les 3 - ondersteunen bij persoonlijke verzorging

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

WELKOM KLAS CP5c!

JdW-klimwijzer

Startklaar

• Kauwgom uit.
• Oordopjes uit. 
• Jassen uit.
• Ga op je plek zitten.
• Telefoon in zakkie op de hoek van de tafel.
• Pak je chromebook en log in LessonUp.
• Tas onder je tafel.

Wat gaan we doen vandaag? les 3

• Bespreken vorige les.
• Theorie hulp bij naar het toilet gaan.
• Theorie wat is autonomie en zelfredzaamheid.
• Taken verdelen.
• 2 Opdrachten uitvoeren.
• Eindevaluatie invullen.
• Nabespreken opdrachten.
• Kennis piramide bespreken en invullen.
• Afsluiting les.

Denken Duo Delen

Wat weet je nog over het omgaan met privacy en intimiteit?

• Denken: Denk eerst zelf goed na. Dit doe je in stilte!

• Duo: Bespreek heel zacht met je buurman/vrouw je antwoord.
• Delen: Vertel aan de klas wat jullie besproken hebben.

Doelen:

• Na de les weet ik wat basiszorg is.
• Na de les weet ik wat hygiëne tijdens de basiszorg inhoudt.
• Na de les kan ik handen wassen volgens protocol.
• Na de les kan ik omgaan met privacy en intimiteit volgens opgestelde criteria.
• Na de les kan ik iemand ondersteunen bij de huidverzorging.
• Na de les kan ik iemand ondersteunen bij mondverzorging.
• Na de les kan ik iemand ondersteunen bij het aan- en uitkleden.
• Na de les kan ik iemand ondersteunen bij het eten.
• Na de les weet ik welke hulpmiddelen er zijn voor de persoonlijke verzorging.

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

Hulp bij het naar de toilet gaan

5. Hulp bij het naar de toilet gaan

• Incontinentie = Je kunt je urine en/of ontlasting niet meer ophouden
  
• Incontinentiemateriaal = Een hulpmiddel dat de urine en ontlasting opvangt. Bijvoorbeeld (wegwerp) luiers of broekjes
  

Wat is incontinentie?

1. Een medische behandeling voor incontinentie
2. Een hulpmiddel dat urine en ontlasting opvangt
3. Een hulpmiddel om naar de toilet te gaan
4. Je kunt je urine en/of ontlasting niet meer ophouden

Wat is incontinentiemateriaal?

1. Een hulpmiddel om te sporten
2. Een product voor persoonlijke hygiëne
3. Een hulpmiddel voor het huishouden
4. Een hulpmiddel dat de urine en ontlasting opvangt

Welk voorbeeld hoort bij incontinentiemateriaal?

1. Een hulpmiddel voor mobiliteit
2. (Wegwerp) luiers of broekjes
3. Medicijnen tegen incontinentie
4. Een speciale toiletbril

Autonomie en zelfredzaamheid

Zelfredzaamheid = Als je voor jezelf kunt zorgen en jezelf kunt redden.

Autonomie = Als je onafhankelijk bent en zelf kunt bepalen hoe je je leven leidt.

Gevoel van eigenwaarde = Als je jezelf waardevol vindt, los van wat anderen ervan denken.

Wat betekent gevoel van eigenwaarde?

1. Nooit tevreden zijn met jezelf.
2. Jezelf waardevol vinden, maakt niet uit wat anderen vinden.
3. Je eigen mening niet belangrijk vinden.
4. Alleen waardevol voelen als anderen dat zeggen.

Wat is autonomie?

1. Altijd de wensen van anderen volgen.
2. Afhankelijk zijn van anderen voor alles.
3. Onafhankelijk zijn en zelf je leven bepalen.
4. Niet zelf beslissingen kunnen nemen.

Wat betekent zelfredzaamheid?

1. Afhankelijk zijn van anderen.
2. Altijd hulp nodig hebben van anderen.
3. Voor jezelf kunnen zorgen en jezelf redden.
4. Niet in staat zijn om voor jezelf te zorgen.

