Les 2 Opkomst van Hitler

Hoe nu verder......
Het interbellum
(tussen de twee wereldoorlogen in)
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisBasisschoolGroep 6-8

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Hoe nu verder......
Het interbellum
(tussen de twee wereldoorlogen in)

Slide 1 - Diapositive

Wanneer was WO 1 echt afgelopen?
A
toen Hitler aan de macht kwam
B
in de treinwagon bij Compiegne
C
in Parijs
D
met het ondertekenen van het Verdrag van Versailles

Slide 2 - Quiz

Wat betekent ook alweer verdrag?
A
afspraak
B
regel
C
afspraak tussen landen

Slide 3 - Quiz

Wat staat er in het Verdrag van Versailles?

Slide 4 - Question ouverte

Het Verdrag van Versailles
1. Duitsland krijgt de schuld van WO 1
2. Duitsland moet geld betalen aan Frankrijk en Engeland. Dat noemen we         Herstelbetalingen
3. Duitsland moet stukken land afstaan
4. Duitsland mag maar een klein leger hebben.
5. Dat leger mag niet op een stuk land komen tussen Frankrijk en Duitsland

Slide 5 - Diapositive

Welk land wordt het zwaarst getroffen door het Verdrag van Versailles
A
Frankrijk
B
Duitsland
C
Verenigde Staten
D
Engeland

Slide 6 - Quiz

Wat vonden de Duitsers ervan?

Slide 7 - Question ouverte

Hoe ging het verder?

Slide 8 - Diapositive

Aan het einde van de les kun je:
  • vragen beantwoorden over de relatie tussen de maatregelen van het VvV en de opkomst van Hitler

Slide 9 - Diapositive

Adolf Hitler
  • Geboren 20 april 1889 in Oostenrijk
  • Gewone jeugd
  • Gevochten in WO I

Slide 10 - Diapositive

Boos op regering
Duitsland de schuld

Slide 11 - Diapositive

De politiek in


De Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders partij

Slide 12 - Diapositive

Nationalisme
Trots zijn op je eigen land

Slide 13 - Diapositive

Racisme
Mensen die anders zijn zijn minderwaardig
(kleur, geaardheid)

Slide 14 - Diapositive

Toespraak Hitler
  • Regering is slap: teveel land afgestaan
  • teveel toegestaan
  • het is de schuld van de Joden en communisten in de regering

Slide 15 - Diapositive

Wat betekent Nationalisme?
A
je bent trots op je eigen land
B
je eigen land is slechter dan andere landen
C
je eigen land is beter dan andere landen
D
je vindt je eigen land stom

Slide 16 - Quiz

Wat betekent racisme?
A
Mensen met een andere kleur zijn vrolijker
B
Mensen met een andere kleur zijn minderwaardig
C
Mensen met een andere kleur zijn slimmer
D
Mensen met een andere kleur zijn liever

Slide 17 - Quiz

Hoe heet de politieke partij die Adolf Hitler opricht?
A
Nationaal Duitse Socialistische Arbeiderspartij
B
Nationaal Socialistische Duitse Arbeiderspartij
C
Nazi's

Slide 18 - Quiz

Hitlers ideeën
  • Duitsland moet groot en machtig worden
  • Leidinggevende natie 
  • Hakenkruis (swastika) symbool van de partij
  • Joden en communisten zijn minderwaardig
  • De partij moest een militaire beweging worden 
  • Iedereen moest in uniform lopen 

Slide 19 - Diapositive

Hakenkruis (swastika)
  • eeuwenoud symbool voor levenskracht, geluk en heiligheid
  • gebruikt door Hitler en de NDSAP
  • symbool geworden voor de oorlog en de Nazi's

Slide 20 - Diapositive

Noem twee ideeen van Hitler

Slide 21 - Question ouverte

Hitler in de politiek 
  •  Hitler bewonderde de fascistische (=extreemrechts) leider van Italië, Mussolini.
  • Mussolini had in 1922 de macht gegrepen in Italië 

Slide 22 - Diapositive


Bierkellerputsch
1923



Hitler's mislukte staatsgreep (putsch) in München.
Hij wordt gearresteerd en veroordeeld tot een
gevangenisstraf van 5 jaar. 
Bierkellerputsch

Slide 23 - Diapositive


Mein Kampf
1925



  • Hitler gebruikte zijn tijd in de gevangenis om zijn boek 'Mein Kampf' te schrijven.
  • Een boek, met vage gedachten en ideeën..

