havo 4 Adjektiv

Das Adjektiv (bijvoeglijk voornaamwoord)
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Das Adjektiv (bijvoeglijk voornaamwoord)

Slide 1 - Diapositive

Programm
- Hausaufgaben kontrollieren (47-49 Kapitel 3).
- Was ist ein Adjektiv?
- Wie konjugiert man Adjektive?
- Übungen zur Der- und zur Ein-Gruppe.
- Kontrolle Arbeitsbuch (32)

Ziele: 
1. Ihr wisst was ein Adjektiv ist.
2. Ihr könnt Adjektive in der Der- und Ein-Gruppe konjugieren.

Slide 2 - Diapositive

Hausaufgaben kontrollieren und korrigieren.

Slide 3 - Diapositive

Wat is een Adjektiv?
een Adjektiv = een bijvoeglijk naamwoord. Het bijvoeglijk naamwoord...
 zegt iets over een zelfstandignaamwoord; 
betreft vaak een eigenschap of een kenmerk;
staat vaak vóór het zelfstandignaamwoord.


Voorbeeld: Mijn oom heeft een mooie, rode auto. 
Auf Deutsch: Mein Onkel hat ein schönes, rotes Auto.

Slide 4 - Diapositive

Vul de lijst verder aan met 3 Duitse Adjektive die je zelf al kent (één keer antwoord insturen).
timer
1:00

Slide 5 - Question ouverte

Bijvoeglijk naamwoord: Der-Gruppe

Slide 6 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord: Ein-Gruppe

Slide 7 - Diapositive

Wat is de meest voorkomende uitgang van het Adjektiv in het Duits ?
A
e
B
er
C
en
D
es

Slide 8 - Quiz

In welke naamval(en) komt deze meestvoorkomende uitgang -en ALTIJD voor ?
A
1e en 2e naamval
B
2e en 3e naamval
C
3e en 4e naamval
D
1e en 4e naamval

Slide 9 - Quiz

Waar komt de uitgang -en in beide gevallen NIET voor ?
A
mannelijk 1e vrouwelijk 1e
B
vrouwelijk 1e mannelijk 4e
C
onzijdig 1e mannelijk 4e
D
meervoud 1e onzijdig 4e

Slide 10 - Quiz

Waar komt de meestvoorkomende uitgang -en UITSLUITEND voor ?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Lien

Noteer alle uitgangen van het Adjektiv voor m/v/o/mv als een woord uit de DER-groep vooraf gaat....

Slide 13 - Question ouverte

Noteer alle uitgangen van het Adjektiv
voor m/v/o/mv als een woord uit de EIN-groep vooraf gaat..

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Lien

Slide 16 - Lien

Slide 17 - Vidéo

Hausaufgaben kontrollieren 
und korrigieren

Slide 18 - Diapositive