelling, mening en argumenten
Stelling Een uitspraak waar je het mee eens of oneens kan zijn.
Het ATC is een fijne school.

Mening Wat je ergens van vindt. Een ander kan het hier (on)eens mee zijn.
Ik vind het ATC een fijne school.

Argumenten Met argumenten leg je uit waarom je iets vindt.
Op het ATC luisteren de docenten goed naar de leerlingen.  


Slide 14 - Diapositive

Signaalwoorden
Signaalwoorden
Argumenten kun je vaak herkennen aan signaalwoorden.

Ik vind het ATC een fijne school, omdat de docenten op het ATC goed naar de leerlingen luisteren.  

Ik vind het ATC een fijne school, want de docenten op het ATC luisteren goed naar de leerlingen.  

Slide 15 - Diapositive

Kijken en luisteren
We gaan een fragment bekijken (Learnbeat, Blok 5, 5.7 Spreken, kijken, luisteren, A Kijken en luisteren (betoog en discussie).

Na afloop beantwoord je een aantal vragen.

Slide 16 - Diapositive

Kijk- en luistervragen
  1. Wat is de stelling van Louis van Gaal?
  2. Wat is het doel van deze voordracht?
  3. Welke manier gebruikt Van Gaal om in de inleiding de aandacht te trekken?
  4. Geef van elke uitspraak aan of het om een mening of een feit gaat.
        a. Het is meteen stil.
       b. De verwachting (van het Nederlands elftal) is klein.
       c. De bondscoach ziet nog steeds kansen.
       d. Men vindt mij (Van Gaal) arrogant.
       e. Ik ben niet arrogant.
       f. Dat is mijn staf!
       g. Zo belangrijk is dat, om elke dag je product weer te testen.
       h. Ik laat me altijd adviseren door de specialist.
5. Noem nu zelf ten minste drie andere meningen en drie feiten uit het fragment
6. Vind je het verhaal van Van Gaal goed te volgen?
7. Vind je dat de inhoud van zijn presentatie past bij het doel? Licht je antwoorden toe.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

1. Wat is de stelling van Louis van Gaal?

Slide 19 - Question ouverte

2. Wat is het doel van deze voordracht?

Slide 20 - Question ouverte

3. Welke manier gebruikt Van Gaal om in de inleiding de aandacht te trekken?
A
vraag stellen
B
anekdote
C
aanleiding
D
onderwerp aankondigen

Slide 21 - Quiz

4. Geef van elke uitspraak aan of het om een mening of een feit gaat.

Het is meteen stil.
A
feit
B
mening

Slide 22 - Quiz

4. Geef van elke uitspraak aan of het om een mening of een feit gaat.

De verwachting (van het Nederlands elftal) is klein.
A
feit
B
mening

Slide 23 - Quiz

4. Geef van elke uitspraak aan of het om een mening of een feit gaat.

De bondscoach ziet nog steeds kansen.
A
feit
B
mening

Slide 24 - Quiz

4. Geef van elke uitspraak aan of het om een mening of een feit gaat.

Men vindt mij (Van Gaal) arrogant.
A
feit
B
mening

Slide 25 - Quiz

4. Geef van elke uitspraak aan of het om een mening of een feit gaat.

Ik ben niet arrogant.
A
feit
B
mening

Slide 26 - Quiz

4. Geef van elke uitspraak aan of het om een mening of een feit gaat.

Dat is mijn staf!
A
feit
B
mening

Slide 27 - Quiz

4. Geef van elke uitspraak aan of het om een mening of een feit gaat.

Zo belangrijk is dat, om elke dag je product weer te testen.
A
feit
B
mening

Slide 28 - Quiz

4. Geef van elke uitspraak aan of het om een mening of een feit gaat.

Ik laat me altijd adviseren door de specialist.
A
feit
B
mening

Slide 29 - Quiz

5. Noem nu zelf ten minste drie andere meningen en drie feiten uit het fragment.

Slide 30 - Question ouverte

6. Vind je het verhaal van Van Gaal goed te volgen? Licht je antwoord toe.

Slide 31 - Question ouverte

7. Vind je dat de inhoud van zijn presentatie past bij het doel? Licht je antwoord toe.

Slide 32 - Question ouverte

Klaar?
Verder lezen in je leesboek / werken aan je lapbook (oriëntatie-opdrachten invullen).

Slide 33 - Diapositive

Einde van deze les

Slide 34 - Diapositive