Tijdsbepaling met im, am, um

Grammatik A: tijdsbepalingen met im, am, um
Aan het einde van de les kun je:
- kun je de tijd aangeven en im, am, um
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Grammatik A: tijdsbepalingen met im, am, um
Aan het einde van de les kun je:
- kun je de tijd aangeven en im, am, um

Slide 1 - Diapositive

Tijdsbepalingen
1. im →  Als je wilt zeggen in welke maand/ seizoen iets gebeurt.
2. am →  Als je wilt zeggen in welke datum /dag vd week/dagdeel iets gebeurt. 
3. um →  Als je wilt zeggen om hoe laat iets gebeurt.  

Slide 2 - Diapositive

im, am, um
seizoen
maand
dag van de week
datum
tijdstip
im
im
am
am
um

Slide 3 - Question de remorquage

Mein Fußballtraining ist ... Dienstag... 20.00 Uhr.
A
am, um
B
im, um
C
um, am
D
um, im

Slide 4 - Quiz

..... Winter ist es kalt.
A
um
B
im
C
am

Slide 5 - Quiz

... Mai habe ich Geburtstag.
A
im
B
am
C
um

Slide 6 - Quiz

... 23. September gibt es eine große Party.
A
im
B
am
C
um

Slide 7 - Quiz

Vertaal: de lente
Denk aan de hoofdletters!

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal: de herfst
Denk aan de hoofdletters!

Slide 9 - Question ouverte

Vertaal: de zomer
Denk aan de hoofdletters!

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal: de winter
Denk aan de hoofdletters!

Slide 11 - Question ouverte

Dagdelen --> am

morgens = am Morgen = van 6 tot 9 uur 's morgens 
vormittags = am Vormittag = van 9 tot 12 uur 's morgens
mittags = am Mittag = van 12 tot 13 uur uur 's middags 
nachmittags = am Nachmittag = van 13 tot 18 uur 's middags 
abends = am Abend = van 18 tot 24 uur 's avonds 
nachts = in der Nacht = van 0 tot 6 's nachts 

Slide 12 - Diapositive