H43 maandag 01-07-2021 herhalen grammatica tijden (moelijk)

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Past simple & Present perfect
Deze twee komen vaak samen in één opdracht voor, dus je moet goed weten wanneer je welke van de twee moet gebruiken. 
Trap niet in de valkuil van het Nederlands, want in het Engels gelden er heel andere regels wanneer je welke tijd moet gebruiken!

Slide 2 - Diapositive

Wat is de past simple van 'go'?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is de past simple van 'jump'?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is de present perfect van 'go'?

Slide 5 - Question ouverte

past simple & present perfect
past simple
handeling uit het verleden die nu is afgesloten
--> I played football until I was 15. 

present perfect
- handeling in verleden begonnen die nu nog bezig is, OF:
- handeling uit verleden waarvan resultaat nog merkbaar is --> link tussen heden en verleden
--> I have lived here since I was a child.   /  Look, she has broken her leg!

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Welke tense moet je gebruiken?
I ________ (want) a kitten since I was 10.
A
past simple
B
present perfect

Slide 8 - Quiz

Welke tense moet je gebruiken?
They ________ (gain) a lot of weight when they lived in Spain.
A
past simple
B
present perfect

Slide 9 - Quiz

Welke tense moet je gebruiken?
We _______ (be) the best team at the championship of 2019.
A
past simple
B
present perfect

Slide 10 - Quiz

Vul de juiste tense in:
We _____ (be) friends since primary school.

Slide 11 - Question ouverte

Vul de juiste tense in:
Oh no, what _____ (he, do)??!

Slide 12 - Question ouverte

Vul de juiste tense in:
I _____ (lose) my car key at the party last Friday.

Slide 13 - Question ouverte

Vul de juiste tense in:
So far, we ______ (not, see) anyone we know.

Slide 14 - Question ouverte

Vul de juiste tense in:
They ____ (not, know) what to do when the alarm went off.

Slide 15 - Question ouverte

Vul de juiste tense in:
I ____ (study) hard for this test, so I'm sure I will get a good grade.

Slide 16 - Question ouverte

Tot zover de past simple & present perfect.
De volgende combinatie die we bekijken is:
past simple & past perfect

Slide 17 - Diapositive

Hoe maak je de past perfect ook alweer?

Slide 18 - Question ouverte

Past perfect

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Vul de juiste past tenses in:
After Fred ___ (spend) his holiday in Italy, he ___ (want) to learn Italian.

Slide 21 - Question ouverte

Vul de juiste past tenses in:
She ___ (watch) Netflix after the children ___ (go) to bed.

Slide 22 - Question ouverte

Vul de juiste past tenses in:
I ___ (be) very tired because I ___ (study) too much.

Slide 23 - Question ouverte

Vul de juiste past tenses in:
When she saw there ___ (be) an accident, she ___ (call) the police.

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

En nu: thuis oefenen!
Het beste kun je eerst oefenen met 2 verschillende tijden, in verschillende combinaties:

Daarna moet je oefenen met meer/alle tijden door elkaar:

Slide 26 - Diapositive

Wie moet nog iets inhalen?
We hebben onderhand een leestoets gedaan en een luistertoets. Heb je één van deze twee gemist of allebei, maak dan nu een afspraak bij je docent om in het in te halen!

Slide 27 - Diapositive