samenhang van maten

Samenhang van maten
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Samenhang van maten

Slide 1 - Diapositive

Vandaag leren (en herhalen ) we de samenhang tussen de verschillende maten.
Aan het eind van deze les weten we wat de voorvoegsels
zoals milli-, centi-, kilo-  betekenen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wat weten jullie er al van?
1 kilogram = ....... gram en
1 kilometer = ......... meter.

Slide 6 - Question ouverte

Wat betekent 'kilo' ?
Overleg met je buurman/vrouw
Kilo
Kilo betekent 1000

Slide 7 - Diapositive

Welke maten met 'kilo'
ken je nog meer?

Slide 8 - Carte mentale

1 deciliter = ....... liter en
1 decimeter = ......... meter

Slide 9 - Question ouverte

'deci' betekent .....
overleg met buurman/vrouw
deci
gedeeld door 10  
of   
 1/10 deel.

Slide 10 - Diapositive

Welke maten met 'deci'
ken je nog meer?

Slide 11 - Carte mentale

Welke voorvoegsels van
maten ken je nog meer?

Slide 12 - Carte mentale

10 meter krijgt het voorvoegsel....

A
deci
B
deca
C
docu
D
daco

Slide 13 - Quiz

Het voorvoegsel 'hecto' betekent
..............
A
1000
B
10
C
100
D
10 000

Slide 14 - Quiz

Welk voorvoegsel hoort bij 'gedeeld door 100 of 1/100 deel ' ?

A
B
C
D

Slide 15 - Quiz

Welke litermaat gebruikt men bij dit soort kleine flesjes ? En wat betekent het voorvoegsel hiervan?

Slide 16 - Question ouverte

deca
10 van iets

Bijvoorbeeld:  decameter = 10 meter
hecto
100 van iets

Bijvoorbeeld: hectometer = 100 meter, hectogram = 100 gram
mili
gedeeld door 1000
of 
1/1000e  deel
bijvoorbeeld: millimeter = 0,001 meter;  milliliter = 0,001 liter
centi
gedeeld door 100
of
1/100e  deel
bijvoorbeeld:  centimeter = 0,01 meter;  centiliter = 0,01 liter
deci
gedeeld door 10  of 
1/10e deel

bijvoorbeeld:  decimeter = 0,1 meter  
kilo
1000  van iets

bijvoorbeeld:  kilogram = 1000 gram,   kiloliter = 1000 liter, 
                           kilometer = 1000 meter

Slide 17 - Diapositive

De spinner kiest een maat.
Wie heeft het een kaartje wat bij de maat past?

Slide 18 - Diapositive

En nu naar Snappet:  507 S  samenhang maten
Som 1 :  wie het nog lastig vindt, gaat samen met juf deze 
                 som maken.
som 2 :  Niet meer dan 2 fouten?  Plusopgaven maken
                 Nog lastig?  ga even door naar som 3
som 3: Eerste 4 goed?   door naar de plusopgaven.

Slide 19 - Diapositive

Evaluatie
We kijken naar de resultaten van de les.
Sterren gehaald?
Noteer ze op je weektaak.

Slide 20 - Diapositive