Vrijdag H5D uur 6 - Online Les: herhaling tot en met 1929

Kennen tot nu toe!?
Alinea: de wankele democratie van Weimar
1 Je kan uitleggen waarom Duitsland in de periode 1918 - 1920 te maken kreeg met politieke chaos en je kan die chaos beschrijven.
2. Je kan de bepalingen uit het Verdrag van Versailles beschrijven op territoriaal, militair en financieel gebied.
3. Je kan uitleggen dat de bepalingen in het Verdrag van Versailles voor Duitsland volgens veel mensen onredelijk waren.
4. Je kan beschrijven waardoor Duitsland in de periode 1918 - 1923 met een ernstige economische crisis te maken kreeg.
5. Je kan het Dawesplan uitleggen dat effecten van op de Duitse economie benoemen.

Alinea: Nazi’s aan de macht
6. Je kan uitleggen waarom de economische wereldcrisis die met de Beurskrach begon in Duitsland voor politieke instabiliteit zorgde.
7. Je kan de populariteit van de NSDAP verklaren.

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Kennen tot nu toe!?
Alinea: de wankele democratie van Weimar
1 Je kan uitleggen waarom Duitsland in de periode 1918 - 1920 te maken kreeg met politieke chaos en je kan die chaos beschrijven.
2. Je kan de bepalingen uit het Verdrag van Versailles beschrijven op territoriaal, militair en financieel gebied.
3. Je kan uitleggen dat de bepalingen in het Verdrag van Versailles voor Duitsland volgens veel mensen onredelijk waren.
4. Je kan beschrijven waardoor Duitsland in de periode 1918 - 1923 met een ernstige economische crisis te maken kreeg.
5. Je kan het Dawesplan uitleggen dat effecten van op de Duitse economie benoemen.

Alinea: Nazi’s aan de macht
6. Je kan uitleggen waarom de economische wereldcrisis die met de Beurskrach begon in Duitsland voor politieke instabiliteit zorgde.
7. Je kan de populariteit van de NSDAP verklaren.

Slide 1 - Diapositive

Leidende vraag 1
Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 2 - Diapositive

nationaal-socialisme
kenmerken

Slide 3 - Carte mentale

Hoe goed begrijp je de leerstof die we tot nu toe hebben behandeld.
A
Ik snap het helemaal
B
Ik snap het goed genoeg
C
Ik snap het niet echt
D
ik snap echt nog helemaal niks.

Slide 4 - Quiz

Welk onderwerp snap je het beste?
A
het verdrag van Versailles en de politieke situatie in tussen 1918-1923
B
de hyperinflatie en het Dawesplan
C
De Beurskrach en de opkomst van de NSDAP
D
De nazificatie van Duitsland

Slide 5 - Quiz

Als je maandag alle leerdoelen tot 1929 moet kennen..
Hoe wil je aan de slag?
A
Ik wil zelf de LessonUps doornemen
B
Ik wil zelf samenvatten.
C
Ik wil uitleg.
D
Ik wil vragen stellen over de leerstof.

Slide 6 - Quiz

Waar ga je deze les mee aan de slag?
A
het verdrag van Versailles en de politieke situatie in tussen 1918-1923
B
de hyperinflatie en het Dawesplan
C
De Beurskrach en de opkomst van de NSDAP
D
De nazificatie van hitler

Slide 7 - Quiz

Hoe kan ik zien dat
jij zelfstandig bezig bent geweest?

Slide 8 - Carte mentale

Huiswerk voor iedereen

1) Vat samen (op je eigen manier Jort/boek)
 2) Je beantwoord de leerdoelen in de LessonUps.
3) Je schrijft vragen die je hebt op.


Komende les starten /  bespreken we samen Duitsland 1933 en de nazificatie. 

Als je vragen hebt, kom je weer hier. Ik blijf hier voor uitleg.

Slide 9 - Diapositive

Kennistest
8 vragen

Slide 10 - Diapositive

De Republiek van Weimar was een
A
Keizerrijk
B
Dictatuur
C
Democratie
D
Socialistische staat

Slide 11 - Quiz

Wat gebeurde er tijdens de Hyperinflatie?
A
Mensen werden op slag werkloos.
B
Geld daalde in waarde.
C
Mensen raakten hun bedrijven kwijt.
D
Geld werd overdrukt.

Slide 12 - Quiz

Wie waren géén vijanden van de Republiek van Weimar?

A
Sociaal-Democraten
B
Communisten
C
Conservatieve elite + leger
D
Extreem rechtse groepen

Slide 13 - Quiz

De Republiek van Weimar duurde van
A
1933 - 1945
B
1919 - 1929
C
1919 - 1933
D
1918 - 1939

Slide 14 - Quiz

Was de republiek van Weimar succesvol?
A
Ja, er kwam eindelijk een democratie in Duitsland
B
Ja, veel Duitsers stonden achter deze regering
C
Nee, veel Duitsers voelden zich verraden door de regering
D
Nee, de republiek van Weimar was een dictatuur

Slide 15 - Quiz

wat weet je van het
nationaal-socialisme?

Slide 16 - Carte mentale

Wanneer was de beurskrach
A
1929
B
1925
C
1933
D
1919

Slide 17 - Quiz

Wat was de Beurskrach van 1929?
A
Revolutie in de Verenigde Staten tegen de leningen aan Duitsland
B
Plotselinge daling van de aandelenkoersen.
C
Revolutie in Duitsland tegen de terugbetalingen.
D
Plotselinge stijging van de aandelenkoersen.

Slide 18 - Quiz

Wat is een kenmerk van de NSDAP? Maak de zin af:

De NSDAP is een partij …
A
...die voor een dictatuur is
B
...die voor samenwerking met de communisten is
C
...die voor vrijheid van meningsuiting is
D
...die voor vrije verkiezingen is

Slide 19 - Quiz

Huiswerk voor iedereen

1) Vat samen (op je eigen manier Jort/boek)
 2) Je beantwoord de leerdoelen in de LessonUps.
3) Je schrijft vragen die je hebt op.


Komende les starten /  bespreken we samen Duitsland 1933 en de nazificatie. 

Als je vragen hebt, kom je weer hier. Ik blijf hier voor uitleg.

Slide 20 - Diapositive