Slide 24 - Diapositive

Na 1923 Herstel
  • Amerikaanse leningen (Dawes plan).
  • Duitsland komt er weer bovenop.
  • Jaren van welvaart, het wordt rustig.
  • Herstel vertrouwen in de politiek

Slide 25 - Diapositive

Dawes Plan (1924)

Slide 26 - Diapositive

  • Grote crisis in Amerika zorgt voor een crisis voor de hele westerse wereld. 
  • Armoede en werkloosheid 
  • Duitsland komt in de problemen met herstelbetalingen
1929
Beurskrach

Slide 27 - Diapositive

Aan de macht
Steeds meer mensen stemden op Hitlers partij

Hitler is dictator 
Mussolini

Slide 28 - Diapositive

En Hitler?
  • Die zegt hetzelfde als altijd: het is de schuld van het Verdrag van Versailles, joden, communisten, enz.

  • Hitler had na de mislukte staatsgreep besloten om alleen nog via verkiezingen aan de macht te komen...

  • ...en mensen stemmen massaal op hem!

Slide 29 - Diapositive

Hitler wordt kanselier
30 januari 1933




  • Andere partijen (en de president) kunnen niet meer om Hitler heen: 
  • hij wordt kanselier (minister-president). 

Slide 30 - Diapositive

Hitler aan de macht!
Autowegen worden aangelegd 
Fabrieken worden gebouwd
Veel soldaten-> groot leger
Duitsland  = het beste volk
Voor veel mensen werd het beter
Zo kreeg hij veel aanhangers 

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Vul de jaartallen in op de juiste volgorde in je tabel
1939                   1924
1923           1919
1933                          1929
1918                               1889
1914                       1919

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Wat is een dictator?
A
Iemand die gekozen is door het volk
B
Iemand die alleen heerst en de macht heeft
C
Iemand die meerdere landen regeert
D
Iemand die stiekem niet wil regeren

Slide 35 - Quiz

Waar probeerde Hitler in 1923 de macht te grijpen?
A
Berlijn
B
Hamburg
C
München
D
Keulen

Slide 36 - Quiz

Welk boek schreef Hitler in gevangenschap?
A
Mijn huis
B
Mijn kamp
C
Mijn strijd
D
Mijn moeder

Slide 37 - Quiz

Wat was de naam van Hitler zijn partij?
A
SDAP
B
NSDAP
C
NDAP
D
SS

Slide 38 - Quiz

Door welke belofte kreeg Hitler veel stemmen?
A
Hij beloofde dat de joden uit Duitsland zouden verdwijnen.
B
Hij beloofde dat hij een oorlog zou starten met Frankrijk en Engeland.
C
Hij beloofde de burgers werk en inkomen.

Slide 39 - Quiz

In welk jaar werd Hitler rijkskanselier van Duitsland?
A
1930
B
1932
C
1935
D
1933

Slide 40 - Quiz

Op welke manier wilde Hitler regeren?
A
Ondemocratisch, nationalistisch, dictatuur, gewelddadig
B
Ondemocratisch, nationalistisch, dictatuur, gelijkheid
C
Ondemocratisch, nationalistisch, vrij, gewelddadig
D
Ondemocratisch, communistisch, dictatuur, gewelddadig

Slide 41 - Quiz

Waarom werd Hitler in 1923 opgepakt?
A
Hij had een moord gepleegd.
B
Hij had ingebroken bij de keizer.
C
Hij had een staatsgreep gepleegd.
D
Hij had gefraudeerd bij de verkiezingen.

Slide 42 - Quiz

Wat deed Hitler toen hij rijkskanselier werd?
A
Einde aan de democratie, verbood politieke partijen en geen koning meer.
B
Einde aan de democratie, verbood politieke partijen en werd Fuhrer.
C
Einde aan de democratie, verbood politieke partijen maar hield wel verkiezingen.

Slide 43 - Quiz