BV 6 - Ramadan

BURGERSCHAP
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

BURGERSCHAP

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ramadan

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat leer je van deze les?
Lesstof over de Ramadan:
Voor wie?
Wanneer?
Waarom?
Hoe?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

RAMADAN:
VASTEN EN GEZELLIGHEID
Ramadan is de negende maand van de islamitische kalender. Het is de vastenmaand voor moslims. Moslims mogen dan tussen zonsopgang en zonsondergang niet eten en drinken. De ramadan begint dit jaar op 11 maart. Dit hangt af van de stand van de maan. 

Slide 5 - Diapositive

29 of 30 dagen
Wat betekent Ramadan?
A
Dat is een maand waarin moslims overdag nergens naartoe gaan.
B
Dat is een maand waarin moslims overdag niets eten en drinken.
C
Dat is een plaats waar moslims samen gaan eten en drinken.
D
Dat is een feest voor mensen met een bepaald geloof

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie doet er mee aan Ramadan?

Slide 7 - Question ouverte

Volgens het geloof moet iedereen die islamitisch is meedoen aan de ramadan, maar er zijn zeker ook uitzonderingen tijdens de ramadan. Mensen die oud, ziek of zwanger zijn, hoeven niet mee te vasten. Ook als je ongesteld bent hoef je niet te vasten en mag je 'gewoon' eten zoals je gewend bent.
Wat betekent vasten tijdens de Ramadan?
A
Overdag alleen drinken en helemaal niets eten
B
Een maand alleen drinken en niet eten
C
Overdag niet eten en drinken, 's avonds wel
D
Overdag eten en drinken, 's avonds niet

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Moslims vasten tijdens de Ramadan.
Omdat ze dan zelf ervaren hoe het
is om:
A
Arm en hongerig te zijn
B
Naar de moskee te gaan
C
Weinig energie te hebben
D
Weinig geld te hebben

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welk moment van de dag mogen moslims tijdens de ramadan wel eten?
A
Alleen op 13 april in de middag
B
Als de zon onder is
C
Overdag
D
Elke middag tussen 13.00 en 17.00

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel dagen duurt de
Ramadan?
A
28 0f 29 dagen
B
29 of 30 dagen
C
32 of 33 dagen
D
30 of 31 dagen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdens de Ramadan zijn er nog meer dingen die moslims doen of laten. Zoals:

Slide 12 - Question ouverte


Deze maand mogen moslims van zonsopkomst tot zonsondergang niet eten, drinken, roken en seksen. Ook roddelen, liegen en vloeken is tijdens het vasten verboden. De Ramadan is een van de vijf zuilen van de islam en daarom voor veel moslims een belangrijke maand.
Wie hoeven er niet mee te doen aan de Ramadan?

Slide 13 - Question ouverte

Mensen die oud, ziek of zwanger zijn, hoeven niet mee te vasten. Ook als je ongesteld bent hoef je niet te vasten en mag je 'gewoon' eten zoals je gewend bent
Iemand die op reis is hoeft niet mee te doen aan de Ramadan.
Wat doen zij wel?
A
Iets doen voor mensen die het moeilijk hebben.
B
De ramadan een jaar overslaan.
C
Het Suikerfeest niet mee vieren.
D
Het vasten later inhalen.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je over het Eid al Fitr?

Slide 15 - Question ouverte

Eid al Fitr is Suikerfeest, Ramadanfeest of Eid-al-fitr is een islamitische feestdag waarop het einde van de vastenmaand ramadan gevierd wordt. 
Suikerfeest- Eid al Fitr
Het vasten duurt van zonsopgang tot zonsondergang. Kinderen en zieke of heel oude mensen hoeven niet mee te doen met het vasten. Sommige kinderen doen een paar dagen mee om te oefenen voor later. Na zonsondergang is er de Iftar. Dat is het Arabische woord voor ‘maaltijd’. 
De ramadan eindigt als de volgende nieuwe maan te zien is. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer wordt het Suikerfeest gevierd?
A
Halverwege de ramadan
B
Aan het begin van de ramadan
C
Aan het einde van de ramadan
D
Aan het begin en aan het einde van de ramadan

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


'Ze lezen de hele Koran en sommigen gaan op bedevaart naar Mekka.'
Wat betekent op bedevaart gaan?
A
Naar Mekka varen voor een vakantie
B
Op reis gaan naar een heilige plaats
C
Op avontuur gaan naar een heilig land
D
Op avontuur gaan naar een onbekend land

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Ramadan begint dit jaar op
11 maart. Is dat elk jaar zo?
A
Ja, hij begint elk jaar op 11 maart. Vroeger begon hij ook weleens 11 dagen eerder of later.
B
Meestal begint de ramadan op 11 maart. Maar hij kan ook op 29 april of 30 april beginnen.
C
Nee, hij begint elk jaar op een andere datum. Hij begint steeds ongeveer 11 dagen eerder.
D
Een jaar op 11 april en het jaar erna op 13 april.

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is waar?
2 goede antwoorden mogelijk!
A
Kinderen krijgen soms cadeaus
B
Oudere mensen krijgen bloemen
C
Het Suikerfeest duurt 6 dagen
D
Het Suikerfeest duurt 3 dagen

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb jij ooit gevast?
Ja
Nee

Slide 21 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik zou best een maand kunnen vasten
Ja!
Nee..

Slide 22 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Werklog
Geef antwoord op de volgende vragen in je werklog op Peppels
  1. Waar hebben we het over gehad
  2. Wat vond je ervan?
  3. Wat heb je ervan geleerd?
  4. Wat was jouw inbreng in deze les?

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions