week 25 5B en 5E

Klas 5B en 5E - week 25
Even checken: speech T1 ingeleverd afgelopen vrijdag? Goed zo!

We gaan de komende weken verder met ON. Deze week zijn er drie lessen.
Les 1: theorie beschouwing-betoog-uiteenzetting, mk. opdr. 4 (blok 9)
Les 2: theorie functies van tekstgedeelten en citeren, mk. opdr. 5, vraag 1 t/m 5 (blok 9)
Les 3: afmk. opdr. 5, vraag 6 t/m 10 (blok 9)

Succes!

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Klas 5B en 5E - week 25
Even checken: speech T1 ingeleverd afgelopen vrijdag? Goed zo!

We gaan de komende weken verder met ON. Deze week zijn er drie lessen.
Les 1: theorie beschouwing-betoog-uiteenzetting, mk. opdr. 4 (blok 9)
Les 2: theorie functies van tekstgedeelten en citeren, mk. opdr. 5, vraag 1 t/m 5 (blok 9)
Les 3: afmk. opdr. 5, vraag 6 t/m 10 (blok 9)

Succes!

Slide 1 - Diapositive

Lees [32-33, 35], p. 291-294, 296-297
Deze paragrafen gaan over de tekstsoorten: betoog, uiteenzetting en beschouwing. Dit zijn de drie tekstsoorten die centraal staan bij het examen.

Kijk ook het filmpje hierover op de volgende slide.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Maak nu opdr. 4 (blok 9, p. 203)
Dit is een korte theorie-opdracht.

Let op: de antwoorden vind je op de volgende slide.

Slide 4 - Diapositive

Antwoorden opdr. 4 (blok 9, p. 203)
1 beschouwing
2 betoog
3 a verschijnsel-en-besprekingstructuur, of: verschijnsel-en-verklaringstructuur
 b beschouwing (Niet: uiteenzetting, want een analyse is deels subjectief: er is sprake van interpretatie door de schrijver).
4 B, C, D, E (Een wetenschappelijk artikel kan bijvoorbeeld eindigen met een oproep tot verder onderzoek.)

Slide 5 - Diapositive

Dit is het einde van les 1
Wil je verder werken, neem dan eerst een korte pauze.

Slide 6 - Diapositive

Herhaal [22] en [127]: functies van tekstgedeeltes en citeren (p. 278-280 en p. 378-379)

Slide 7 - Diapositive

Lees nu de tekst "Als puber leefde ik bij de dag, dat mis ik wel" (p. 203-206)
Tip: doe dat in 3 rondes.

                                            Luister je liever? Op de volgende
                                              slide leest mevrouw Van Alem de 
tekst voor.

Slide 8 - Diapositive

Pagina 203 - opgave 5 - Blok 9

Blok 9 - opgave 5

Slide 9 - Diapositive

Maak nu opdr. 5, vraag 1 t/m 5 (blok 9, p. 206)
Let op: de antwoorden vind je op de volgende slide.

Slide 10 - Diapositive

Antwoorden opdr. 5, vraag 1 t/m 5 (blok 9, p. 206)
1 Het proces van volwassen worden (5 woorden).
2 ‘Misschien willen … gevoel behouden.’ (regel 27-29) Ook goed: ‘En die … de puberteit.’ (regel 16-17)
. Uitleg: de woorden "misschien" en "kennelijk" geven aan dat dit geen zekerheden zijn en dus veronderstellingen.
3 Ergens extreem in zijn. Dit kenmerk kan in verband gebracht worden met: brutaler worden, dingen uitproberen (of: out of the box-denken), zie alinea 4 en 5.
4 Kenmerk: pubers zijn vooral op zichzelf gericht/ ze zonderen zichzelf af. Verklaring: op deze wijze ontwikkelen ze hun identiteit. Alles wat te maken heeft met het zelfconcept zit in de prefrontale cortex, het hersendeel dat het laatste ‘af’ is bij een puber. (40 woorden).
5 uiteenzetten

Slide 11 - Diapositive

Antwoorden opdr. 5, vraag 1 t/m 5 (blok 9, p. 206)
1 Het proces van volwassen worden (5 woorden).
2 ‘Misschien willen … gevoel behouden.’ (regel 27-29) Ook goed: ‘En die … de puberteit.’ (regel 16-17)
. Uitleg: de woorden "misschien" en "kennelijk" geven aan dat dit geen zekerheden zijn en dus veronderstellingen.
3 Ergens extreem in zijn. Dit kenmerk kan in verband gebracht worden met: brutaler worden, dingen uitproberen (of: out of the box-denken), zie alinea 4 en 5.
4 Kenmerk: pubers zijn vooral op zichzelf gericht/ ze zonderen zichzelf af. Verklaring: op deze wijze ontwikkelen ze hun identiteit. Alles wat te maken heeft met het zelfconcept zit in de prefrontale cortex, het hersendeel dat het laatste ‘af’ is bij een puber. (40 woorden).
5 uiteenzetten

Slide 12 - Diapositive

Dit is het einde van les 2
Wil je verder werken, neem dan eerst een korte pauze.

Slide 13 - Diapositive

Ga verder met opdr.5 (blok 9), mk. vraag 6 t/m 10 
Let op: de antwoorden vind je op de volgende slide.

Slide 14 - Diapositive

Antwoorden opdr. 5, vraag 6 t/m 10 (blok 9, p. 206)
6 Fase 1: Vóór de puberteit: vrienden om mee te spelen.
 Fase 2: In puberteit (tot aan de laatste fase): aparte jongens- en meisjesgroepen die zich tegen elkaar afzetten; vrienden zijn er om geheimen met elkaar te delen.
 Fase 3: Eind puberteit: gemengde vriendschappen; de seksen snuffelen aan elkaar.

7 Doordat pubers brutaler worden, of: dingen uitproberen om te zien hoe erop wordt gereageerd.

8 Swaab meent dat alles al in het brein wordt vastgelegd aan het begin van het leven en dat de invloed van de omgeving heel klein is. Crone vindt daarentegen dat ook de invloed van de omgeving belangrijk is. (38 woorden)

Slide 15 - Diapositive

Antwoorden opdr. 5, vraag 6 t/m 10 (blok 9, p. 206)
9 a Een verslag van een interview met Eveline Crone.
 b Naar aanleiding van het verschijnen van haar nieuwe boek.
10 Twee van de volgende punten:
 - aansprekende kop;
 - tussenkopjes;
 - alineaverdeling.

Slide 16 - Diapositive

Dit was het einde van les 3
Volgende week gaan we verder met ON (we maken dan weer een oude examentekst). 

Slide 17 - Diapositive