1.1 Hoe ontstond de industrie 1

1.1 Hoe ontstond de industrie?
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1.1 Hoe ontstond de industrie?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
Introductie van het hoofdstuk 
Uitleg 1.1 
Zelfstandig werken
Klassikaal nabespreken 


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar moet je aan
denken bij industrie?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

1800
Nu 
Het ontstaan van de industrie 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huisnijverheid
  • Tot 1800 was bijna iedereen boer 

  • Bijverdienen met spinnen en weven. ( in het begin vooral in de winter later het hele jaar door) 


Welke energiebron werd er gebruikt? 

Slide 7 - Diapositive

spierkracht 

en soms natuurlijk 
Paardenkracht
Waterkracht 
Windkracht 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spinnen en weven
  • Het weefgetouw en het spinnewiel stonden in huis
  • Het hele gezin hielp mee
  • Huisnijverheid: het thuis maken van goederen door ambachtslieden of boeren

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De industriële samenleving:
  • Het leven van de Europeanen veranderde. 
  •  Dit is de Tijd van burgers en stoommachine 
  • Periode vanaf 1800  wordt de moderne tijd genoemd. 

- Komst van de stoommachine 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Oude krachten

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieuwe 
energiebronnen
Stoommachine: Bij een stoommachine zorgt de stoomkracht ervoor dat de apparaten bewegen.

Nieuwe energiebron: Steenkool en hout ( hout had een nadeel ) welke ?

Stoommachine werd rond 1780 in 
Groot-Brittannië uitgevonden.
 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Van huisnijverheid
naar fabriek

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De bouw van fabrieken
Om de grote stoommachines een plek te kunnen geven, werden er fabrieken gebouwd. 
Fabrieken werden in de buurt gebouwd 
waar ijzer en steenkool werd gevonden
- Ontstaan van de stoomtrein 
en later de stoomboot.  
- Britse economie ging hierdoor erg goed.. 

 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Blz 10 t/m 13
Opdracht 1 t/m 6 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is huisnijverheid?
A
Het thuis maken van goederen
B
Het werken in de fabriek
C
Geen werk hebben
D
Thuis online werken

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke energiebron wordt gebruikt bij de huisnijverheid?
A
Spierkracht
B
Windkracht
C
Waterkracht
D
Stoomkracht

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk voordeel heeft een stoommachine in vergelijking met spierkracht?
A
Stoommachines zijn groter.
B
Stoommachines kunnen overal neergezet worden.
C
Stoommachines worden minder snel moe.
D
Je hebt minder mensen nodig.

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je
onthouden van paragraaf 1.1?

Slide 22 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions