290322
1 / 14
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Vragen over Engels
voor vandaag?
voor vandaag?
Slide 2 - Carte mentale
Waar wil je vandaag mee bezig?
Lezen
Schrijven
Luisteren
Grammatica
Slide 3 - Sondage
Waar wil je vandaag mee bezig?
Lezen
Schrijven
Luisteren
Grammatica
Slide 4 - Sondage
Slide 5 - Diapositive
Hoe zeg je:
Vertel me iets over je huis.
Vertel me iets over je huis.
Slide 6 - Question ouverte
Vertel iets over je huis
(groot/klein, appartement/flat, gewoon huis, tuin)
(groot/klein, appartement/flat, gewoon huis, tuin)
Slide 7 - Question ouverte
Hoe zeg je:
Hoe ziet jouw slaapkamer eruit?
Hoe ziet jouw slaapkamer eruit?
Slide 8 - Question ouverte
Vertel iets over je slaapkamer (groot/klein, kleur van de muur, etc)
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Vertel: wat voor klusjes doe je in huis?
Of; doe je niks?
Of; doe je niks?
Slide 11 - Question ouverte
Wat vind je leuk om te doen in huis?
Slide 12 - Question ouverte
Wat vind je niet leuk om thuis te doen? (klusjes?)
Slide 13 - Question ouverte
Vertel, hoe ga jij altijd naar school?
