Engels Animals

Engels: animals
Aan het einde van les weet ik 10 engelse namen!

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Engels: animals
Aan het einde van les weet ik 10 engelse namen!

Slide 1 - Diapositive

Fluisterspel
Iedereen zit in een kring.
De meester fluistert een zin in de oor van degene naast hem/haar.
Zij fluistert wat ze hoort door. Als de laatste is vertelt hij/zij de zin.

Slide 2 - Diapositive

Quiz!
Pak een papier en potlood.
Als je de vraag ziet, schrijf je op het papier het juiste antwoord (a,b, c of d).
Vragen kunnen vragen voor een nederlandse vertaling, of engelse!
je krijg 5 seconden om te antwoorden

Slide 3 - Diapositive

Oefenvraag: What does "Cow" mean?
A
Koe
B
Varken
C
Ooievaar
D
Stier

Slide 4 - Quiz

Vraag 1: What does "Eagle" mean?
A
Vogel
B
Ooievaar
C
Adelaar
D
Papagaai

Slide 5 - Quiz

Vraag 2: What does "Schildpad" mean?
A
Tortoise
B
Turtle
C
rhinosaur
D
Clownfish

Slide 6 - Quiz

Vraag 3: What does "Crow" mean?
A
Raaf
B
Kraai
C
Papagaai
D
Vogel

Slide 7 - Quiz

Vraag 4: What does "Haai" mean?
A
Hammerhead
B
Jaws
C
Hey
D
Shark

Slide 8 - Quiz

vraag 5: What does "Parrot" mean?
A
Vogel
B
Raaf
C
Papagaai
D
Ooievaar

Slide 9 - Quiz

Vraag 6: What does "Ooievaar" mean?
A
Stork
B
Platypus
C
Raven
D
Pigeon

Slide 10 - Quiz

Vraag 7: What does "Pidgeon" mean?
A
Raaf
B
Duif
C
(bruine) Kip
D
Gier

Slide 11 - Quiz

Vraag 8: What does "Vulture" mean?
A
Gier
B
Adelaar
C
Raaf
D
Toekan

Slide 12 - Quiz

Vraag 9: What does "Reindeer" mean?
A
Rendier
B
Elland
C
Hert
D
Ezel

Slide 13 - Quiz

Laatste vraag: What does "Aap" mean?
A
Ape
B
Monkey
C
Gorilla
D
Bear

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Hoe ging het?
Had je ze allemaal goed?

Slide 16 - Diapositive