Laatste les voor toetsweek 3

Welkom
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
Oefenen voor de toets
Doorlopen van de hoofdstukken

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn verschillende soorten werkloosheid. Kies de juiste omschrijving bij de juiste soort werkloosheid
Werkloosheid die ontstaat door blijvende veranderingen.
Werkloosheid als gevolg van dalende bestedingen
Werkloosheid vanwege de tijd die het kost om te solliciteren
Werkloosheid omdat er maar een deel van het jaar werk is
Werklozen die zich hebben ingeschreven bij het UWV
Structurele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Frictie werkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Geregistreerde werkloosheid

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn verschillende soorten werkloosheid. Kies de juiste omschrijving bij de juiste soort werkloosheid
Werkloosheid die ontstaat door blijvende veranderingen.
Werkloosheid als gevolg van dalende bestedingen
Werkloosheid vanwege de tijd die het kost om te solliciteren
Werkloosheid omdat er maar een deel van het jaar werk is
Werklozen die zich hebben ingeschreven bij het UWV
Structurele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Frictie werkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Geregistreerde werkloosheid

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een CAO?
A
Centrale Arbeidsovereenkomst
B
Collectieve Arbeidsonderneming
C
Centrale Arbeidsonderneming
D
Collectieve Arbeidsovereenkomst

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen en vaste en flexibele baan?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het brutoloon van Willem is € 1895,- per maand.
Hij moet daarover € 465,- belasting en € 98,- aan sociale premies. Wat is het netto loon?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de productiesectoren zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welk soort bedrijven zijn er aandelen?
A
BV
B
VOF
C
Eenmanszaak
D
NV

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er was meer werkgelegenheid in de steden. Wat betekent dit?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stucturele werkloosheid
Seizoens werkloosheid
Regionale werkloosheid
Frictie werkloosheid
Alicia de kassière is haar baan verloren door zelfscanners
Sanne werkt in de winter op de schaatstbaan en in de zomer heeft ze geen werk
98% van de werkloze woont in een straal van 35 km van het bedrijf
Na je diploma ben je kort werkloos

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In 2016 kostte een frikandelbroodje € 0,99. In 2018
€ 1,09. Bereken de procentuele stijging van de prijs.

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

de productiefactoren zijn
Noem er 4!

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Productiefactoren en de beloning
Om te produceren heb je productiefactoren nodig.
Iedere productiefactor heeft zijn eigen beloning.
Combineer de productiefactoren met de beloningen.


Arbeid
Kapitaal
Natuur
Ondernemerschap
Loon
Salaris
Pacht
Winst

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de toegevoegde waarde van de sapfabriek?

Slide 15 - Question ouverte

Ik wil graag van jullie weten wat de toegevoegde waarde is van de supermarkt.

Kun je hier ook de omzet berekenen?

wat zegt de €2,90?
Hoe bereken je de omzet?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je de verkoopprijs?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verkoopprijs excl. btw(21%) is €80, bereken de verkoopprijs incl. btw.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Productiecapaciteit is:
A
Het aantal mensen dat in een bedrijf werkt
B
Het aantal uren dat er gewerkt wordt
C
De machines die worden gebruikt
D
De maximale hoeveelheid producten

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken het marktaandeel van Slowy.

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Nog vragen?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heel veel succes!

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions