Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
2.2 Organen van planten
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt de bouw en functie van wortels, stengels en bladeren beschrijven.
Je kunt orgaanstelsels van planten noemen met hun functie.
Slide 2 - Diapositive
Organen van planten
Organen van een plant:
Wortels
Stengels
Bladeren
Je moet weten uit welke onderdelen de
organen bestaan en wat hun functies zijn.
Slide 3 - Diapositive
De bouw van wortels
Hoofdwortel
Zijwortel
Wortelhaartjes
Alle wortels samen noem je een wortelstelsel.
Slide 4 - Diapositive
Bomen hebben vaak hele grote wortelstelsels!
Sommige planten, zoals deze uien, hebben geen hoofdwortel en zijwortels.
Slide 5 - Diapositive
De functie van wortels
Water en mineralen opnemen uit de bodem.
De plant stevig vastzetten in de grond.
Reservestoffen opslaan.
Slide 6 - Diapositive
Stengels
Slide 7 - Diapositive
De takken en stammen (de stengels dus) van bomen en struiken bevatten veel hout. Ze zijn heel stevig. Ze heten houtachtige planten.
De stengels van andere planten bevatten haast geen hout. Die noem je kruidachtige planten. Hun stengels zijn alleen stevig als de plant genoeg water heeft gekregen.
Slide 8 - Diapositive
De bouw van bladeren
Een blad bestaat uit de volgende onderdelen:
De bladsteel. Hiermee zit hij vast aan de stengel.
De bladschijf. Zo noem je het hele platte gedeelte van het blad.
De hoofdnerf en de zijnerven. Die liggen in de bladschijf.
Het bladmoes is alles wat tussen de nerven zit (het groene).
Slide 9 - Diapositive
Vatenstelsel
Alle vaten in een plant bij elkaar noem je het vatenstelsel. Dit is een orgaanstelsel van de plant.
De functie van het vatenstelsel is transport. Dat transport gaat twee kanten op:
Water en mineralen gaan van de wortels naar de andere delen van de plant.
Glucose (gemaakt door fotosynthese in de bladeren) gaat van de bladeren naar de andere delen van de plant.