Aan de slag

Voer de praktijkopdrachten uit:

• Handen wassen
• Tanden poetsen van de zorgvrager
• Helpen bij aan- en uitkleden
• Helpen bij het eten en drinken

Voer de theorieopdrachten uit:

• Maak poster over een zorginstelling in de buurt
• Maak de opdracht over hulpmiddelen en zelfredzaamheid
• Vul de eindevaluatie in

Takenverdeling les 3

Handen wassen	Tanden poetsen	Helpen bij aan- en uitkleden	Helpen bij eten en drinken	Theorie opdracht	Theorie opdracht
groep 4	groep 5	groep 6	groep 1	groep 2	groep 3
groep 3	groep 4	groep 5	groep 6	groep 1	groep 2

Handhygiëne

Hygiëne heeft betrekking op de zorgvrager, maar ook op jou als zorgverlener

Onder handhygiëne verstaan we:

• handen wassen
  
• handen desinfecteren
  
• handen verzorgen
  

Handhygiëne

Richtlijnen handhygiëne:

• Knip de nagels kort en houd ze schoon
  
• Kunstnagels zijn niet toegestaan
  
• Nagellak is niet toegestaan
  
• Draag geen hand/arm sieraden
  

Wat is een goede handhygiëne?

1. Kunstnagels zijn toegestaan
2. Nagellak mag
3. Je mag hand/arm sieraden dragen
4. Knip de nagels kort en houd ze schoon

Wat is persoonlijke verzorging?

1. Nagels knippen
2. Tandenpoetsen
3. Haren wassen
4. Alle antwoorden zijn goed

Mondverzorging

3.Mondverzorging – aandachtspunten:

• Goede mondverzorging is belangrijk
  
• Als de zorgvrager niet goed kan kauwen, kan hij/zij:
  

                   - onvoldoende voedingsstoffen binnen krijgen en ziek worden

                   - niet meer praten of niet fris uit de mond ruiken

Mondverzorging

Het gebit:

• Bestaat uit 32 tanden en kiezen
  
• Heeft verschillende soorten tanden
  

                  - Snijtanden

                  - Hoektanden

                  - Kiezen

Wat kan er gebeuren als de zorgvrager niet goed kan kauwen?

1. Onvoldoende voedingsstoffen binnenkrijgen en ziek worden
2. Meer tanden krijgen
3. Niet meer praten of niet fris uit de mond ruiken
4. Geen tanden hebben

Hulp bij het aan- en uitkleden

4. Hulp bij het aan- en uitkleden:

• Soms is het niet makkelijk een zorgvrager aan- en uit te kleden. Dit komt bijvoorbeeld doordat de zorgvrager:
  

                   - een zeer ernstige lichamelijke beperking heeft

                   - niet begrijpt wat je bedoelt

Tips:

• Blijf geduldig en begripvol
  
• Zorg dat je de zorgvrager goed kent zodat je weet hoe je het beste met hem om kan gaan
• Stimuleer – beloon of maak een grapje
  

Waarom is het soms moeilijk om een zorgvrager te helpen bij het aan- en uitkleden?

1. Er is geen goede kleding
2. De zorgvrager begrijpt je niet goed
3. Gebrek aan tijd
4. De zorgvrager heeft een ernstige lichamelijke beperking

Hulp bij het eten en drinken

6. Hulp bij het eten en drinken – tips:

• Zorg dat de maaltijd smaakvol wordt opgediend
  
• Zorg dat de maaltijd prettig verloopt
  
• Bij slikproblemen kan het eten ook gemalen worden
  
• Zien eten doet eten
  

Wat kan worden gedaan bij slikproblemen tijdens het eten?

1. Negeren van de slikproblemen
2. Het eten kan gemalen worden
3. Het eten moeilijker maken om te eten
4. Het eten aanbieden in grote stukken

Wat kan helpen om de maaltijd prettig te laten verlopen?

1. Een stressvolle omgeving
2. Gezelligheid en een ontspannen sfeer creëren
3. Onaangename geuren in de eetruimte
4. Eten zonder te praten

Nabespreken

Evaluatie

Vul de eindevaluatie in.

Denken Duo Delen

Wat weet je nu over het ondersteunen bij verzorgende activiteiten?

• Denken: Denk eerst zelf goed na. Dit doe je in stilte!

• Duo: Bespreek heel zacht met je buurman/vrouw je antwoord.
• Delen: Vertel aan de klas wat jullie besproken hebben.

Kennispiramide:

1. Pak je map erbij en ga naar je kennispiramide.
2. Wat heb je vandaag geleerd?
3. Vul dit in op je kennispiramide.
4. Doe de kennispiramide in je JDW map en zorg dat je deze elke les bij je hebt!

Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?

010

Wat vond je van de afgelopen les?

😒🙁😐🙂😃