Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Aspecten van de vormgeving
Slide 1 - Diapositive
Beeldaspecten
Ezelsbruggetje: Klic voor rust (mafo)
Kleur
Lijn + Licht
Vorm
Ordening
Ruimte
Structuur + Textuur (Materiaal + Formaat)
Slide 2 - Diapositive
KLEUR
Slide 3 - Diapositive
Kleurencirkel
Johannes Itten
Primaire
Secundair
tertiar
3 verschillende kleursoorten
Slide 4 - Diapositive
Kleurhelderheid
De mate van helderheid van een kleur zegt iets over de hoeveelheid licht die een kleur weerkaatst.
Lichtgeel weerkaatst meer licht dan donker geel. Maar donker geel weerkaatst weer meer licht dan blauw.
Slide 5 - Diapositive
Kleurhelderheid
Slide 6 - Diapositive
Kleurcontrasten
kleur - kleur contrast
licht - donker contrast
complementair contrast
warm - koud contrast
Pag. 41 boek
Slide 7 - Diapositive
Kleuren familie
Kleuren die bij elkaar horen
felle kleuren
pastel kleuren
donkere kleuren
koele kleuren
warme kleuren
Blz. 38 boek
Slide 8 - Diapositive
Verzadigde kleuren
Een verzadigde kleur is een kleur op zijn kleurigst. zuiver rood is het meest verzadigde rood wat je kunt hebben.
pure kleuren zonder menging van wit of zwart
Slide 9 - Diapositive
Onverzadigde kleuren
Onverzadigde kleuren zijn vermengd met andere kleuren (primair, secundair of tertiair)
Slide 10 - Diapositive
Hoe heten de drie verschillende kleursoorten?
A
Primaire, secundaire, quatrième
B
Groen, oranje, paars
C
rood, Geel, Blauw
D
Primaire, secundair, tertiare
Slide 11 - Quiz
Uit welke kleuren bestaat dit schilderij voornamelijk?
A
Primaire kleuren
B
Secundaire kleuren
C
Tertiaire kleuren
D
Mooie kleuren
Slide 12 - Quiz
VORM
Slide 13 - Diapositive
Geometrische vormen
Zijn vormen die je in een wiskundeboek tegen komt. vierkant, rechthoek, ovaal, cirkel. Je kan ze meten met een liniaal of passer.
Slide 14 - Diapositive
Organische
vormen
vormen die afgeleid zijn uit de natuur. niet meetbaar. golvend en vloeiend. lijkt alsof ze gegroeid zijn ipv gemaakt door de mens.
Slide 15 - Diapositive
Silhouet
Vlakke platte vorm
jip en janneke
Slide 16 - Diapositive
Figuratief
Kun je zien wat er is afgebeeld?
hoeft niet gedetailleerd of realistisch
Slide 17 - Diapositive
Abstract
Je kan er niks in herkennen
vlakken, geometrische vormen, kleuren, geen herkenbare voorstelling.
Slide 18 - Diapositive
Gestroomlijnd
afgeleid van vissen en vogels. zo gevormd dat ze snel en makkelijk kunnen zwemmen of vliegen. (vorm bij auto/trein/vliegtuig, heel snel) & mooi gestroomlijnd dak station Rotterdam
Slide 19 - Diapositive
Hoe noem je de vormen op deze afbeelding?
Slide 20 - Question ouverte
Lijn
Slide 21 - Diapositive
Contour
Omtrek van een vorm
verschillende kleuren contour lijnen.
contour kan een onderdeel van een voorstelling extra benadrukken
Slide 22 - Diapositive
Lijnwerking
Lijnen in 1 richting -->diepte
Diagonale(schuine) en gebogen lijnen -->beweging
verticale lijnen-->hoogte
horizontale lijnen-->breedte
contour lijnen-->vorm benadrukken
Slide 23 - Diapositive
Wat is de lijnwerking in dit kunstwerk?
A
bewegelijk
B
orde
C
rust
D
ruimtelijk
Slide 24 - Quiz
Compositie
Slide 25 - Diapositive
compositie
De ordening van een beeld noem je compositie.
de kunstenaar heeft erover nagedacht
Slide 26 - Diapositive
overall compositie
de voorstelling is over het hele beeld verspreid
Slide 27 - Diapositive
Driehoeks compositie
Je zou een driehoek van het onderwerp kunnen maken
Slide 28 - Diapositive
Symmetrisch
Je kan ook over dit werk zeggen dat het een symmetrische compositie is.
Als je een lijn door het midden zou trekken, zijn beide kanten min of meer hetzelfde wat betreft de compositie.
Slide 29 - Diapositive
Centrale compositie
Onderwerp staat in het midden
Slide 30 - Diapositive
Welke compositie zie je op de afbeelding?
A
Symmetrische compositie
B
Centrale compositie
C
Driehoeks compositie
D
Overall compositie
Slide 31 - Quiz
Welk effect heeft een diagonale compositie?
A
Rust
B
Ruimte
C
Beweeglijk
D
Alle antwoorden
Slide 32 - Quiz
licht
Slide 33 - Diapositive
Licht richting
Meelicht
tegenlicht
zijlicht
blz.45
Slide 34 - Diapositive
licht donker contrast
Verschil tussen lichte en donkere delen van een foto of schilderij
clair-obscur = overdrijven
zie foto hiernaast
Slide 35 - Diapositive
Ruimte
Slide 36 - Diapositive
Ruimte suggestie
Groot voor / klein achter
afsnijding
overlapping
verschillende vormen van perspectief
vervaging
scherpte diepte
Slide 37 - Diapositive
Afsnijding
Stukje van de voorstelling valt buiten het kader. beeld word spannender, soms realistischer
Slide 38 - Diapositive
Overlapping
Diepte creëren door overlappen. delen worden over elkaar heen afgebeeld.
Slide 39 - Diapositive
Atmosferisch perspectief
kleuren van objecten op de achtergrond zijn vager en grijzer. er wordt zo diepte gesuggereerd.
Slide 40 - Diapositive
Plasticiteit
Onderdelen kunnen meer in het licht staan, en ergens anders schaduw hebben. Lichte delen gaan meer naar voren, donkere delen meer naar achteren.
Slide 41 - Diapositive
Kikvorsperspectief
Standpunt is laag als 'kikker' een foto maken. je kijkt naar boven. klein stukje grond zie je maar.
Slide 42 - Diapositive
Hoe word er op deze afbeelding ruimte gesuggereerd?
A
Afsnijding
B
Overlapping
C
Plasticiteit
D
Alle antwoorden
Slide 43 - Quiz
Structuur = beschrijf de opbouw van iets, vaak herkenbaar als een constructie/patroon/herhaling, zoals dit blad is opgebouwd uit een soort skelet van dikke lijnen (nerven) met daartussen herhalende kleinere lijnen (nerven).
Slide 44 - Diapositive
Slide 45 - Vidéo
00:20
Welke structuren zie je in dit schilderij?
A
Herhaling van cirkels
B
Patroon van lijnen
C
Herhaling van rechthoeken
D
Opbouw in 3 gelijke vlakken
Slide 46 - Quiz
Textuur = beschrijf hoe het aanvoelt, dus bijv. glad, ruw, bobbelig, enz.