Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Zelfontworpen les DTSL4 Annika van Lanen
Omgaan met zwerfafval
Slide 1 - Diapositive
Zwerfafval
Slide 2 - Carte mentale
Lesdoel
Ik weet:
* wat zwerfafval is
* wat de de gevolgen zijn van zwerfafval
* wat ik kan doen tegen zwerfafval
Slide 3 - Diapositive
Zwerfafval is rondslingerend afval
Zwerfafval:
Rondslingerend afval dat mensen weggooien of achterlaten op straat of in de natuur.
Welk zwerfafval zie je op de plaatjes?
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Dode dieren en dode planten worden in de natuur netjes opgeruimd door bacteriën en schimmels. Een mooi evenwicht: afval wordt zo weer grondstof. Als mensen afval in de natuur gooien, dan wordt deze balans verstoord. Zwerfafval is lastig of soms zelfs helemaal niet af te breken door de natuur.
De tijd die de natuur nodig heeft om zwerfafval af te breken noemen we afbreektijk.
Slide 6 - Diapositive
Sleep het plaatje van het zwerfafval naar de juiste afbreektijd
50 jaar tot nooit
Een jaar
20 tot 25 jaar
Een paar dagen tot een paar weken
Vergaat niet
Verbrokkelt maar breekt niet af
Slide 7 - Question de remorquage
Slide 8 - Vidéo
Slide 9 - Vidéo
Slide 10 - Vidéo
Wat kan jij doen tegen zwerfafval, draai aan het rad!
Slide 11 - Diapositive
Hoelang duurt het voordat een frisdrankblikje is verteerd?
A
Minimaal 10 jaar
B
Minimaal 30 jaar
C
Minimaal 50 jaar tot nooit
D
Minimaal 100 jaar tot nooit
Slide 12 - Quiz
Wat is zwerfafval?
A
Afval van zwervers
B
Rondslingerend afval dat mensen weggooien of achterlaten op straat/natuur
C
Afval dat je in een openbare prullenbak gooit
D
Afval dat je in je eigen prullenbak gooit
Slide 13 - Quiz
Wat betekent afbreektijd?
A
De tijd die de natuur nodig heeft om zwerfafval af te breken
B
De tijd die nodig is om een prullenbak open te maken
C
De tijd die nodig is om iets af te breken
D
Dit woord bestaat niet
Slide 14 - Quiz
Wat kan jij doen tegen zwerfafval?
A
Ruim je afval op, ga nooit afvalprikken,
B
Zorg dat je veel afval hebt, geef het goede voorbeeld
C
Gooi afval naast de prullenbak, geef het goede voorbeeld
D
Ruim je afval op, ga afvalprikken, zorg dat je weinig afval hebt, geef het goede voorbeeld